- 30 december 2022
- Posted by: Wouter Devloo
- Categorie: Tips & tricks
Een doorgeefschenking is een techniek die de mogelijkheid biedt om een overdracht van vermogen te organiseren over twee generaties, waarbij er slechts éénmaal belasting (erfbelasting) moet betaald worden. Concreet zullen de ouders de erfenis aanvaarden van hun ouders (met betaling van erfbelasting) die dan vervolgens de erfenis belastingvrij kunnen schenken aan hun kinderen. Een dergelijke constructie is aan een aantal voorwaarden onderworpen, die Vlabel eind vorig jaar heeft verduidelijkt…
Probleem in de praktijk
In de praktijk komt het vaak voor dat grootouders een deel van hun vermogen willen schenken aan hun kleinkinderen en daarbij dus hun eigen kinderen willen overslaan. Dit staat beter gekend als “generation skipping”. Om dit enigszins fiscaal interessant te houden, verwerpen de ouders de nalatenschap in het voordeel van hun eigen kinderen (principe van de wettelijke plaatsvervulling). Hierdoor erven de kleinkinderen rechtstreeks van hun grootouders en moet er maar één keer erfbelasting betaald worden. Het nadeel is dat het verwerpen van een nalatenschap een “alles of niets-verhaal” is. Een deel van de nalatenschap verwerpen is immers niet mogelijk.
Doorgeefschenking als oplossing
Om hieraan tegemoet te komen, heeft de wetgever sinds 1 september 2018 het mogelijk gemaakt om als ouder bepaalde goederen verkregen via nalatenschap door te schenken aan de kinderen (de doorgeefschenkingen), vrij van schenkbelasting. De toepassing hiervan is echter aan voorwaarden onderworpen:
- De nalatenschap moet zijn opengevallen na 31 augustus 2018
- Op de nalatenschap moet reeds Vlaamse erfbelasting betaald zijn aan het tarief in rechte lijn en tussen partners
- De goederen die deel uitmaken van de doorgeefschenking moeten worden doorgeschonken bij notariële akte binnen het jaar na overlijden
- Aan de schenking mag geen opschortende voorwaarde of termijn verbonden zijn
- De vrijstelling moet tenslotte uitdrukkelijk worden gevraagd in de schenkingsakte.
- Voor onroerende goederen is ook vereist dat ze geheel of gedeeltelijk uit de nalatenschap afkomstig zijn om voor vrijstelling in aanmerking te komen. Is dat niet het geval, dan is schenkbelasting verschuldigd.
Twee limieten respecteren
De fiscale vrijstelling van de schenkbelasting kent enkele beperkingen.
De vrijstelling is beperkt tot het bedrag van de erfbelasting die geheven is op de goederen die doorgeschonken zijn. Daarnaast is de vrijstelling beperkt tot de brutowaarde van de met erfbelasting belaste goederen. In het slechtste geval zal er een proportionele mindering gebeuren. In de praktijk kan dit voorkomen bij vererving van effecten, die op het moment van de schenking in waarde zijn gestegen
Cijfervoorbeeld
Om het een en ander te verduidelijken heeft Vlabel een aantal scenario’s uitgewerkt en die toegelicht met cijfervoorbeeld.
Zo wordt een scenario aangehaald :
De nalatenschap bestaat uit één onroerend goed (met een waarde van 250.000 euro). Er zijn twee kinderen. De ouders schenken binnen het jaar dit onroerend goed en een eigen onroerend goed (met een waarde van 100.000 euro). Elk kind ontvangt een onroerende schenking van 175.000 euro Vermits het om een schenking van zowel erfenisvreemde als niet‑erfenisvreemde onroerende goederen gaat, en het tarief voor onroerende schenkingen progressief wordt berekend, wordt eerst de totale schenkbelasting berekend en vervolgens pro rata opgesplitst tussen het erfenisvreemd en het niet-erfenisvreemd onroerend goed.