De supernota: wat je moet weten!

Dit document beschrijft de belangrijkste wijzigingen in de Belgische fiscale wetgeving, zoals voorgesteld in een regeerakkoord. De hervorming omvat een pakket aan maatregelen die impact hebben op verschillende aspecten van de belastingen en sociale zekerheid. De meeste wijzigingen treden gefaseerd in werking, met name vanaf 2026 en 2029.

1. Lastenverlaging op arbeid:

• Doel: De kloof tussen werken en niet-werken naar minstens 500 euro netto te verkleinen (een langetermijndoel). De concrete lastenverlaging start in 2026.
• Middelen: De hervorming werkt via drie pijlers:
  • Verhoging van de belastingvrije som.
  • Aanpassing van de sociale werkbonus (versterking gericht op lage lonen).
  • Verlaging van de bijzondere bijdrage op de sociale zekerheid (BBSZ). Oorspronkelijk was het de bedoeling om de BBSZ volledig af te schaffen, maar dit werd bijgestuurd om de lastenverlaging meer te richten naar de lage inkomens. De hervorming wordt expliciet “single friendly” gemaakt om de huidige nadelen voor alleenstaanden te compenseren.
• Timing en Financiering: De eerste fase van de lastenverlaging start in 2026 met een enveloppe van 375 miljoen euro. Hiervoor werden 75 miljoen euro onttrokken aan het budget voor de loonkostverlaging van bedrijven en 50 miljoen euro aan het budget voor de geplande plafonnering van de sociale werkgeversbijdragen. Het zwaartepunt van de lastenverlaging voor werknemers ligt pas in 2029. De totale fiscale hervorming bedraagt 6,5 miljard euro, waarvan 4,4 miljard naar de verlaging van de lasten op arbeid gaat. De veelbesproken tax cut zal uiteindelijk ongeveer 1,5 miljard euro bedragen.
• Effect: Vanaf 2029 zal een alleenstaande, afhankelijk van zijn inkomen, tot 1.200 euro meer per jaar overhouden. Voor een werkend koppel loopt dit op tot 1.900 euro meer per jaar vanaf 2029.

2. Meerwaardebelasting op financiële activa:

• Invoering: Er komt een zogenaamde solidariteitsbijdrage op de toekomstige gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, opgebouwd vanaf het moment van de invoering van de bijdrage. Historische meerwaarden zijn dus vrijgesteld. Deze belasting geldt ook voor cryptomunten.
• Vrijstellingen en Tarieven:
  • Een voetvrijstelling van 10.000 euro wordt voorzien in de aangifte, jaarlijks geïndexeerd.
  • Voor ondernemers met een aanmerkelijk belang van minstens 20 procent in een bedrijf, zal de winst op de verkoop van aandelen tot 1 miljoen euro vrijgesteld zijn.
  • Een meerwaarde tussen 1 miljoen en 2,5 miljoen euro zal belast worden aan 1,25 procent.
  • Tussen 2,5 en 5 miljoen euro bedraagt het tarief 2,5 procent.
  • Tussen 5 en 10 miljoen euro betaal je 5 procent.
  • Voor alle meerwaarde boven de 10 miljoen komt er een belasting van 10 procent.
• Minwaarden: Er komt een aftrekbaarheid van minderwaarden binnen het jaar, zonder overdraagbaarheid naar volgende jaren.
• Effectentaks en Aandelenopties: Het tarief van de effectentaks blijft 0,15 procent (eerder werden percentages tot 0,25 procent overwogen). De solidariteitsbijdrage op aandelenopties is geschrapt.

3. Belastingkorting voor hybride wagens:

• Aftrekbaarheid: Wie een hybride wagen koopt, kan tot eind 2027 rekenen op een fiscale aftrek van 75 procent. In 2028 daalt dit naar 65 procent en in 2029 naar 57,5 procent. De aftrekbaarheid van de brandstofkosten blijft 50 procent tot eind 2027. De percentages die gelden vanaf 2028 en 2029 gelden voor de gehele gebruiksduur van de wagen.

4. Minder fiscaal voordeel voor gehuwden:

• Afbouw huwelijksquotiënt: Om de discriminatie tussen verschillende samenlevingsvormen weg te werken, wordt het voordeel van het huwelijksquotiënt afgebouwd. Dit systeem laat toe dat de meest verdienende partner een deel van zijn inkomen ‘doorgeeft’ aan de andere partner, waardoor dit tegen een lager tarief wordt belast. Dit voordeel wordt gehalveerd tegen 2029 en dooft op termijn uit voor gepensioneerden.

5. Maaltijdcheques:

• Verhoging: Bedrijven kunnen binnenkort maaltijdcheques van maximaal 12 euro toekennen (in plaats van 8 euro). Het plafond was sinds 2016 niet meer verhoogd, terwijl de voedingskosten in die periode met een derde stegen. Andere soorten cheques (ecocheques, cultuurcheques, etc.) verdwijnen op termijn.

6. Lagere btw voor warmtepompen en sloop en heropbouw, hogere voor steenkool en verbrandingsketel op fossiele brandstoffen:

• Verlaging: De btw voor de aankoop van een warmtepomp daalt van 21 procent naar 6 procent. Het verlaagde btw-tarief bij sloop en heropbouw door bouwpromotoren (dat eind juni afloopt) wordt verlengd.
• Verhoging: De btw voor de levering en installatie van een verbrandingsketel op fossiele brandstoffen (gas, mazout) wordt verhoogd van 6 naar 21 procent (voor woningen ouder dan tien jaar). De btw op steenkool stijgt van 12 naar 21 procent. De federale intrestaftrek voor de niet-eigen woning wordt geschrapt.

7. Minder belastingverminderingen:

• Schrapping van diverse belastingverminderingen en aftrekposten: Het regeerakkoord voorziet in de schrapping van een uitgebreide lijst aan belastingverminderingen en aftrekposten (zie pagina 3 en 12 van het document voor de volledige lijst). Dit omvat onder meer verminderingen voor huisbedienden, rechtsbijstand, werkloosheidsuitkeringen (afbouw), hoogste pensioenen (afbouw), beleggingen in ontwikkelingsfondsen voor microfinanciering, adoptiekosten, elektrische motorfietsen en driewielers, bijkomend personeel voor uitvoer en kwaliteitszorg, verhoogd forfait voor verre verplaatsingen, verhoogde aftrek van beroepskosten voor lokale mandaten, verhoogde kostenaftrek van het stagebonusloon, pc-privéplan, minderwaarden bij gehele verdeling van maatschappelijk vermogen van een private privak.

8. Vliegen wordt duurder:

• Verhoging vliegtaks: Er wordt 5 euro extra aangerekend voor alle vluchten (bovenop de bestaande vliegtaks die vooral korte vluchten belast).

9. Auteursrechten:

• Neutralisatie van de hervorming onder de regering-De Croo: De fiscale gunstregeling voor auteursrechten die onder de regering-De Croo werd doorgevoerd, wordt volledig teruggedraaid. De regering-De Wever keert terug naar het regime van vóór 2023, met een tarief van 15 procent, een forfaitaire kostenaftrek, een ruime toepassingsbasis en een RSZ-bijdrage.

10. Werkloosheidsuitkering:

• Tijdsbeperking: Werklozen onder 55 jaar krijgen maximaal nog twee jaar een uitkering. De maximale duur is afhankelijk van het aantal gewerkte maanden in de drie jaar voorafgaand aan de werkloosheid: één jaar gewerkt = maximaal één jaar uitkering; per vier extra gewerkte maanden komt er een maand uitkering bij. Iemand heeft dus pas recht op de maximale uitkering na vijf gewerkte jaren.
• Uitzonderingen: De beperking geldt niet voor wie ouder is dan 55 jaar en een carrière van 30 jaar met telkens minstens 156 gewerkte dagen heeft.
• Dalende uitkering: De uitkering daalt naarmate iemand langer werkloos is, maar zal in het begin hoger liggen dan vandaag.
• Verwijdering van een faciliteit: De mogelijkheid om jaarlijks tot 3 keer één ziektedag op te nemen zonder medisch attest wordt geschrapt.

11. Pensioenen:

• Pensioenbonus: Wie langer doorwerkt dan de pensioenleeftijd en 35 loopbaanjaren heeft, krijgt per jaar een bonus van 2 procent bovenop zijn pensioen. Deze bonus loopt op tot 3 procent in 2030 en 4 procent in 2040.
• Pensioenmalus: Wie vroeger stopt en geen 35 loopbaanjaren kan voorleggen, verliest 2 procent van zijn pensioen. Deze malus loopt op tot 3 procent in 2030 en 4 procent in 2040. Voor lagere inkomens is de nieuwe pensioenbonus minder voordelig dan de oude regeling.

12. Meer bijverdienen als student, flexijobber en na uw pensioen:

• Studentenarbeid: De fiscale vrijstelling voor inkomsten uit studentenarbeid verdubbelt, en de grens van maximaal 600 uur wordt opgetrokken naar 650 uur.
• Flexi-jobs: Het maximale jaarinkomen dat iemand kan verdienen met een flexi-job wordt verhoogd van 12.000 naar 18.000 euro.
• Gepensioneerden: Wie gepensioneerd is en na een volledige loopbaan van 45 jaar wil bijverdienen, kan rekenen op een voordeligere bevrijdende heffing van 33 procent. Nadien worden geen andere belastingen meer aangerekend.

13. Managementvennootschappen:

• Aanpak oneigenlijk gebruik: De regering pakt het oneigenlijke gebruik van managementvennootschappen aan, waarbij bedienden en kaderleden deze oprichten om minder belastingen te betalen.
• Verhoging minimumloon: Het minimumloon dat een managementvennootschap jaarlijks aan de bedrijfsleider moet uitkeren wordt verhoogd van 45.000 naar 50.000 euro bruto.
• Liquidatiereserve: Om fiscaal voordelig geld van de vennootschap naar het privévermogen over te brengen via een liquidatiereserve, wordt het tarief van de roerende voorheffing opgetrokken van 5 naar 6,5 procent. De wachttermijn wordt verlaagd van vijf naar drie jaar. Het effectieve belastingtarief stijgt zo van 13,64 procent naar 15 procent, maar eigenaars van vennootschappen kunnen sneller aan hun geld. Wie zichzelf binnen de wachtperiode van drie jaar geld uitkeert, wordt belast tegen het normale tarief van 30 procent roerende voorheffing.

14. Invoering ondernemersaftrek:

• Aftrek voor zelfstandigen: Om ondernemerschap te stimuleren, wordt een ondernemersaftrek ingevoerd. Een zelfstandige in bij- of hoofdberoep kan 10 procent van zijn winsten of inkomsten aftrekken van de belastingen, met een maximum van 2.500 euro per jaar (na verrekening van fiscale verliezen en aftrek van beroepskosten).

15. Belastingvermindering voor eerste werknemer(s):

• Aanwervingspremie: Voor de eerste aanwerving blijft de belastingvermindering 2.000 euro per kwartaal, onbeperkt in de tijd. Voor de tweede tot de vijfde werknemer bedraagt de belastingvermindering 1.000 euro per kwartaal gedurende de eerste drie jaar.

16. Vlotter sparen voor aanvullend pensioen (zelfstandigen):

• Vereenvoudiging en harmonisering: De systemen voor aanvullend pensioensparen voor zelfstandigen worden geharmoniseerd en vereenvoudigd.
• Verhoging limiet VAPZ: De limiet voor stortingen in het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) wordt verhoogd van 8,17 procent van het netto belastbaar inkomen (maximum 3.965,77 euro voor 2024) naar 8,5 procent.

17. Geen boetes meer voor wie belastingen niet op voorhand betaalt:

• Afvoeren van boetes: Het systeem van boetes (9 procent) voor eenmanszaken en vennootschappen die geen voorafbetalingen doen, wordt afgeschaft.
• Invoering vijfde periode en belastingvermindering: Een vijfde periode wordt ingevoerd voor voorafbetalingen. Wie tegen 20 februari betaalt, krijgt een belastingvermindering in plaats van een -verhoging.

18. Minder inkomsten vallen onder DBI-regime:

• Verhoging drempel: De drempel voor de toepassing van de DBI-aftrek (aftrek van definitief belaste inkomsten) wordt verhoogd van 2,5 miljoen euro naar 4 miljoen euro. Dit betekent dat minder uitkeringen in aanmerking komen voor de aftrek.
• Toevoeging van een voorwaarde: De deelneming moet de aard van een financieel vast actief hebben; de onderneming moet een duurzame band beogen met het bedrijf waarin ze investeert en het niet beschouwen als een belegging.
• Omzetting naar vrijstelling: De DBI-aftrek wordt omgezet naar een vrijstelling om de regeling conform de Europese regels te maken (conformiteit met de moeder-dochterrichtlijn).
• Uitzondering KMO’s: De verstrengingen gelden alleen voor en tussen grote ondernemingen. Een grote onderneming die in een startende onderneming investeert, kan nog steeds het oorspronkelijke DBI-regime genieten.

19. Een strenger beleid voor langdurig zieken:

• Bijdrage werkgevers: Om de groei van het aantal langdurig zieken af te remmen, worden bedrijven (met uitzondering van KMO’s) verantwoordelijk gesteld voor 30 procent van de uitkering van hun langdurig zieke werknemers gedurende de eerste twee maanden die volgen op de periode van gewaarborgd loon. Momenteel betalen ze enkel het gewaarborgd loon gedurende de eerste maand (voor bedienden) of de eerste zeven dagen (voor arbeiders). Nadien komt het RIZIV tussen.

20. Loonindexering:

• Berekening op basis van 4 maanden: Het mediatieke verzet van de socialisten tegen een andere berekening van de loonindexering heeft resultaat opgeleverd. Het indexcijfer blijft op basis van de voorbije 4 maanden berekend worden in plaats van op 12 maanden. De vijf indexsprongen voor de uitkeringen vallen weg, maar de indexering wordt later toegepast voor ambtenaren en leeflonen.

Belangrijk: Dit is een gedetailleerde samenvatting. Raadpleeg de officiële wetteksten voor een volledig en nauwkeurig overzicht van alle details en nuances van de fiscale hervorming.

Fiscale Hervorming: Samenvatting