Corona: verkijk je niet op ontvangen vergoeding!

Wie tijdelijk werkloos is door het coronavirus, zal minder overhouden van die uitkering dan 70 procent van zijn normale loon. Bovendien kan met de belastingaanslag volgend jaar nog een bijkomende afrekening volgen.

De uitkering van de RVA voor wie werkloos is door corona bedraagt in principe 70 procent van het brutoloon.
Dat is een versoepeling, want normaal bedraagt de uitkering 65 procent. Bovendien besliste de regering vorige vrijdag dat wie tijdelijk werkloos is door corona ook een supplement van 5,63 euro per dag netto ontvangt. Dat komt neer op 150 euro per maand.

Toch zal de meerderheid van de getroffen werknemers terugvallen op minder dan 70 procent van zijn netto-inkomen.
De berekening van hoeveel netto overblijft, is ingewikkeld.
Ze hangt af van de gezinssituatie (gehuwd of alleenstaande, kinderen ten laste of niet…) van de werknemer. Bovendien vallen voor de lagere lonen fiscale kortingen weg, terwijl voor de hogere lonen de uitkering berekend wordt op een geplafonneerd loon van 2.754,76 euro.
Op die uitkeringen wordt 26,75 procent bedrijfsvoorheffing ingehouden en geen socialezekerheidsbijdrage.

B&A Advies simuleerde de inkomensimpact van een volledige tijdelijke werkloosheid door corona voor een alleenstaande zonder kinderen, en voor een gehuwde werknemer met twee kinderen ten laste en een partner met een eigen inkomen (zie tabel).
De berekeningen gebeurden voor een lager loon (2.000 euro bruto), een gemiddeld loon (3.600 bruto) en een hoger loon (6.000 euro).

Wie minder dan 2.200 euro bruto verdient, valt netto terug op minder dan 70 procent van zijn nettoloon. Idem
voor wie meer dan 3.400 euro bruto verdient.
B&A Advies simuleerde dat wie 2.500 euro bruto verdient, zijn inkomen het minst ziet terugvallen.
Met een uitkering van netto 1.389 euro op maandbasis, ontvangen zij een uitkering – inclusief supplement van 5,64 euro per dag – van 78 procent van hun normale nettoloon.

Wie een lager loon heeft, is minder goed af.
Wie bruto 1.750 euro verdient, valt terug op een netto-uitkering van 1.005 euro ofwel 63 procent van zijn loon.
Omdat de uitkering geplafonneerd is op 1.520 euro netto, valt wie netto meer dan 3.040 euro verdient, terug op maximaal de helft van zijn nettoloon.

De eerste maand zullen de cijfers sowieso afwijken, omdat er in maart nog deels is gewerkt. Dat loon is aan een lager tarief van de gewone bedrijfsvoorheffing onderworpen, omdat de bedrijfsvoorheffing progressief is. 

Toeslag door het bedrijf

Veel werkgevers verzachten de inkomensterugval voor hun personeel door bij de uitkering bij te passen. ‘De toeslag die een werkgever oplegt, kan sterk variëren.
Net als de modaliteiten, zoals het aantal dagen of het vaste bedrag per dag’.
Ook hier geldt dat bruto niet gelijk is aan netto.
Legt de werkgever bij tot 80 procent van het loon, dan is dat geen 80 procent van het nettoloon.
Wie 2.000 euro bruto verdient, houdt er netto 57 procent van over.
Wie tussen 2.500 en 3.500 euro verdient, houdt netto de helft over.
Wie meer dan 3.500 euro verdient, houdt netto 45 procent over.’ 

Belastingafrekening in 2021

Bovendien, waarschuwen wij als B&A Advies, verkijkt u zich het best niet op de uitkering die u netto ontvangt.