- 16 september 2009
- Gepost door: Wouter
- Categorie: Tips & tricks
Sinds 1 januari 2004 wordt het belastbaar voordeel berekend op basis van de woon-werkafstand (enkele rit). Als de woon-werkafstand kleiner of gelijk is aan 25 km, houdt men bij de berekening van het belastbaar voordeel rekening met een forfait van 5.000 km voor het privé-gebruik. Woont men verder dan 25 km van de werkplaats, dan bedraagt het forfait 7.500 km. Deze forfaits moeten vervolgens vermenigvuldigd te worden met het tarief overeenstemmend met het aantal fiscale PK’s van de bedrijfswagen.
Criteria vaste plaats van tewerkstelling
Als woon-werkwerkverplaatsing geldt elke verplaatsing tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling. Of een plaats van tewerkstelling een vaste plaats van tewerkstelling is, moet worden beoordeeld aan de hand van het geheel van feitelijke en juridische omstandigheden die eigen zijn aan elk geval afzonderlijk, zoals:
· de bepalingen van de arbeidsovereenkomst
· andere contractuele en reglementaire bepalingen m.b.t. de beroepswerkzaamheid van de werknemer of de bedrijfsleider
· de taak- en functieomschrijving
· de frequentie en de regelmaat van de verplaatsingen naar eenzelfde plaats van tewerkstelling
· de duur die een werknemer of bedrijfsleider op die plaats wordt ingezet
· enz…
Nieuw criterium
Omdat er nogal wat discussie ontstond over de werkelijke werkplaats heeft de belastingadministratie hiervoor een bijkomend nieuw criterium toegevoegd aan deze lijst.
Wordt als een vaste plaats van tewerkstelling beschouwd: de plaats waar de aanwezigheid van de werknemer gedurende het belastbare tijdperk 40 dagen of meer bedraagt. Deze 40 dagen moeten niet noodzakelijk op elkaar volgen.
Wanneer een werknemer zich dus verplaatst van zijn woonplaats naar een plaats van tewerkstelling die niet de belangrijkste plaats van zijn beroepsactiviteit is, maar waar hij 40 dagen of meer aanwezig is, wordt deze plaats van tewerkstelling als vast beschouwd. Een belastbaar voordeel moet dan berekend worden.
Voor werknemers en bedrijfsleiders die geen woon-werkverplaatsingen met de bedrijfswagen afleggen en dit voertuig enkel voor privé-verplaatsingen gebruiken, geldt het wettelijk minimum van 5.000 km.
Een voorbeeld: Een handelsvertegenwoordiger, die zich elke morgen met de bedrijfswagen rechtstreeks naar de klant begeeft en niet naar de werkgever (vaste plaats van tewerkstelling), heeft geen woon-werkverplaatsingen. Voor hem wordt het belastbaar voordeel berekend op basis van het wettelijk minimum van 5.000 km.