Jaarrekening: sociale balans geen onderdeel meer van de toelichting


 

De jaarrekening bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting. De toelichting omvatte ook de sociale balans. Dit is een instrument waarmee de ondernemingen rapporteren over hun werkgelegenheid, over hun inspanningen betreffende opleiding en over de uitwerking in hun onderneming van de verschillende werkgelegenheidmaatregelen van de overheid.

Sociale balans als een afzonderlijk document

Volgens de boekhoudrichtlijn kan de sociale balans een bestanddeel van de jaarrekening volgens het volledige schema blijven. Maar voor kleine en microvennootschappen die respectievelijk een verkort schema of een microschema mogen neerleggen, mag de sociale balans volgens deze richtlijn geen deel meer van de jaarrekening uitmaken.
Voortaan wordt de sociale balans voor alle vennootschappen als een afzonderlijk document opgevraagd. Alle vennootschappen moeten apart een sociale balans opstellen en neerleggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België, tenzij zij ervoor kiezen om deze informatie vrijwillig in hun jaarrekening op te nemen. Dit moet gebeuren binnen de 30 dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd en ten laatste 7 maanden na de afsluiting van het boekjaar door toedoen van de bestuurders of zaakvoerders.

Wanneer een onderneming klein is en haar jaarrekening volgens het verkort schema of het microschema heeft opgemaakt en openbaar gemaakt, moet zij aan de ondernemingsraad wel een jaarrekening volgens het volledig schema én een sociale balans volgens het meest uitgebreide schema meedelen. Deze meegedeelde jaarrekening en sociale balans moeten ook aan de algemene vergadering worden meegedeeld.

Inhoud sociale balans

Aan de inhoud van de sociale balans wordt niet geraakt. De sociale balans moet gegevens over het personeelsbestand vermelden en in het bijzonder een staat van de tewerkgestelde personen met uitsplitsing tussen enerzijds de personen waarvoor de vennootschap een DIMONA-verklaring heeft ingediend bij de RSZ of de werknemers ingeschreven in het algemeen personeelsregister; en anderzijds de uitzendkrachten en de ter beschikking van de vennootschap gestelde personen.

De sociale balans bevat ook een tabel van de personeelsbewegingen tijdens het boekjaar en een staat met inlichtingen over de opleidingsactiviteiten gevolgd door de werknemers, waarvan de kost geheel of gedeeltelijk ten laste is van de werkgever.

De opleidingen splitsen zich op in voortgezette (formele of informele) beroepsopleidingen en initiële beroepsopleidingen. Onder voortgezette beroepsopleiding verstaat men de opleiding gevolgd door één of meerdere personeelsleden, die op voorhand gepland is en als doel heeft de kennis van de werknemers te vergroten of de vaardigheden van de werknemers te verbeteren. Onder initiële beroepsopleiding verstaat men de opleiding gegeven aan personen in de onderneming tewerkgesteld in kader van de systemen van alternerend leren en werken en met als doel het behalen van een diploma of van een officieel certificaat.

Kleine vennootschappen kunnen de sociale balans opstellen volgens een verkort schema.