Hoe het familiebedrijf overdragen zonder uw andere kinderen te benadelen?

 

Als slechts een van de kin­de­ren de fa­mi­li­a­le on­der­ne­ming wil over­ne­men, kan de re­ser­ve van de broers en zus­sen soms een pro­bleem vor­men. ‘Er kun­nen zich twee si­tu­a­ties voor­doen’.
Ofwel be­zit­ten de ou­ders aan­de­len van het be­drijf en heb­ben ze ook nog an­de­re be­zit­tin­gen.
Ofwel – en dat is mee­st­al het geval – maakt de on­der­ne­ming het groot­ste deel van het fa­mi­li­a­le ver­mo­gen uit.’

Wat als u over vol­doen­de mid­de­len be­schikt om al uw kin­de­ren even­veel te geven?

‘Af­han­ke­lijk van de mid­de­len waar­over de schen­ker en zijn kin­de­ren be­schik­ken, zijn er di­ver­se op­los­sin­gen mo­ge­lijk’. Als het ver­mo­gen niet uit­slui­tend be­staat uit de fa­mi­li­a­le on­der­ne­ming is de een­vou­dig­ste op­los­sing de tech­niek van de dub­be­le akte of de ver­de­ling-schen­king. De ope­ra­tie ver­loopt in twee delen: de ou­ders schen­ken ver­schil­len­de goe­de­ren (het fa­mi­lie­be­drijf, cash, ef­fec­ten, vastgoed en­zo­voort) aan alle kin­de­ren. Ver­vol­gens ver­de­len die de goe­de­ren on­der­ling. ‘Het voor­deel van die me­tho­de is dat de waar­de van de schen­king en de ver­plich­ting tot in­breng en in­kor­ting vast­staan, omdat alle kin­de­ren ini­ti­eel pre­cies het­zelf­de heb­ben ge­kre­gen’.

Wat als u níét over vol­doen­de mid­de­len be­schikt om al uw kin­de­ren even­veel te geven?

  • U kunt aan alle kin­de­ren aan­de­len van de on­der­ne­ming schen­ken. Het kind dat geïnte­res­seerd is in de over­na­me, moet dan zijn broers en zus­sen de waar­de van hun res­pec­tie­ve aan­deel be­ta­len. Dat kan on­mid­del­lijk of op ter­mijn (even­tu­eel bij het over­lij­den van de schen­ker).
  • U kunt de aan­de­len van het be­drijf aan een van de kin­de­ren schen­ken, als voor­schot op de er­fe­nis, via de no­ta­ris. Bij het over­lij­den van de schen­ker wordt ver­vol­gens na­ge­gaan of de schen­king het even­wicht tus­sen de kin­de­ren heeft door­bro­ken. Bij de ver­de­ling van de na­la­ten­schap wordt na­me­lijk re­ke­ning ge­hou­den met al wat de kin­de­ren daar­voor al heb­ben ont­van­gen. Dank­zij de re­gi­stra­tie van  de schen­king hebt u een akte waar­in de waar­de van de aan­de­len op het mo­ment van de schen­king wordt vast­ge­legd, zodat daar geen dis­cus­sie over kan ont­staan op het mo­ment dat de schen­ker over­lijdt.

Nieuw!

Het wets­voor­stel zou alles moe­ten ver­een­vou­di­gen. Op voor­waar­de dat alle af­stam­me­lin­gen aan­we­zig zijn, kun­nen de ou­ders die over een vol­doen­de groot ver­mo­gen be­schik­ken een schen­king doen waar­mee ie­der­een te­vre­den is: de ene krijgt bij­voor­beeld het fa­mi­lie­be­drijf, de an­de­re een on­roe­rend goed en de derde cash en ef­fec­ten. Som­mi­ge erf­ge­na­men kun­nen zelfs be­slis­sen om een deel van hun rech­ten aan an­de­ren te geven, maar ook com­pen­sa­ties zijn mo­ge­lijk. Alle for­mu­les kun­nen, op voor­waar­de dat ie­der­een er zich in kan vin­den. ‘Het wets­voor­stel be­paalt dat alles op een ‘even­wich­ti­ge’ ma­nier moet wor­den toe­ge­we­zen’. Dat be­te­kent dat de toe­ge­we­zen delen niet nood­za­ke­lijk voor ie­der­een vol­le­dig ge­lijk­waar­dig moe­ten zijn, maar dat ie­der­een te­vre­den is met de ge­slo­ten ‘deal’. Het voor­deel daar­van is dat alles vast­staat: nie­mand kan de over­een­komst later nog be­twis­ten.

‘Ik raad wel aan om alles wat de on­ge­lijk­heid van de delen kan ver­ant­woor­den, dui­de­lijk te ver­mel­den’. Wan­neer de zoon bij­voor­beeld ja­ren­lang op na­ge­noeg vrij­wil­li­ge basis aan de zijde van zijn vader heeft ge­werkt, kan dat een ver­ant­woor­ding zijn voor het feit dat hij de fa­mi­li­a­le on­der­ne­ming erft, ter­wijl de waar­de van de schen­king aan zijn broers en zus min­der waar­de­vol kan lij­ken.’

Een schen­king kan ook ge­paard gaan met een vrucht­ge­bruik, een rente of een ver­plich­ting. ‘Zo kan de­ge­ne die de fa­mi­li­a­le on­der­ne­ming krijgt, zich bij­voor­beeld naar aan­lei­ding van een erf­over­een­komst ertoe ver­bin­den als com­pen­sa­tie zijn ou­ders on­der­dak te bie­den of in hun le­vens­on­der­houd te voor­zien. Of de­ge­ne die de grote ge­zins­wo­ning krijgt, kan ermee ak­koord gaan om zijn ou­ders te laten lo­ge­ren in zijn eigen een­ka­mer­ap­par­te­ment en­zo­voort.’

Maar be­paal­de si­tu­a­ties kun­nen ook tot pro­ble­men lei­den. ‘Als de vader een paar jaar later zijn oog laat val­len op een veel jon­ge­re vrouw die nog een kind wil, kan dat kind wet­te­lijk ge­zien aan­spraak maken op zijn deel, en het be­reik­te even­wicht op­nieuw ver­sto­ren, aan­ge­zien het bij het af­slui­ten van de over­een­komst nog geen be­trok­ken par­tij was’,.

Wij vestigen ook de aan­dacht op een ander be­lang­rijk punt. Vol­gens het wets­voor­stel wordt de waar­de van de goe­de­ren be­paald op de dag van de schen­king, geïndexeerd tot op de dag van over­lij­den. Be­hal­ve bij een schen­king met voor­be­houd van vrucht­ge­bruik. In dat geval wordt nog al­tijd de waar­de op de dag van het over­lij­den (of de dag waar­op de schen­ker ver­zaakt aan zijn vrucht­ge­bruik) als basis ge­no­men. ‘De op­los­sing? Toch een be­roep doen op de dub­be­le akte om te ver­mij­den dat een van de kin­de­ren wordt be­na­deeld.

En dan nog is het be­lang­rijk om alles van geval tot geval te be­kij­ken’.

Voor­beeld

Twee doch­ters kre­gen een schen­king met voor­be­houd van vrucht­ge­bruik. De ene kreeg het ou­der­lijk huis dat al 40 jaar niet meer is ge­re­no­veerd. De an­de­re doch­ter kreeg een pand met een iden­tie­ke waar­de, maar met het oog op ver­hu­ring was dat wel ge­re­no­veerd en aan­ge­past aan de hui­di­ge nor­men (elek­tri­ci­teit, ener­gie­pres­ta­tie­re­gel­ge­ving en­zo­voort).

Hoe­wel bei­den een goed kre­gen met iden­tie­ke waar­de, ver­loor het ene aan waar­de, ter­wijl het an­de­re in waar­de steeg. In dat spe­ci­fie­ke geval kan de waar­de­ring op de dag van de schen­king de zaken op­nieuw in even­wicht bren­gen.