Hebben aandeelhouders voordeel bij een kapitaalverhoging?

Hebben aandeelhouders voordeel bij een kapitaalverhoging?

 

Een uitgifte van nieuwe aandelen heeft dan ook een belangrijke invloed op het verwachte rendement voor de investeerders.
Het is daarbij belangrijk om een onderscheid tussen de kortetermijngevolgen en de langetermijneffecten te maken.

 

Rechten verkleinen de pijn

Op korte termijn leidt een kapitaalverhoging door uitgifte van nieuwe aandelen meestal tot verwatering.
Verwatering betekent dat de winst van de onderneming over meer aandelen moet verdeeld worden, maar dat de “oude” aandeelhouders verhoudingsgewijs aan belang inboeten. Om het verlies te compenseren krijgen die aandeelhouders een korting en voorrecht op nieuwe aandelen.

 

Hoewel deze rechten de verwatering grotendeels opvangen, zijn er nog negatieve gevolgen van een kapitaalverhoging op korte termijn. Zo komen de transactiekosten ten laste van de resultaten van het lopende boekjaar en is de koersreactie na de aankondiging van een kapitaalverhoging soms buiten proportie.
Een goede indicator om in te schatten of een kapitaalverhoging interessant is, is te kijken naar de boekwaarde van het aandeel.
Als de uitgifte van nieuwe aandelen gebeurt aan een koers die onder of dichtbij de boekwaarde van het aandeel ligt, is het risico op verwatering het kleinst.

 

Investeringen bepalen rendement

Op lange termijn blijken de gevolgen van een kapitaalverhoging vaak wel positief.
Natuurlijk hangt in dat geval alles af van wat er met het verse geld gedaan wordt.

 

Deugd of noodzaak?

Nu de rentevoeten en de waarderingen van aandelen vrij laag zijn, lijkt een kapitaalverhoging door uitgifte van nieuwe aandelen in te gaan tegen de financiële logica.

Normaal gezien trekken bedrijven vooral aandeelhoudersgeld aan in een gunstig beursklimaat, waarbij investeerders bereid zijn een relatief hoge prijs te betalen voor nieuwe deelbewijzen. Maar sommige ondernemingen kunnen niet wachten op die betere omstandigheden.

Vastgoedbevaks, bijvoorbeeld, worden al gauw op het matje geroepen bij de beurswaakhond als hun schuldgraad boven 50 procent uitstijgt. Waardeverminderingen van het vastgoed in combinatie met dalende aandelenkoersen doen de schulden in verhouding tot het eigen vermogen echter toenemen.

 

Hierdoor kunnen deze ondernemingen geen bijkomende schuldverplichtingen meer aangaan en zijn ze wel genoodzaakt beroep te doen op nieuw kapitaal bij aandelenbeleggers.