De forfaitaire regelingen omtrent btw en inkomstenbelasting : komt een einde aan

 

Bepaalde belastingplichtigen, uit vastgestelde sectoren die voldoen aan de geldende voorwaarden, kunnen opteren voor een forfaitaire belastingregeling waarbij de omzet of belastbare grondslag op forfaitaire wijze wordt berekend. Deze regeling wordt geleidelijk aan afgeschaft en zal op 31 december 2027 definitief ten einde lopen. Bijgevolg werden er ook aanpassingen doorgevoerd aan de bijzondere landbouwregeling.

 

Afschaffing forfaitaire belastingregeling vanaf 1 januari 2022

Door een recente wetswijzing van 27 december 2021 kunnen btw-belastingplichtigen die dit jaar starten met een nieuwe activiteit, of die reeds een activiteit uitoefenen maar geen forfaitaire regeling toepassen, niet langer opteren voor een forfaitaire btw-regeling om hun maatstaf van heffing te bepalen. Deze wijziging kadert onder meer in de verplichting, ingevoerd door het nieuwe Wetboek Economisch Recht, om als zelfstandige een boekhouding te voeren. De Administratie heeft bovendien midden januari 2022 gecommuniceerd dat de afschaffing ook zal worden doorgetrokken naar de inkomstenbelasting.

Overgangsregeling

Apothekers, bakkers, caféhouders, kappers, slagers,… die vóór 1 januari 2022 reeds toepassing maakten van een dergelijke regeling in de btw kunnen echter van deze regeling blijven genieten tot 31 december 2027.

Wat betreft de inkomstenbelasting zal de belastbare grondslag in dat geval nog tot en met aanslagjaar 2028, door middel van forfaitaire grondslagen van aanslag, kunnen worden bepaald.

Ook wijzigingen aan de bijzondere landbouwregeling

Ten gevolge van deze wetswijziging werd er ook geschroefd aan de bijzondere landbouwregeling. Deze bijzondere regeling maakt het mogelijk voor landbouwondernemingen om hun btw-verplichtingen aanzienlijk te verminderen. Zo zijn zij niet verplicht tot het uitreiken van een factuur en niet gehouden tot aangifte of voldoening van btw, uitgezonderd in het geval van intracommunautaire verrichtingen.

De regeling werd aangepast zodat landbouwondernemingen naast hun activiteiten onder de bijzondere landbouwregeling nog steeds andere activiteiten kunnen verrichten zonder voor die eerste activiteit de bijzondere regeling te verliezen. De bijkomende handelingen moeten hierbij aan volgende voorwaarden voldoen:

+de handelingen zijn uit hun aard verbonden met de hoofdactiviteit van de landbouwonderneming;

+de omzet gerealiseerd door die handelingen, exclusief btw, bedraagt in de loop van het kalenderjaar niet meer dan 30% van het totale omzetcijfer van de landbouwondernemingen en heeft in de loop van het voorafgaande kalenderjaar dat percentage niet overschreden.

Bovendien zijn zowel de handelingen waarvoor de landbouwonderneming de forfaitaire btw-regeling zonder voorwaarden kan genieten aangevuld. Net zoals de aanvullende handelingen waarvoor bovenvermelde voorwaarden moeten worden nageleefd.