- 29 oktober 2017
- Gepost door: Wouter
- Categorie: Tips & tricks
Teneinde u volledig en correct te informeren kan o.i. niet worden volstaan met de loutere en éénvoudige aanwijzing van het financiële voordeel dat u hieruit kan behalen.
Naar onze mening kan enkel in situaties waarin het voordeel van alle aard effectief werd aangerekend en op fiche werd opgenomen een bezwaar in de personenbelasting ingediend worden. Het is immers in eerste instantie in de personenbelasting dat het forfaitaire loonvoordeel kan worden teruggevraagd.
Verder gebiedt de eerlijkheid erop te wijzen dat er momenteel op het fiscale vlak een andere discussie woedt met betrekking tot privé onroerend goed in vennootschappen. Deze discussie situeert zich op het niveau van de aftrekbaarheid van de kosten met betrekking tot dit onroerend goed in de vennootschap (toepassing artikel 49 W.I.B.).
Het lijkt ons dan ook aangewezen om in alle gevallen waarin een bezwaar wordt ingediend, tevens een toetsing uit te voeren van de zogenaamde ‘bezoldigingstheorie’. Recente Cassatierechtspraak aanvaardt de aftrekbaarheid van de kosten op voorwaarde dat kan worden aangetoond dat de terbeschikkingstelling van het onroerend goed een vergoeding vormt voor werkelijke prestaties door de zaakvoerder of bestuurder. Daarom heeft BA ADVIES steeds de verloningsintentie duidelijk geacteerd en jaarlijks bevestigd naar aanleiding van de algemene vergadering van de vennootschap.
Indien u over dit laatste meer informatie wenst, kan u ons kantoor steeds contacteren.
De vraag die veelal gesteld wordt is concreet : wat zijn de kosten en wat is het verloop van de procedure, als u in bezwaar gaat?
Wat betreft de kosten en het concrete verloop van de procedure kunnen wij u als volgt informeren:
1) Bezwaarprocedure
Er dient een formeel en gemotiveerd bezwaarschrift ingediend te worden tegen de gevestigde aanslag bij de bevoegde dienst (vermeld op het aanslagbiljet).
Dit moet tijdig gebeuren (binnen 6 maanden en 3 werkdagen vanaf de verzendingsdatum vermeld op het aanslagbiljet in de personenbelasting).
Zodra de beslissing is getroffen, heeft u een termijn van 3 maanden om een gerechtelijke procedure op te starten. Mocht er geen beslissing zijn genomen binnen een termijn van 6 maanden, kan u rechtstreeks naar de rechtbank gaan zonder de beslissing af te wachten.
2) Gerechtelijke procedure
De gerechtelijke procedure vindt plaats voor de bevoegde rechtbank van eerste aanleg. Rolrechten zijn in principe niet verschuldigd (tenzij de verschuldigde belasting het bedrag van 250.000 EUR overschrijdt). De doorlooptijd van een gerechtelijke procedure verschilt per rechtbank. Gemiddeld moet u rekenen op 1 à 2 jaar.
Indien u in het gelijk wordt gesteld door de rechtbank, heeft u recht op terugbetaling van de teveel betaalde belasting, vermeerderd met moratoriumintresten, vanaf de maand nadat de belasting werd betaald, aan een tarief van 7% per jaar. Indien u in het gelijk wordt gesteld door de rechtbank, heeft u in principe ook recht op een rechtsplegingsvergoeding die wordt berekend in functie van de waarde van de belasting. De tarieven vindt u hieronder terug:
Schijf
Basisbedrag
Tot 250 EUR – 180 EUR
250,01 tot 750 EUR – 240 EUR
750,01 tot 2.500 EUR – 480 EUR
2.500,01 tot 5.000 EUR – 780 EUR
5.000,01 tot 10.000 EUR – 1.080 EUR
10.000,01 tot 20.000 EUR – 1.320 EUR
20.000,01 tot 40.000 EUR – 2.400 EUR
40.000,01 tot 60.000 EUR – 3.000 EUR
60.000,01 tot 100.000 EUR – 3.600 EUR
100.000,01 tot 250.000 EUR – 6.000 EUR
Indien u in het ongelijk wordt gesteld door de rechtbank, wordt u veroordeeld tot dezelfde rechtsplegingsvergoeding op voorwaarde dat de fiscus beroep heeft gedaan op een advocaat hetgeen uitzonderlijk is in eerste aanleg. Indien tot een akkoord wordt gekomen met de fiscus (akkoordconclusie en akkoordvonnis), is het de gewoonte dat geen rechtsplegingsvergoeding wordt toegekend.