Corona premies hoe worden die belast?

Om zelfstandigen die de deuren moesten sluiten of hun activiteiten fors zagen terugvallen door de coronacrisis te loodsen, kwamen er heel wat steunmaatregelen.
Door de pandemie werd het klassieke overbruggingsrecht van de federale overheid aangevuld met een ‘crisisoverbruggingsrecht’ en een ‘heropstartoverbruggingsrecht’. De uitkering moet worden aangevraagd bij het sociaal verzekeringsfonds. De tegemoetkoming en de belastbaarheid hangen af van het type.

1. Klassiek overbruggingsrecht

De essentie

Voor u? Als u een zelfstandige bent en een uitkering kreeg om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen.
Wat onthouden? De uitkering die u hebt gekregen, zal worden belast. Alleen voor meewerkende echtgenoten is de uitkering belastingvrij.
Het klassieke overbruggingsrecht is een soort werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen, helpers, meewerkende echtgenoten, zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten. Ze kunnen er – als aan de voorwaarden is voldaan – een beroep op doen bij onder meer een faillissement, een gedwongen stopzetting van de zelfstandige activiteit door omstandigheden buiten hun wil, de stopzetting na een collectieve schuldenregeling en de stopzetting ten gevolge van economische moeilijkheden.
Een alleenstaande kan een tegemoetkoming krijgen van 1.291,69 euro per maand gedurende maximaal 12 maanden tijdens de hele loopbaan. Voor een zelfstandige met gezinslast is dat 1.614,10 euro. Hebt u al langer dan 15 jaar bijgedragen aan het sociaal verzekeringsfonds? De maximale periode van 12 maanden wordt verdubbeld tot 24 maanden. Echter, per onderbreking blijft het overbruggingsrecht beperkt tot maximaal 12 maanden. Behalve de uitkering behoudt u tijdens de periode waarin u uw activiteiten noodgedwongen moet stopzetten ook uw sociale rechten.
Het klassieke overbruggingsrecht moet u altijd in uw belastingaangifte opnemen. Het wordt belast als een vervangingsinkomen – ongeacht de hoedanigheid van de begunstigde – tegen de gebruikelijke progressieve tarieven (van 25 tot 50 procent, exclusief gemeentebelasting). Er is wel een belastingvermindering voor vervangingsinkomsten van maximaal 1.828,41 euro.

2. Crisisoverbruggingsrecht

Het crisisoverbruggingsrecht wordt sinds 1 maart 2020 betaald aan zelfstandigen die als gevolg van de coronamaatregelen hun activiteit moesten stopzetten of sterk zagen terugvallen, omdat ze grotendeels afhangen van bedrijven die verplicht moesten sluiten. Het is er ook voor ondernemingen die niet verplicht waren te sluiten, maar die door Covid-19 een verminderde activiteit hadden en daardoor minstens 7 opeenvolgende dagen per maand moesten sluiten. De regeling is er voor zelfstandigen in zowel hoofd- als bijberoep.
Het crisisoverbruggingsrecht bedraagt – net als het klassieke overbruggingsrecht – 1.291,69 euro per maand voor een alleenstaande en 1.614,10 euro voor een zelfstandige met gezinslast. Sinds 1 oktober 2020 zijn die bedragen verdubbeld voor wie gedwongen werd zijn activiteiten volledig te onderbreken door de overheidsmaatregelen of door een sterke afhankelijkheid van deze categorie: 2.583,38 euro voor een alleenstaande zelfstandige en 3.228,20 euro voor een zelfstandige met gezinslast. Onder meer horecazaken, traiteurs, nachtclubs een foorkramers komen hiervoor in aanmerking. De maatregel werd al verlengd tot en met 30 juni 2021, weliswaar in een nieuw jasje (zie kader).
Hoe worden deze belast?
De belasting op het crisisoverbruggingsrecht hangt af van het belastingstelsel van uw normale beroepsactiviteiten.

1. Zelfstandigen met winst of baten
Voor belastingplichtigen met winsten of baten wordt de gedwongen onderbreking van de activiteiten door covid beschouwd als overmacht.
Het crisisoverbruggingsrecht wordt belast
  • als een compensatievergoeding tegen een tarief van 16,5 procent (plus gemeentebelasting), tenzij globalisatie (en dus de normale belastingberekening) voordeliger is.
    Dat tarief is er alleen als de ‘vierjarengrens’ niet is overschreden. Als het bedrag van het overbruggingsrecht (de som van het klassieke en crisisoverbruggingsrecht) hoger is dan de belastbare nettowinst of de nettobaten in de 4 jaar vóór het jaar met de verminderde activiteit (in principe 2016-2019), wordt het deel van de uitkering boven de grens belast tegen de gebruikelijke progressieve tarieven (van 25 tot 50 procent, plus gemeentebelasting).Zelfstandige bedrijfsleiders
2. Voor zelfstandige bedrijfsleiders of werknemers die als zelfstandig helper optreden, geldt er geen uitzondering.
  • Het ontvangen overbruggingsrecht wordt beschouwd als een vervangingsinkomen en belast tegen de normale progressieve tarieven (van 25 tot 50 procent, plus gemeentebelasting).
    U kunt wel in aanmerking komen voor een belastingvermindering voor vervangingsinkomsten. Die bedraagt maximaal 1.828,41 euro.

3.Meewerkende echtgenoten

  • is het crisisoverbruggingsrecht belastingvrij.

3. Heropstart-overbruggingsrecht of relance-uitkering

Het overbruggingsrecht om een heropstart te ondersteunen, biedt een minimuminkomen aan zelfstandigen die hun activiteit na een verplichte sluiting van minstens één volledige kalendermaand en dat tot en met 3 mei 2020 of langer kunnen hervatten.
Ze moeten ook een omzetverlies hebben geleden, door bijvoorbeeld beperkte openingstijden of een beperkt aantal klanten.
Het heropstart- of relanceoverbruggingsrecht kon voor de periode van 1 juni tot en met 31 december 2020 worden aangevraagd en was onder meer bestemd voor niet-voedingswinkels, kappers en reisbureaus.
Een voorwaarde is dat er een omzetdaling of vermindering van bestellingen van minstens 10 procent is in vergelijking met hetzelfde kwartaal van 2019. De bedragen waar u recht op hebt, zijn dezelfde als die voor het normale overbruggingsrecht: 1.291,69 euro voor een alleenstaande en 1.614,10 euro voor een zelfstandige met gezinslast. De regeling is er voor zelfstandigen in zowel hoofd- als bijberoep.
De aanvraag moe(s)t gebeuren binnen de twee kwartalen volgend op het kwartaal waarin de activiteiten gestopt of verminderd werden. Concreet had u de tijd tot eind 2020 om dit heropstartoverbruggingsrecht voor de maand juni aan te vragen. Voor de maanden juli, augustus en september 2020 was dat tot eind maart 2021. Voor de maanden oktober, november en december hebt u nog de tijd tot 30 juni 2021.
Hoe worden deze belast?
Het ontvangen heropstartoverbruggingsrecht wordt zowel
  • voor zelfstandigen met baten en winsten
  • als voor zelfstandige bedrijfsleiders
  • en zelfstandige helpers beschouwd
  • als een vervangingsinkomen.

Het wordt belast tegen de normale progressieve tarieven.

Er kan wel een belastingvermindering zijn voor vervangingsinkomsten van maximaal 1.828,41 euro.
Voor meewerkende echtgenoten is de tegemoetkoming belastingvrij.

4. Corona-ouderschapsverlof

De regering besliste om een tijdelijk corona-ouderschapsverlof in te voeren voor zelfstandigen die door de coronacrisis hun activiteiten in de periode van mei tot en met eind september 2020 verminderden om hun kinderen op te vangen.
De kinderen moeten jonger zijn dan 12 jaar (21 jaar voor kinderen met een beperking). Zelfstandigen hebben er ook recht op als ze zelf in quarantaine moeten en hierdoor hun activiteiten moeten stopzetten. Een uitzondering zijn zelfstandigen die naar een zone zijn gereisd die al voor het vertrek rood was en zelfstandigen die in quarantaine hun werk volledig van thuis uit kunnen doen. Het moet telkens gaan over een stopzetting van de activiteiten van minstens 7 kalenderdagen (opeenvolgende dagen als u zelf in quarantaine moet).
De uitkering bedroeg 532,24 euro per maand. Vanaf juli 2020 werd dat bedrag opgetrokken tot 638,69 euro voor een kind met beperkingen. Bent u een alleenstaande ouder? U kon aanspraak maken op een verhoogde uitkering van 875 euro per maand; vanaf juli 2020 werd dat 1.050 euro.
Die uitkering moet u aangeven in uw belastingaangifte.
Hoe worden die belast?
Ze wordt belast als een vervangingsinkomen
ongeacht de hoedanigheid van de begunstigde – tegen de gebruikelijke progressieve belastingtarieven (van 25 tot 50 procent, plus gemeentebelastingen).
Bent u een getrouwd of een wettelijk samenwonend koppel en werkt u allebei als zelfstandige?
Beiden konden aanspraak maken op de uitkering voor corona-ouderschapsverlof.
Let wel, die uitkering kon niet gecumuleerd worden met een andere uitkering die u als zelfstandige hebt ontvangen in dezelfde maand, zoals het crisisoverbruggingsrecht of het klassieke overbruggingsrecht.
Een combinatie met uitkeringen die u ontvangt naar aanleiding van een ander sociaal statuut (bijvoorbeeld als werknemer) is wel mogelijk.

Vlaamse en lokale steunmaatregelen zijn vrijgesteld

Behalve de federale overheid hebben ook de gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten steunmaatregelen voor ondernemingen en zelfstandigen uitgewerkt.
Die vergoedingen zijn belastingvrij en moet u niet in uw belastingaangifte opnemen.
Het gaat onder meer om
  • de Vlaamse coronahinderpremie (4.000 euro),
  • de coronacompensatiepremie (3.000 euro in hoofdberoep en 1.500 euro in bijberoep),
  • de corona-ondersteuningspremie (2.000 euro in hoofdberoep en 1.000 euro in bijberoep)
  • en het Vlaams Beschermingsmechanisme (7,5 of 10 procent van de omzet).
De vergoedingen zult u wel terugvinden op uw belastingafrekening, het aanslagbiljet.
Dat om de bestaansmiddelen (voor bijvoorbeeld personen ten laste) correct te kunnen berekenen.

Crisisoverbruggingsrecht in 2021

Sinds begin 2021 is het crisisoverbruggingsrecht hervormd.
Het bestaat uit 3 pijlers en geldt (voorlopig) tot en met juni 2021. Dat zal van belang zijn voor uw belastingaangifte van volgend jaar (aanslagjaar 2022). De drie pijlers zijn:
1. Verplicht gesloten of afhankelijk van een verplicht gesloten sector
Zelfstandigen die hun zaak verplicht minstens één dag moeten sluiten per maand of die volledig hebben moeten sluiten omdat ze afhankelijk zijn van sectoren die verplicht op slot gingen, komen in aanmerking voor een dubbel crisisoverbruggingsrecht: 2.583,38 euro per maand voor een alleenstaande en 3.228,2 euro met gezinslast.
2. Aanzienlijke omzetdaling
Oefent u uw zelfstandige activiteit – ongeacht eventuele sluitingen of de sector waarin u actief bent – nog uit, maar daalde uw omzet met minstens 40 procent in vergelijking met dezelfde maand in 2019, dan kunt u aanspraak maken op de uitkering van het crisisoverbruggingsrecht van 1.291,69 euro voor een alleenstaande en 1.641,10 euro met gezinslast. Er is geen verdubbeling.
3. Quarantaine of de opvang van een kind
Bij een onderbreking van uw activiteiten gedurende minstens zeven kalenderdagen wegens een quarantaineverplichting buiten uw wil of omdat uw kind niet naar school of de opvang kan, hebt u recht op de klassieke overbruggingsuitkering.
Ze kan voor eenzelfde maand niet worden gecombineerd met een van de overbruggingsrechten hierboven. Voor de afkoelingsweek vóór de paasvakantie (week van 29 maart 2021) wordt een uitzondering toegestaan op de minimumtermijn van 7 dagen: een sluiting van minimaal 5 dagen om in de opvang te voorzien van kinderen volstaat.
Het bedrag hangt af van de duur van de onderbreking.
Voor een duur tussen 7 en 13 dagen is er bijvoorbeeld een uitkering van 322,92 euro voor een alleenstaande. Iemand met een gezinslast krijgt 403,53 euro.

De juiste codes

Waar u de uitkeringen naar aanleiding van de coronacrisis moet aangeven, hangt af van het type.
Klassiek overbruggingsrecht
Het klassieke overbruggingsrecht geeft u aan in vak IV onder de titel ‘D. Vervangingsinkomsten’ bij de code 1271/2271. De bedragen staan vermeld op een fiche 281.18, die het sociaal verzekeringsfonds opstelt.
Crisisoverbruggingsrecht
Zelfstandigen met winsten moeten vak XVII invullen. Bij de rubriek ‘6. Vergoedingen’ geeft u bij de code 1605/2605 het deel aan dat tegen 16,5 procent wordt belast en bij de code 1610/2610 het deel dat tegen de progressieve tarieven wordt belast. Vrije beroepers met baten vullen in vak XVIII bij de rubriek ‘8. Vergoedingen en premies’ respectievelijk de codes 1655/2655 en 1661/2661 in.
Zelfstandige bedrijfsleiders of zelfstandige helpers moeten de uitkering aangeven in vak IV onder de titel ‘Vervangingsinkomen’ bij de code 1271/2271. Het verkregen overbruggingsrecht zal vermeld staan op een fiche 281.18. Meewerkende echtgenoten hoeven niets aan te geven.
Heropstartoverbruggingsrecht
Het heropstartoverbruggingsrecht moet u aangeven in vak IV onder de titel ‘D. Vervangingsinkomen’ bij de code 1271/2271. De uitkering zal vermeld staan op een fiche 281.18. Meewerkende echtgenoten moeten niets aangeven.
Corona-ouderschapsverlof
De uitkering voor corona-ouderschapsverlof staat vermeld op een fiche 281.18 en moet in uw aangifte vermeld worden in vak IV onder de titel ‘D. Vervangingsinkomen’ bij de code 1271/2271.