Effectentaks 2.0

Nadat de ‘oude’ effectentaks de grondwettelijke molen niet had doorstaan, is er sinds eind februari 2021 een nieuwe effectentaks in voege. In het licht daarvan heeft de Administratie een FAQ uitgevaardigd die o.m. duidelijkheid verschaft over de inhouding van de effectentaks, en m.n. over de vraag wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor de inhouding van de taks, en hoe de aangifte en de doorstorting naar de Staatskas moet gebeuren.

Nieuwe effectentaks

De effectentaks die sinds eind februari 2021 van kracht is, is een jaarlijkse belastingheffing aan een tarief van 0,15%. De taks is niet ‘zomaar’ op elke effectenrekening verschuldigd vermits het moet gaan om effectenrekeningen van boven 1.000.000 euro. Hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde saldo van die effectenrekening(en) tijdens een referentieperiode. Om de gemiddelde waarde vast te stellen, moet concreet rekening worden gehouden met de waarde van de effectenrekeningen op het einde van elk kwartaal. Effectenrekeningen worden hier zeer ruim geïnterpreteerd. Naast aandelen worden ook o.m. kasbons, warrants, obligaties, certificaten van aandelen, en afgeleide beleggingsinstrumenten zoals trackers en turbo’s geviseerd.

Wie moet taks inhouden?

In principe moet de inhouding van de taks gebeuren door de Belgische tussenpersoon (financiële instelling) bij wie de effectenrekening wordt aangehouden. De rekeninghouder moet dan zelf geen actie meer ondernemen naar de Belastingen toe vermits die inhouding bevrijdend werkt. Wordt de effectentaks niet door een tussenpersoon ingehouden (zoals wanneer de effectenrekening bij een buitenlandse tussenpersoon, bv. Luxemburgse financiële instelling zit), dan staat de rekeninghouder zelf in voor de  aangifte (en betaling) van de effectentaks. Gebeurt dat niet, dan staan daar aanzienlijke sancties tegenover. Zoals vermeld, zal de inhouding van de taks door de Belgische tussenpersoon gebeuren, maar de FAQ legt de verantwoordelijkheid alsnog bij de rekeninghouder zo die inhouding toch niet heeft plaatsgevonden.

Elektronische aangifte

Zo de rekeninghouder de taks zelfs moet aangeven, zal dat elektronisch moeten ingediend worden via een formulier dat op MyMinfin ter beschikking komt. De deadline voor die aangifte valt samen met de ‘gewone’ deadline van de aangifte personenbelasting voor belastingplichtigen die hun aangifte zelf elektronisch indienen, dus midden juli van het jaar volgend op het jaar waarin de referentieperiode is geëindigd. Slechts in twee gevallen dient teruggevallen te worden op een papieren aangifte, nl. in het eerder uitzonderlijke geval dat de gevolmachtigde van de rekeninghouder, zoals een accountant niet over de nodige middelen beschikt om de aangifte elektronisch in te dienen, of alsnog zo de rekeninghouder een voorstel van vereenvoudigde aangifte voor de personenbelasting ontvangt.

Wanneer taks betalen?

Als de rekeninghouder zelf instaat voor de aangifte en de betaling, dan moet de betaling gebeuren uiterlijk 31 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de zgn.referentieperiode is geëindigd. De taks moet worden betaald op een welbepaalde rekening met een gestructureerde mededeling. Wanneer de taks niet binnen de wettelijke termijn is betaald, is van rechtswege 7 % interest verschuldigd te rekenen vanaf de dag waarop de betaling had moeten gebeuren.