- 25 mei 2014
- Gepost door: Wouter
- Categorie: Tips & tricks
De meerwaarde wordt vervolgens gespreid belast over de afschrijvingsperiode van de activa waarin is herbelegd. Indien niet voldaan is aan de herbeleggingsvoorwaarde dan zal de meerwaarde of het deel dat nog niet gespreid is belast, vooralsnog aangemerkt worden als een inkomen van het belastbare tijdperk waarin de herbeleggingstermijn is verstreken.
Bovendien zijn nalatigheidsinteresten verschuldigd op de belastingen die verhoudingsgewijs verband houden met de uiteindelijk belastbaar geworden meerwaarden. Deze interesten zijn verschuldigd vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarvoor de voorlopige vrijstelling van de meerwaarde werd verleend.
In een recente parlementair antwoord is door de minister van Financiën bevestigd dat er geen belastingen verschuldigd zijn indien er geen belastbare grondslag is voor het belastbare tijdperk waarbinnen de herbeleggingstermijn verstrijkt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er fiscale verliezen kunnen worden aangerekend. Het gevolg is bovendien dat er dus geen berekeningsgrondslag is voor nalatigheidsinteresten waardoor deze gelijk zijn aan nul.
De minister verduidelijkt verder dat evenmin nalatigheidsinteresten verschuldigd zijn indien de verwezenlijkte meerwaarde reeds volledig is belast voor het belastbare tijdperk waarin de herbeleggingstermijn verstrijkt.
Dit kan goed nieuws zijn voor de ondernemingen die geopteerd hebben voor een gespreide taxatie en die bijvoorbeeld omwille van financiële redenen de geplande herbelegging niet kunnen uitvoeren.