Blauwdruk regering : in welke richting gaat fiscale landschap worden hertekend?

De minister van Financiën Vincent Van Peteghem lanceerde afgelopen zomer zijn visienota voor het doorvoeren van een brede fiscale hervorming. Deze nota vormt zeker nog geen finaal akkoord tussen de regeringspartijen, maar geeft wel aan in welke richting er gedacht wordt om het fiscale landschap in de volgende jaren te hertekenen. We lichten de voornaamste denkpistes toe die in de nota zijn opgenomen.

Hervorming personenbelasting

Vooreerst wenst de regering een grondige hervorming van de personenbelasting door te voeren. Hierbij denkt men aan een model dat aansluit bij een “dual income tax”-systeem. Dit betekent dat activiteits- en vervangingsinkomsten aan een progressieve belasting onderworpen blijven, maar dat vermogenswinsten (zoals dividenden, huurinkomsten en meerwaarden) belast worden aan evenredige tarieven.

Omdat de regering de lasten op arbeid wil verlagen zou er een wijziging in de belastingschijven plaatsvinden. Het tarief van 35% wordt (opnieuw) ingevoerd en het hoogste tarief van 50% zou pas van toepassing zijn vanaf een inkomen van € 84.740. Dat bedrag is dubbel zo hoog als de zwaarst belaste inkomensschijf vandaag. Bovendien zou de belastingvrije som gevoelig stijgen, namelijk van € 9.270 naar € 13.390.

    Vandaag
(AJ 2023)
Voorstel
Belastingvrije som € 9.270 € 13.390
Schijf 1 € 0 – € 13.870 25% 25%
Schijf 2 € 13.870 – € 24.480 40% 35%
Schijf 3 € 24.480 – € 42.370 45% 40%
Schijf 4 Boven € 42.370 50% 45%
Schijf 5 Boven € 84.740 / 50%

x
Verder is het ook belangrijk op te merken dat men het belastingregime voor huurinkomsten wenst aan te passen. Momenteel ondergaan huurinkomsten vaak een voordelige taxatie gebaseerd op het kadastraal inkomen van het onroerend goed. Voortaan zouden de reële huurinkomsten belast worden, na aftrek van een forfaitaire kostenaftrek van 30% (of de werkelijke kosten indien deze hoger zouden zijn en bewezen worden). De eigen woning blijft evenwel onbelast.

Wie momenteel een lening aangaat voor de aankoop van een niet-eigen woning kan aanspraak maken een belastingvoordeel via de korf van het lange termijnsparen. Dit voordeel, dat sinds de afschaffing van de woonbonus voor veel discussie zorgt, zou bij deze hervorming dan ook verdwijnen.

Lagere vennootschapsbelasting voor KMO’s

Het huidige basistarief in de vennootschapsbelasting bedraagt 25%. KMO-vennootschappen die aan bepaalde voorwaarden voldoen kunnen daarentegen aanspraak maken op een verlaagd tarief van 20% tot een winst van maximaal € 100.000.

Het KMO-tarief zou verlaagd worden van 20% naar 15%, en de belastingschijf waarop dit verlaagd tarief van toepassing is zou worden verhoogd van € 100.000 naar € 200.000. Keerzijde is wel dat de bezoldigingsvoorwaarde – zijnde één van de voorwaarden om van dit verlaagd tarief te kunnen gebruik maken  – wordt aangescherpt. Zo zou de minimale bezoldiging van € 45.000 opgetrokken worden (mogelijks door een jaarlijkse indexatie) en mogen belastbare voordelen van alle aard die de bedrijfsleider toegekend krijgt niet langer in rekening worden gebracht.

Lagere roerende voorheffing, maar afschaffing uitzonderingsregimes

De roerende voorheffing op intresten, dividenden en andere inkomsten uit roerende goederen zou dalen van 30% naar 25%. Uitzonderingsregimes zouden echter uitdoven, weliswaar met respect voor verworven rechten. Hoewel dit niet wordt gespecifieerd kan hierbij gedacht worden aan de afschaffing van het VVPRbis-regime en de liquidatiereserves. Men zou wel een vrijstelling voorzien op de eerste € 6.000 aan vermogensinkomsten (huur, dividenden,…) per jaar.

Meerwaardebelasting op aandelen

Wanneer er een meerwaarde gerealiseerd wordt bij de verkoop van aandelen, dan is deze in beginsel belastingvrij. In de nota wordt voorgesteld om de gerealiseerde meerwaarden op aandelen, obligaties en andere financiële producten een belasting van 15% te laten ondergaan. Vermoedelijk zullen de meerwaarden die gerealiseerd worden bij de verkoop van aandelen op naam niet ontzien worden. Dit betekent dat een ondernemer die de aandelen van zijn vennootschap verkoopt, belast zal worden op de meerwaarde die hij hierbij realiseert. Historische meerwaarden zouden evenwel buiten schot blijven. Hoe deze berekend moeten worden blijft een vraagteken.

De visienota van de minister van Financiën formuleert een aantal denkpistes die een belangrijke impact kunnen hebben op uw familiale vermogensplanning. Denk hierbij aan hoe u zichzelf zo fiscaal vriendelijk mogelijk verloont (rekening houdende met de mogelijke verlaging van de vennootschapsbelasting, de afschaffing van het VVPRbis-regime en de liquidatiereserves en de verlaging van belastingtarieven in de personenbelasting) en de structurering van uw vermogen (rekening houdende met een nakende meerwaardebelasting bij de verkoop van aandelen en de belasting op de reële huurinkomsten van investeringsvastgoed). Het is dan ook belangrijk de vinger aan de pols te houden en in het licht van deze fiscale hervorming uw vermogensplanning te onderwerpen aan een update en deze indien nodig bij te sturen.