Bedrijfsleiders en bedrijfsvoorheffing : nieuwe maatregel

 

De fiscale administratie zal er streng op toezien dat ook op bezoldigingen van bedrijfsleiders de passende bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden.

Vergeet niet dat bedrijfsleiders ertoe gehouden zijn om voorafbetalingen te doen in zover de verplichte in te houden belastingen (lees de bedrijfsvoorheffing) onvoldoende is

Dit betekent evenwel niet dat bedrijfsleiders de keuze hebben tussen hetzij inhouding van bedrijfsvoorheffing hetzij voorafbetalingen.

Niets is minder waar, dit blijkt genoegzaam uit de rechtspraak.
Het verontachtzamen van de inhoudings- en doorstortingsverplichting van bedrijfsvoorheffing heeft immers ernstige fiscale gevolgen zowel in hoofde van de bedrijfsleider als in hoofde van de vennootschap.
Indien de vennootschap geen (of onvoldoende) bedrijfsvoorheffing inhoudt kan de fiscus de niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing vooralsnog inkohieren lastens de vennootschap,

 bovendien meent de fiscale administratie, hierin gesteund door rechtspraak, dat zij diezelfde niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing als voordeel alle aard kan belasten in hoofde van de bedrijfsleider.

Behoorlijk ernstig allemaal. Om het nog erger te maken: zelfs indien de bedrijfsleider voorafbetalingen heeft gedaan waarvan het bedrag overeenkomt met de verschuldigde bedrijfsvoorheffing dan nog kunnen genoemde fiscale maatregelen genomen worden.

De fiscale administratie geeft vennootschappen nog de mogelijkheid om voor einde 2013, minstens voor wat betreft de inkomsten in 2013, hun toestand recht te zetten zonder dat zij voornoemde sancties zal toepassen.
Bij gebrek aan rechtzetting zal zij naast de wettelijke nalatigheidsinteresten ook ambtshalve de voorziene sancties toepassen.
Vanaf 2014 zullen terzake systematische controles worden uitgevoerd.
Dit zijn ongemeen zware sancties zeker wanneer er sprake is van passende voorafbetalingen en er de facto geen sprake is van benadeling van de overheid.
Gezien de financiële situatie van vele ondernemingen en de druk op onze economie dringt nuancering zich op.
Administratieve tolerantie of zelfs wetgevend initiatief zijn welkom.