Beleggen met je vennootschap : welke mogelijke beleggingen kan je doen?

Voor de opgepotte (liquidatie)reserves die u binnen uw vennootschap belegt, raadt uw bankier u omwille van de fiscale voordelen bijna systematisch een DBI-bevek aan. Wat zijn daarbij de aandachtspunten? Is zo’n DBI-bevek wel altijd 100% ‘DBI-proof’? Welke mogelijk interessante alternatieven bestaan er?

DBI-bevek

Liquidatiereserves

Heel wat ondernemers potten reserves op in hun vennootschap. Na het betalen van de vennootschapsbelasting en een afzonderlijke aanslag van 10%, boeken ze hun winst over naar een liquidatiereserve. Deze liquidatiereserve kunt u dan na vijf jaar als dividend uit de vennootschap halen met slechts 5% roerende voorheffing (rv) of zonder rv als u de vennootschap liquideert.

Fiscaal interessant

Als uw vennootschap in obligaties, fondsen, aandelen of trackers (ETF’s) belegt, dan wordt ze belast op de interesten, de dividenden en de meerwaarde bij verkoop. Een uitzondering op deze regel is de DBI-bevek. Een DBI-bevek is een fonds dat belegt in aandelen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, waardoor het overgrote deel (90% à 100%) van de uitgekeerde dividenden en de meerwaarde bij verkoop niet belast wordt.

Aanbod en kosten

Momenteel zijn er ongeveer 25 DBI-beveks op de markt. Ongeveer de helft daarvan belegt wereldwijd in aandelen, zodat u een relatief goede spreiding heeft. Een 10-tal andere beleggen enkel in Europese aandelen en de rest belegt in de VS of de groeimarkten.
Kosten zijn een belangrijk aandachtspunt. De lopende kosten variëren van 1,09% tot 1,82%. Daarbovenop kunnen er instapkosten zijn van 0% tot 3%, en sommige banken rekenen ook bewaarloon aan (0,06% à 0,12%).

Rendement

Het rendement van de DBI-beveks verschilt sterk. Terwijl sommige fondsen in goede jaren meer dan 30% rendement halen, blijven andere achter. Historische prestaties geven een indicatie, maar zijn geen garantie voor toekomstige resultaten.

Nadelen

• Minderwaarden niet aftrekbaar: Dit beperkt het potentieel voordeel bij dalende markten.
• Niet altijd 100% DBI-proof: Vraag naar het exacte percentage van vrijgestelde dividenden, aangezien dit meestal varieert tussen 90% en 98%.
• Kostenstructuur: DBI-beveks hebben doorgaans hogere kosten dan trackers of andere fondsen.

Alternatieven voor de DBI-bevek

1. Wereldwijde fondsen of trackers

Beleggen in trackers (ETF’s) of fondsen biedt meer flexibiliteit en lagere kosten. Echter, de gerealiseerde meerwaarden en inkomsten worden belast in de vennootschapsbelasting. Minderwaarden zijn hier echter niet aftrekbaar.

Voor- en nadelen:

• Voordelen: Lage kosten, brede spreiding mogelijk, keuze uit actief of passief beheer.
• Nadelen: Belasting op meerwaarden, niet aftrekbare minderwaarden.

2. ‘Tak 6’-kapitalisatiecontract

Een Tak 6-product (beleggingsverzekering naar Luxemburgs recht) biedt maatwerk, met de mogelijkheid om te beleggen in fondsen naar keuze. Belangrijkste voordeel: minderwaarden zijn aftrekbaar. Nadeel: hogere beheerskosten (rond 2%).

Voor- en nadelen:

• Voordelen: Minderwaarden aftrekbaar, geen verzekeringstaks, maatwerk mogelijk.
• Nadelen: Hoge instap- en beheerskosten, belastbare meerwaarden.

3. Vastgoed

Beleggingen in vastgoed kunnen een stabiele inkomstenbron en meerwaarde bieden. Deze vorm is minder liquide, maar biedt fiscale optimalisaties zoals afschrijvingen.

Voor- en nadelen:

• Voordelen: Fiscaal optimaliseren via afschrijvingen, stabiele waarde.
• Nadelen: Lage liquiditeit, mogelijke extra kosten (onderhoud, belastingen).

4. Leningen of Private Equity

Een alternatief is het verstrekken van leningen via uw vennootschap of investeren in private equity. Dit kan potentieel hogere rendementen opleveren, maar brengt ook meer risico’s met zich mee.

Voor- en nadelen:

• Voordelen: Potentieel hoog rendement, diversificatiemogelijkheden.
• Nadelen: Hogere risico’s, minder liquide.

Samenvatting: Beleggingsvormen met voor- en nadelen