BTW aftrek auto nieuwe spelregels

BTW-AFTREK VOOR AUTO’S: EINDELIJK DE NIEUWE REGELS

 

 

 

De fiscus heeft eindelijk bekend gemaakt op welke manier de nieuwe regeling over de BTW-aftrek voor gemengd gebruikte auto’s in de praktijk toegepast mag worden. Interessant is dat ook een volledig forfaitaire methode toegelaten wordt. Daardoor is het niet nodig het exacte aandeel van het beroepsgebruik vast te stellen, zodat heel wat administratieve last vermeden kan worden. 

 

Sinds 2011 gelden er strengere regels voor de aftrek van gemengd gebruikte “bedrijfsmiddelen”. Daarmee worden goederen bedoeld die aangekocht zijn voor het bedrijf maar deels ook privé gebruikt worden. Het principe is dat aftrek van de BTW die betaald is voor het bedrijfsmiddel, slechts toegestaan wordt in verhouding tot het beroepsgebruik. 

 

Hoe beroepsgebruik vaststellen? 

 

Vooral voor auto’s betekende dat een ware omwenteling. Vroeger was de BTW-aftrek uniform vastgelegd op 50%. Nu zou men dus het exacte aandeel van de beroepskilometers in het totale aantal kilometers moeten vaststellen om te bepalen hoeveel BTW men kan aftrekken. Daar kwam nog bij dat voor een typische bedrijfswagen, die vooral gebruikt wordt voor de privéverplaatsingen van de werknemer of de bedrijfsleider, het aandeel beroepsgebruik relatief laag is. De BTW-aftrek dreigde daardoor veel lager uit te vallen dan onder het oude stelsel (hoger uitvallen, door een zeer hoog beroepsaandeel, kon overigens niet: de aftrek kan voor personenwagens ook onder de nieuwe regels nooit hoger zijn dan 50%). 

Dat er voortaan geen BTW meer aangerekend hoefde te worden op een zogenaamd “voordeel van alle aard”, was daarbij vergeleken maar een magere troost. 

 

Iedereen bleef daarom hopen dat de fiscus in de praktijk de nieuwe regels niet tot hun uiterste consequentie zou doordrijven. Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk komt de fiscus nu toch min of meer tegemoet aan die verwachting. Dat gebeurt in de vorm van een “beslissing” waarin de fiscus uitlegt hoe de nieuwe regels, specifiek voor auto’s, in de praktijk toegepast moeten worden.

De fiscus laat de keuze uit drie methodes. 

 

Methode 1: elke kilometer registreren 

 

De eerste is de moeilijkste maar maakt het voor sommigen wellicht mogelijk de aftrek te maximaliseren. Het komt erop aan een volledige rittenadministratie bij te houden. Elke beroepsmatige rit moet volledig gedocumenteerd worden. Niet alleen het aantal kilometers maar bijvoorbeeld ook het begin- en eindadres moet genoteerd worden. 

 

Methode 2: formule met woon-werkafstand 

 

De tweede methode is iets eenvoudiger. Het privégebruik mag berekend worden aan de hand van de afstand van de woonplaats tot het werk (woon-werkverkeer wordt namelijk als privégebruik beschouwd) voor een verondersteld (vast) aantal werkdagen van 200 en een forfait van 6000 km voor het “overige” woon-werkverkeer. Dat resulteert in de volgende formule:  (afstand woon-werk × 2 × 200 + 6000)
                    (totaal aantal kilometers per jaar) 

 

Voorbeeld
Als een werknemer op 25 km van zijn werk woont en in totaal per jaar 20.000 km aflegt met zijn bedrijfswagen, wordt het privé-aandeel dus verondersteld 16.000 km, of 80% te bedragen, zodat de werkgever 20% van de BTW die hij voor de aankoop en het gebruik van die auto betaalt, mag aftrekken. 

 

Methode 3: algemeen forfait 

 

De derde methode is de gemakkelijkste. De BTW-plichtige kan ervoor opteren om gewoon een algemeen forfait van 35% toe te passen. 35% van de BTW is dan aftrekbaar zonder rekenwerk of zonder rittenadministratie. 

 

Een ander voordeel is dat het niet nodig is om eerst te overleggen met de controleur (om een voorlopige opdeling tussen privé- en beroepskilometers vast te leggen) en naderhand een herziening van de aftrek te doen als de voorlopige raming niet met de werkelijkheid blijkt overeen te stemmen. 

 

Niet iedereen komt echter in aanmerking voor die derde methode.  Ze is alleen bedoeld voor bedrijven die een vloot van minstens vier (gemengd gebruikte) personenwagens hebben. Bovendien moet het algemeen forfait voor minstens vier jaar gebruikt worden. En het moet voor de hele vloot tegelijk toegepast worden. 

 

Vergoeding 

 

Als de gebruiker van de auto een (desnoods kleine) vergoeding betaalt voor dat gebruik, is er BTW-technisch sprake van een verhuur. De aftrekbeperking is dan standaard 50%. Maar dat wordt gecompenseerd doordat de BTW-plichtige BTW moet afdragen op het verschil tussen die 50% en het effectieve beroepsgebruik. Dat laatste mag overigens bepaald worden aan de hand van diezelfde drie methodes. 

 

2012 is, net als 2011, overgangsjaar 

 

De nieuwe praktische regels zijn volop van toepassing vanaf 1 januari 2013. Ook voor 2012 mogen ze al gehanteerd worden, maar de meesten zullen vermoedelijk gebruiken maken van de mogelijkheid die de fiscus biedt om voor 2012 nog het oude vertrouwde systeem toe te passen.