- 31 augustus 2009
- Gepost door: Wouter
- Categorie: Tips & tricks
De regeling van het “gerechtelijk akkoord” wordt nu vervangen door een soepeler systeem met een uitdrukkelijk fiscaal regime voor de schuldverminderingen (Wet betreffende de continuïteit van ondernemingen van 31 januari 2009, BS 9 februari 2009) .
De onderneming heeft nu twee mogelijkheden om het faillissement te vermijden, één zonder en de andere met toezicht van de rechter.
Vooreerst kan men in de nieuwe regeling opteren voor “een buitengerechtelijke minnelijke akkoord”. De rechter zal hierop geen toezicht houden, evenmin zal het nieuwe fiscale regime hierop niet van toepassing zijn.
Indien de ondernemer wel bereid is zich onder het toezicht te plaatsen van de rechter en hij toont aan dat de continuïteit van de onderneming in gevaar is (onmiddellijk of op termijn), zal hij gebruik kunnen maken van de procedure “gerechtelijke reorganisatie”.
Deze procedure valt open in drie keuzes:
- De schuldenaar sluit onder toezicht van de rechter een minnelijk akkoord met alle schuldeisers of minstens twee;
- Er wordt een collectief akkoord gesloten over een reorganisatieplan dat gehomologeerd wordt door de rechter;
- De onderneming of een deel wordt onder gerechtelijk gezag overgedragen.
Fiscale vrijstelling voor de schuldeiser
In principe kan een schuldeiser een waardevermindering boeken op een vordering die onzeker wordt. Om deze fiscaal vrij te stellen moet er voldaan zijn aan de voorwaarden voor vrijgestelde reserves conform art. 48 WIB ‘92.
Wanneer dit verlies zeker en vaststaand is geworden, kunnen deze vorderingen fiscaal afgeboekt en dienen de waardeverminderingen teruggenomen te worden. De minwaarde kan als beroepskosten in aftrek genomen worden wanneer voldaan aan de voorwaarden gesteld in art. 49 WIB ‘92.
Faillissement
In principe is het verlies zeker en vaststaand bij een faillissement op het tijdstip van sluiting van het faillissement en het ging om beroepsmatige vorderingen.
De fiscus aanvaardt evenwel dat de minwaarde in aftrek genomen wordt op het moment dat de schuldeiser een voldoende geïndividualiseerd attest van de curator kan voorleggen waaruit blijkt dat de vordering als volledig verloren moet worden beschouwd.
Op BTW-vlak kan, sinds de wet van 7 april 2005, de BTW teruggevraagd worden op datum van het faillissementsvonnis.
Vóór faillissement
Door de nieuwe wet is artikel 48 WIB ‘92 aangepast. De nieuwe regeling voorziet in een fiscale vrijstelling voor de schuldeiser op “de schuldvorderingen op de medecontractanten waarvoor krachtens de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondermeningen door de rechtbank een reorganisatieplan is gehomologeerd of een minnelijk akkoord is vastgesteld, dit gedurende de belastbare tijdperken tot de volledige tenuitvoerlegging van het plan of van het minnelijk akkoord of tot het sluiten van de procedure”.
Fiscale vrijstelling voor de schuldenaar
In het verleden werd de kwijtschelding van de schuld fiscaal beschouwd als een belastbare winst bij de ontvanger. Hierdoor kwam de redding van de onderneming al eens in het gedrag.
Een nieuw artikel 48/1 WIB ‘92 moet hier een oplossing bieden. Het nieuwe artikel stelt dat “de winst die voortvloeit uit de minderwaarden die door de schuldenaar zijn opgetekend op bestanddelen van het passief ten gevolge van de homologatie van een reorganisatieplan door de rechtbank of ten gevolge van de vaststelling door de rechtbank van een minnelijk akkoord krachtens de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, wordt vrijgesteld volgens de nadere toepassingsregels die de Koning vaststelt.“
Teruggaaf BTW
Ook art. 77 W.BTW inzake de teruggaaf van BTW is aangepast en voorziet nu in afzonderlijke tijdstippen voor de drie vormen van de gerechtelijke reorganisatie:
- Bij een collectief akkoord ontstaat het recht op datum van homologatie door de rechtbank wanneer de vermindering is opgenomen in het reorganisatieplan
- Bij een minnelijk akkoord, op datum van het vonnis dat het akkoord vaststelt wanneer vermindering is opgenomen in het akkoord
- Op datum van de sluiting van de procedure van gerechtelijk reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag wat betreft de vordering die ten gevolge de overdracht niet aangezuiverd konden worden
Inwerkingtreding
De inwerkingtreding van de wet moet nog vastgesteld worden bij KB maar treedt uiterlijk in werking op 9 augustus 2009.