- 7 juli 2024
- Gepost door: Wouter Devloo
- Categorie: Tips & tricks
Een ex-bedrijfsleider gaf een aanvullend pensioenkapitaal aan als afzonderlijk belastbaar tegen 10%. Volgens de fiscus moest dit kapitaal tegen 16,5% worden belast, omdat de man niet tot aan de wettelijke pensioenleeftijd effectief actief gebleven zou zijn. Hoe zit dat precies en wat besliste de rechter?
Casus
De ex-CEO van een verzekeringsmaatschappij ging in 2014 op 62-jarige leeftijd met vervroegd pensioen. Van 2013 tot eind 2016 was hij onbezoldigd zaakvoerder van een BVBA, en van 2015 tot 2018 bezoldigd bestuurder van een NV. In 2018 ontving hij het kapitaal van een groepsverzekering en gaf dit aan als een pensioen dat tegen 10% belastbaar is.
Standpunt van de Fiscus
De fiscus vond de aangifte onjuist. Volgens hen moest het pensioen belast worden tegen 16,5% in plaats van 10%, omdat de begunstigde niet tot de wettelijke pensioenleeftijd effectief actief was gebleven.
Standpunt van de Rechter
De rechter gaf de fiscus gelijk. ‘Effectief actief gebleven’ betekent tot de wettelijke pensioenleeftijd daadwerkelijk een beroepswerkzaamheid uitoefenen. Omdat de man gedurende een periode in 2014 en 2015 alleen een onbezoldigd bestuursmandaat had, werd een effectieve beroepsactiviteit in die periode niet bewezen.
Commentaar
- Afzonderlijk belast: Normaal wordt het kapitaal van een aanvullende pensioenverzekering afzonderlijk belast, tenzij het voor uw 60ste wordt uitgekeerd, dan geldt het progressieve tarief.
- Belastingtarief: Het tarief is 20%, 18% of 16,5% bij uitkering op respectievelijk 60, 61 of 62 jaar en ouder. Het tarief is 10% als de uitkering plaatsvindt op de wettelijke pensioenleeftijd en u tot dan actief bent gebleven.
- Wettelijke pensioenleeftijd: Momenteel 65 jaar, vanaf 1 februari 2025 66 jaar en vanaf 1 februari 2030 67 jaar.
- Effectief actief gebleven: De minister stelt dat onafgebroken aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds en het betalen van sociale bijdragen voor een zelfstandige in hoofdberoep voldoende is als bewijs. De rechter denkt hier anders over: een onbezoldigd bestuursmandaat is geen beroepsactiviteit, ongeacht de betaling van sociale bijdragen.
Tip
De rechter bevestigt dat niet de schuldenaars van de kapitalen bepalen welk tarief van toepassing is. Dat de uitbetalende instanties 16,5% bedrijfsvoorheffing hebben ingehouden, betekent niet dat een taxatie tegen 10% niet mogelijk zou zijn.
Samenvatting: Aandachtspunten
| Aandachtspunt | Details |
|---|---|
| Kapitaal aangeven | Aangeven als afzonderlijk belastbaar tegen 10% of 16,5% afhankelijk van de omstandigheden |
| Voorwaarden voor 10% belastingtarief | Uiterste uitkering op wettelijke pensioenleeftijd en effectief actief gebleven |
| Juridisch standpunt | Rechter: onbezoldigd bestuursmandaat geen bewijs van beroepsactiviteit, strenger dan minister |
| Wettelijke pensioenleeftijd | 65 jaar (momenteel), 66 jaar vanaf 2025, 67 jaar vanaf 2030 |
| Minister vs. rechter | Minister: sociale bijdragen voldoende bewijs; rechter: geen inkomen geen beroepsactiviteit |
| Belastingtarieven afhankelijk van uitkering | 20% (60 jaar), 18% (61 jaar), 16,5% (62+ jaar), 10% (wettelijke pensioenleeftijd en actief gebleven) |
| Uitbetalende instanties | Bedrijfsvoorheffing door instanties bepaalt niet het definitieve belastingtarief |