- 16 september 2009
- Posted by: Wouter
- Categorie: Tips & tricks
Bij het verzoek moeten de leden vermeld worden die deel zullen uitmaken van de BTW-eenheid. Vervolgens heeft de Administratie één maand vanaf de indiening van het verzoek om desgevallend de toepassing van het systeem van BTW-eenheid te weigeren middels een gemotiveerde beslissing. Wordt geen weigering ontvangen zal de BTW-eenheid als BTW-plichtige worden aangemerkt vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand vann verstrijken van de termijn voor weigering.
Als BTW-plichtigen ervoor opteren om deel uit te maken van een BTW-eenheid, moeten zij minstens lid blijven tot 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van de maand die volgt op de maand waarin de weigeringstermijn is verstreken. Voor leden die verplicht moeten toetreden, gelden dezelfde termijnen.
Bij een latere vrijwillige of verplichte toetreding van een BTW-plichtige tot een bestaande BTW-eenheid is eveneens een gemotiveerd verzoek noodzakelijk. De toetredende BTW-plichtige moet dan ook lid blijven tot 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van zijn toetreding.
Van zodra aan minstens één van de verbondenheidscriteria niet langer is voldaan, moet het lid uittreden uit de BTW-eenheid. In zo’n geval, en ook in het geval van een vrijwillige uittreding (dit kan enkel als de minimumtermijn verstreken is), dient de vertegenwoordiger een verzoek in bij zijn controlekantoor. De uittreding heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend. De uittredende BTW-plichtige moet zijn controlekantoor binnen de maand na de uittreding ervan op de hoogte stellen.
In geval van vrijwillige of verplichte stopzetting van de BTW-eenheid dient de vertegenwoordiger een verzoek in bij zijn controlekantoor. De stopzetting heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het verzoek werd ingediend. Ook in dat geval moeten alle BTW-plichtigen die deel uitmaakten van de eenheid, individueel hun controlekantoor van deze stopzetting op de hoogte te brengen.
Recht op aftrek
De normale regels inzake aftrek en herziening zijn van toepassing, zoals op een gewone BTW-plichtige onderneming. Zo zal het recht op aftrek beoordeeld moeten worden op basis van de uiteindelijke bestemming van de aankopen.
Stelt de BTW-eenheid uitsluitend uitgaande handelingen met recht op aftrek, dan is de BTW op de aankopen van goederen en diensten door de leden in beginsel ook volledig aftrekbaar.
Zo zal bij een gemengd BTW-plichtige BTW-eenheid, wanneer geen gebruik maakt van de regeling van het werkelijk gebruik, zal de aftrek moeten geschieden op basis van een verhoudingsgetal dat op het niveau van de BTW-eenheid zal worden bepaald.
Stelt de BTW-eenheid uitsluitend handelingen zonder recht op aftrek (vrijgesteld door art. 44 WBTW), dan zal zij geen BTW kunnen aftrekken.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
In het kader van de invoering van de BTW-eenheid zal er ook nog een aanpassing worden doorgevoerd in het BTW-Wetboek. Die aanpassing betreft de regeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid. Bij BTW-eenheid zal elk lid hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de BTW-schulden, boeten, interesten en kosten die ontstaan zijn tijdens hun lidmaatschap van de BTW-eenheid.