Hoe je woninglening voortaan aangeven?

 

Voort­aan zijn de ge­wes­ten be­voegd voor het be­las­ting­voor­deel van de eigen wo­ning, maar in wezen is er niets ver­an­derd. In alle ge­wes­ten geven de ka­pi­taal­a­f­los­sin­gen, in­tres­ten en pre­mies voor een schuld­sald­over­ze­ke­ring nog al­tijd recht op de­zelf­de voor­de­len. U kunt dit jaar in uw be­las­ting­aan­gif­te een fis­ca­le korf op­ne­men met een ba­sis­be­drag van 2.280 euro.
Daar­bo­ven­op kun­nen twee toe­sla­gen wor­den toe­ge­kend: 

·         760 euro tij­dens de eer­ste 10 jaar van de le­ning

·         en 80 euro voor wie in het jaar waar­in de le­ning werd af­ge­slo­ten drie of meer kin­de­ren had.

Het be­las­ting­voor­deel hangt nog al­tijd af van uw in­ko­men: het hoog­ste be­las­ting­ta­rief,

·         met een mi­ni­mum van 30 pro­cent 

·         en een maxi­mum van 50 pro­cent (ex­clu­sief ge­meen­te­be­las­tin­gen).

Maar ook al ver­an­dert er niets aan het be­las­ting­voor­deel toch ziet de aan­gif­te van de woon­le­ning er an­ders uit.
Welke codes u moet in­vul­len, hangt af van het feit of u nog steeds in de ge­fi­nan­cier­de wo­ning woont en u in­tus­sen ander vastgoed kocht.

 

Sce­na­rio 1: U woont nog in de wo­ning en hebt geen ander vastgoed

 

Dat is het een­vou­dig­ste sce­na­rio: u bezit maar één wo­ning. Voor le­nin­gen af­ge­slo­ten vanaf 2005 wordt de ge­wes­te­lij­ke woon­bo­nus toe­ge­kend onder de­zelf­de voor­waar­de en mo­da­li­tei­ten als de voor­gaan­de jaren.

Ook het in­vul­len van het be­las­ting­for­mu­lier blijft re­la­tief een­vou­dig, al kunt u niet lan­ger uw aan­gif­te van vorig jaar zo­maar kopiëren. De codes zijn ge­wij­zigd: u moet in ru­briek B de code 3370 in­vul­len en niet lan­ger de code 1370. Die laat­ste code staat nu onder ru­briek C en is be­stemd voor wie nog de (fe­de­ra­le) woon­bo­nus kan clai­men, maar de wo­ning niet lan­ger be­trekt.

 

Sce­na­rio 2: U woont nog in de wo­ning, maar hebt ook ander vastgoed

 

U leen­de des­tijds voor uw ge­zins­wo­ning en kon aan­spraak maken op de woon­bo­nus? Maar u hebt in­tus­sen een twee­de ver­blijf ge­kocht of een pand om te ver­hu­ren? Het vol­staat dat u op 31 de­cem­ber van het jaar van de le­ning ei­ge­naar was van slechts één wo­ning. Als u later een an­de­re wo­ning koopt, blijft u het ba­sis­be­drag van de woon­bo­nus krij­gen. De jaar­lijk­se toe­sla­gen van 760 euro en 80 euro boven op het ba­sis­be­drag ver­liest u wel. U be­houdt de ver­hoog­de af­trek al­leen als u een niet voor be­wo­ning be­stemd on­roe­rend goed aan­schaft, zoals een ga­ra­ge of bouw­grond.

U geeft de be­ta­ling aan in ru­briek B bij de codes 3370 en 4370. U moet er wel op let­ten dat u de la­ge­re grens­be­dra­gen ge­bruikt van 2.280 euro. Voorts moet u ook aan­ge­ge­ven dat de wo­ning niet lan­ger uw enige wo­ning is en dus ‘nee’ ant­woor­den op die vraag.

 

Sce­na­rio 3: U ver­liet de wo­ning vóór 2014

U leen­de des­tijds voor uw enige en eigen wo­ning en ge­noot daar­voor de woon­bo­nus. Maar u bent vóór 2014 ver­huisd. Mis­schien trok u in bij uw part­ner, huur­de een huis of kocht een nieu­we stek. U bleef wel ei­ge­naar van de des­tijds ge­koch­te wo­ning en be­taalt de le­ning ook ver­der af.

Op datum van de be­ta­ling van de ka­pi­taal­a­f­los­sin­gen, in­tres­ten of bij­dra­gen voor de in­di­vi­du­e­le le­vens­ver­ze­ke­ring was de wo­ning waar­voor de le­ning werd aan­ge­gaan dus niet lan­ger uw ‘eigen’ wo­ning. De be­ta­lin­gen komen om die reden niet lan­ger in aan­mer­king voor een ge­wes­te­lijk be­las­ting­voor­deel, maar wel voor een fe­de­raal voor­deel. U maakt daar­voor ge­bruik van vak IX C. U hebt de keuze uit:

A. De fe­de­ra­le woon­bo­nus voor le­nin­gen die vroe­ger in aan­mer­king kwa­men voor de woon­bo­nus (codes 1370 en 2370 en vol­gen­de). Wie al­leen maar ver­huis­de zon­der ei­ge­naar te wor­den van een nieu­we wo­ning  heeft nog al­tijd recht op het ba­sis­be­drag en de toe­sla­gen. Voor wie een nieu­we wo­ning kocht en dus ei­ge­naar is van een twee­de wo­ning geldt slechts het ba­sis­be­drag, zon­der dat u nog recht hebt op de ver­ho­gin­gen.

B. De fe­de­ra­le be­las­ting­ver­min­de­ring voor het lan­ge­ter­mijnspa­ren en/of de ge­wo­ne in­tres­taf­trek (codes 1358/2358).

 

U zult moe­ten na­re­ke­nen welk sys­teem het groot­ste voor­deel op­le­vert.

De woon­bo­nus is niet nood­za­ke­lijk de meest voor­de­li­ge keuze. Waar­om?

De ei­ge­naars van een wo­ning die die niet be­trek­ken, moe­ten ver­plicht het ka­das­traal in­ko­men op­ne­men in hun be­las­ting­aan­gif­te. En daar­om kan een ge­wo­ne in­tres­taf­trek in­te­res­sant zijn. De be­taal­de in­te­res­ten wor­den daar­door in min­de­ring  ge­bracht van de be­last­ba­re on­roe­ren­de in­kom­sten.

Bent u beter of slech­ter af?
 Ei­gen­lijk is er wei­nig ver­an­derd in ver­ge­lij­king met vroe­ger. De be­las­ting­be­spa­ring blijft de­zelf­de. De enige wij­zi­ging is dat de fis­ca­le korf voor de fe­de­ra­le woon­bo­nus en de fe­de­ra­le be­las­ting­ver­min­de­ring voor het lan­ge­ter­mijnspa­ren niet geïndexeerd is, en dus  2.260 euro be­draagt.

Sce­na­rio 4: U ver­liet de wo­ning in 2014

U leen­de des­tijds voor uw wo­ning waar­voor u sinds jaar en dag de woon­bo­nus of het oude fis­ca­le re­gime ge­niet. Maar u ver­huis­de in 2014 en blijft de lo­pen­de le­ning ge­woon af­be­ta­len. Als u niet we­gens so­ci­a­le of be­roeps­re­de­nen ver­huist naar een huur­wo­ning of wo­ning van een derde, moet u de uit­split­sing maken tus­sen de be­ta­lin­gen vóór en na de ver­hui­zing.

Vóór de ver­hui­zing ge­nie­ten de be­ta­lin­gen de ge­wes­te­lij­ke woon­bo­nus. Die vraagt u aan in vak IX B. Na de ver­hui­zing heb­ben de be­ta­lin­gen voor de le­ning niet lan­ger be­trek­king op de ‘eigen wo­ning’. Daar­door valt u terug op de fe­de­ra­le va­ri­ant van de woon­bo­nus, waar­voor u vak IX C in­vult.