- 3 oktober 2014
- Gepost door: Wouter
- Categorie: Tips & tricks
Waar gaat het over?
De klacht ging over de motivering van het toen geldende belastingreglement voor de periode 2007-2012.
De eigenaars waren het niet eens met de motivering omdat deze het gelijkheidsbeginsel zou schaden: eigenaars van tweede verblijven werden immers anders behandeld dan de vaste bewoners van de gemeente.
Inmiddels keurde de gemeenteraad op 20 december 2012 een nieuw belastingreglement goed voor de periode 2013 tot en met 2019.
Dit reglement is gemotiveerd en gebaseerd op onderrichtingen in de omzendbrief rond gemeentefiscaliteit van minister Bourgeois, dat de gemeenten toelaat een belasting op tweede verblijven in te voeren en het maximale belastingtarief op 1.000 euro vastlegt. Het is op basis van dit reglement dat de huidige aanslagbiljetten werden verstuurd.
De kans is echter reëel dat elke taks geheven op basis van dit nieuwe reglement ook zal vernietigd worden, onder meer omdat de vroegere motivering in grote lijnen werd overgenomen en de ongelijkheid waarover het Hof van Beroep struikelde dus is blijven bestaan.
De gemeente motiveerde immers de belasting op tweede verblijven als volgt:
“Overwegende dat de gemeente dient rekening te houden met de minderontvangsten die worden veroorzaakt door de verhuur of het gebruik van een woongelegenheid aan of door een persoon die er zijn hoofdverblijf niet vestigt, waardoor de gemeente op het vlak van de toekenning uit het Vlaams Gemeentefonds en uit andere overheidssubsidies (die het aantal in de gemeente ingeschreven inwoners als criterium gebruiken) inkomsten derft.”
In de procedures die aanleiding hebben gegeven tot de hoger vermelde arresten had de gemeente deze beweerde minderontvangsten echter ook ingeroepen ter verantwoording van de belasting.
Het hof van beroep heeft, na een grondige analyse van de financiële ontvangsten, vastgesteld dat deze minderontvangsten evenwel niet werden aangetoond.
Op heden toont de gemeente Koksijde in haar motivatie evenmin aan dat er een onevenwicht bestaat tussen de ontvangsten verkregen van eigenaars van tweede verblijven en ontvangsten verkregen van vaste inwoners van de gemeente.
Het hof van beroep stelde in dat verband tevens vast dat aangezien de gemeente er zelf voor kiest geen minimale aanvullende gemeentebelasting te innen ten laste van de vaste residenten, hierdoor de dotatie die de gemeente uit het Gemeentefonds ontvangt in grote mate verminderd wordt.
Op heden heeft de gemeente nog steeds geen aanvullende gemeentebelasting aan de drempelwaarde (5%) ingevoerd, zodoende blijft de redenering dewelke het Hof heeft opgebouwd ook hier van toepassing.
Inzake het huidige belastingreglement kan men dan ook niet om de vaststelling heen dat voormelde differentiatie tussen al dan niet vaste residenten wordt aangehouden.
Bovendien wordt op heden ook een gedifferentieerd belastingtarief gehanteerd, met als criterium de ligging van het tweede verblijf in de toeristische of niet toeristische zone van de gemeente.
Dit criterium houdt echter geen enkel verband met de beweerde minderontvangsten door de aanwezigheid van niet ingeschreven bewoners in de gemeente.
Wat kunt u doen?
De aanslagbiljetten voor de belasting op tweede verblijf voor het aanslagjaar 2014 worden op heden verstuurd.
Van zodra u deze ontvangt, heeft u 3 maand de tijd om een gemotiveerd bezwaarschrift bij de gemeente in te dienen.
Wordt uw bezwaar niet aanvaard, dan kan u de zaak aanhangig maken bij de bevoegde rechtbank.
Kan dit ook voor de belasting op een tweede verblijf te Knokke?
In het meest recente belastingreglement van 28 november 2013, van toepassing voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019, motiveert de gemeente Knokke de belasting op tweede verblijven op een andere manier:
“Overwegende dat de belasting op tweede verblijven bovenal een forfaitaire weeldebelasting is op het gebruik van een luxegoed, ongeacht het inkomen van de belastingplichtige;
Overwegende dat het grote aantal tweede verblijvers aanleiding geeft tot hoge kosten inzake veiligheid; Dat een verhoging van capaciteit bij de lokale politie en brandweer noodzakelijk is tijdens weekends en vakantieperioden en dat de politie ook meer controle dient te verrichten tegen inbraak wanneer de tweede verblijvers weg zijn;
Overwegende dat grote inspanningen geleverd worden om de gemeente op cultureel, sportief en toeristisch vlak op een hoog niveau te houden; Dat er heel wat evenementen en activiteiten georganiseerd worden zodat tweede verblijvers tijdens de weekends en in de vakantieperioden kunnen genieten van een boeiend verblijf. Deze activiteiten geven aanleiding tot hoge kosten;
Overwegende dat er eveneens grotere kosten zijn aan het onderhoud van het openbaar domein, in het bijzonder aan het strand en de zeedijk, een zone waar heel veel tweede verblijvers aanwezig zijn;
De gemeente zorgt er bovendien voor dat er extra huisvuilophalingen zijn in piekmomenten en levert meer inspanningen om het openbaar domein te verfraaien zodat de tweede verblijvers kunnen verblijven in een aangename, veilige en propere gemeente;
Overwegende dat de instroom van tweede verblijvers zorgt voor prijsverhogingen op de woonmarkt en hogere kadastrale inkomens. De gemeente is daardoor genoodzaakt om te investeren in sociale en betaalbare woningen;”
Wij zijn van mening dat uit deze motivering eveneens af te leiden is dat het de bedoeling is van de belasting om de kosten gemaakt voor de zorg voor de veiligheid, in die zin de kosten voor zogenaamd extra politiepersoneel en brandweer, alsook kosten voor evenementen en activiteiten en de kosten voor het onderhoud van de openbare ruimte, huisvuilophaling en verfraaiing van uw gemeente, in een niet nader bepaalde mate op de eigenaars van tweede verblijven te verhalen er hier aldus eveneens sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel, te meer de inwoners van de gemeente Knokke geen aanvullende gemeentebelasting te betalen.
U dient aldus best eveneens een gemotiveerd bezwaar in voor belastingen geheven door de gemeente Knokke.