Onroerend in de vennootschap de pro’s en contras

PRO’s 
+ Alle kosten (registratierechten, btw, onroerende voorheffing, enz) vallen ten laste van de vennootschap die ze kan aftrekken van de omzet uit haar activiteit.  Ook herstellings- en renovatiekosten zijn in principe volledig aftrekbaar respectievelijk afschrijfbaar, al bestaat er discussie over de aftrekbaarheid van de aanleg van zwembaden, tennisterreinen en siertuinen.
+ De vennootschap kan de intresten die ze betaalt op de lening aftrekken.
+ De vennootschap kan het gebouw (maar niet de grond) afschrijven.  Indien de vennootschap enkel het vruchtgebruik verwerft, kan de vennootschap de volledige waarde van het vruchtgebruik afschrijven.

CONTRA’s

– De vennootschap is eigenaar van de woning, niet de zelfstandige.  Dat heeft twee belangrijke gevolgen :
  • De speciale bescherming van de gezinswoning geldt niet.
  • De langstlevende echtgenoot erft niet het vruchtgebruik op de woning, maar erft het vruchtgebruik op de aandelen van de vennootschap met daarin de gezinswoning.
– De zelfstandige wordt belast op een voordeel van alle aard voor het privé-gebruik van de woning. Vergeleken met een klassiek loon is dat evenwel nog altijd gunstig.
– De woning verkopen wordt moeilijker.  De vennootschap zal op dat moment een meerwaarde realiseren.  Die meerwaarde zal worden belast in de vennootschapsbelasting (in principe 33,99%).  In plaats van het onroerend goed te verkopen kunnen de aandelen van de vennootschap verkocht worden.  Een koper vinden zal niet simpel zijn.