- 15 april 2021
- Gepost door: Wouter Devloo
- Categorie: Accountancy
Geen reacties
PRO’s
+ Alle kosten (registratierechten, btw, onroerende voorheffing, enz) vallen ten laste van de vennootschap die ze kan aftrekken van de omzet uit haar activiteit. Ook herstellings- en renovatiekosten zijn in principe volledig aftrekbaar respectievelijk afschrijfbaar, al bestaat er discussie over de aftrekbaarheid van de aanleg van zwembaden, tennisterreinen en siertuinen.
+ De vennootschap kan de intresten die ze betaalt op de lening aftrekken.
+ De vennootschap kan het gebouw (maar niet de grond) afschrijven. Indien de vennootschap enkel het vruchtgebruik verwerft, kan de vennootschap de volledige waarde van het vruchtgebruik afschrijven.
CONTRA’s
– De vennootschap is eigenaar van de woning, niet de zelfstandige. Dat heeft twee belangrijke gevolgen :
-
De speciale bescherming van de gezinswoning geldt niet.
-
De langstlevende echtgenoot erft niet het vruchtgebruik op de woning, maar erft het vruchtgebruik op de aandelen van de vennootschap met daarin de gezinswoning.
– De zelfstandige wordt belast op een voordeel van alle aard voor het privé-gebruik van de woning. Vergeleken met een klassiek loon is dat evenwel nog altijd gunstig.
– De woning verkopen wordt moeilijker. De vennootschap zal op dat moment een meerwaarde realiseren. Die meerwaarde zal worden belast in de vennootschapsbelasting (in principe 33,99%). In plaats van het onroerend goed te verkopen kunnen de aandelen van de vennootschap verkocht worden. Een koper vinden zal niet simpel zijn.