- 16 maart 2014
- Gepost door: Wouter
- Categorie: Tips & tricks
In 2006 is de “gewone” investeringsaftrek op nul gezet als compensatie voor de invoering van de notionele interestaftrek. Alleen een reeks specifieke investeringsaftrekken (voor octrooien, de ontwikkeling van groene technologie enz.) bleven bestaan. Maar KMO’s blijken relatief gezien minder gebruik te maken van de notionele interestaftrek (“aftrek voor risicokapitaal”). Daarom wordt de gewone investeringsaftrek nu opnieuw ingevoerd voor kleine vennootschappen in de zin van artikel 15 Wetboek Vennootschappen. |
Het betrokken wetsontwerp is ondertussen goedgekeurd in de Kamercommissies en zal tegen het einde van het jaar in het Staatsblad verschijnen. |
Voorlopig alleen 2014 en 2015 |
Het gaat voorlopig om een tijdelijke maatregel. Hij zal namelijk alleen toegepast kunnen worden voor investeringen die in 2014 of 2015 gedaan worden. Maar de regering zegt er nu al bij dat de maatregel gewoon verlengd kan worden na 2015. |
Het tarief is 4%, wat iets lager is dan het tarief van de gewone investeringsaftrek zoals die altijd is blijven bestaan voor zelfstandigen. Voor die laatste categorie bedraagt het tarief momenteel (aanslagjaar 2014) 4,5%, maar het wordt elk jaar herzien, zal dus volgend jaar misschien ook lager uitvallen. |
Geen cumul met notionele interestaftrek |
De heringevoerde investeringsaftrek kan voor hetzelfde boekjaar niet tegelijk met de notionele interestaftrek toegepast worden. En er zijn nog andere beperkingen. Alle activa die uitgesloten zijn van de notionele interestaftrek, komen ook voor de nieuwe investeringsaftrek niet in aanmerking. Het gaat dan ondermeer om “onredelijke” kosten, om beleggingen, of om de woning waarin de bedrijfsleider woont. |
Daarnaast is de nieuwe investeringsaftrek slechts beperkt overdraagbaar. Als de aftrek niet benut kan worden wegens te weinig winst, is hij slechts één keer overdraagbaar naar het volgende belastbare tijdperk. De andere investeringsaftrekken zijn overdraagbaar zonder beperking in de tijd (weliswaar beperkt qua bedrag). |
Band met activiteit |
Ten derde moeten de investeringen rechtstreeks verband houden met de werkelijke economische activiteit van de vennootschap. Het volstaat dus niet dat de investering past binnen het maatschappelijk doel van de vennootschap. Puur voor de vorm een zogenaamde stijlclausule opnemen in de statuten over bijvoorbeeld vastgoedactiviteiten of financiële verrichtingen, zal niets uithalen. De regering geeft zelf het voorbeeld van een artsenvennootschap die een appartement aan zee koopt. Een dergelijke aankoop past nooit binnen de werkelijke activiteit van een doktersvennootschap en geeft dus nooit recht op investeringsaftrek, ook al is het maatschappelijk doel zo ruim omschreven dat de aankoop eronder valt. De regering heeft duidelijk lessen getrokken uit de discussies die op dat punt gevoerd zijn in de context van de aftrek van beroepskosten… |
Ook voor toekomstige activiteit |
Interessant is dan weer dat ook investeringen meetellen die dienen voor een geplande activiteit. Het hoeft dus niet noodzakelijk om een bestaande activiteit te gaan. |
Afgezien daarvan zijn ook nog eens alle bestaande beperkingen van toepassing die voor de investeringsaftrek in het algemeen gelden. Zo krijgt men ook de nieuwe investeringsaftrek niet voor een investering in een personenauto, of voor activa die gebruikt worden door een derde. En het moet gaan om nieuwe activa. Ten slotte blijft ook de bestaande regel voor gedeeltelijk privé gebruikte onroerende goederen van kracht. In dat geval komen alleen de gedeelten die uitsluitend beroepsmatig gebruikt worden, in aanmerking voor de investeringsaftrek. |