- 22 november 2013
- Gepost door: Wouter
- Categorie: FAQ
De roerende voorheffing die u betaalt op spaar- en beleggingsproducten onderging de voorbije jaren enkele wijzigingen.
Sinds 2013 bestaat er een uniform tarief van 25 procent. Op welke producten en in welke gevallen moet u die roerende voorheffing betalen?
Een overzicht.
Spaarrekeningen
Bij een gereglementeerde spaarrekening betaalt u roerende voorheffing als uw rendement (uw intresten) hoger ligt dan 1.880 euro. Telt de rekening meerdere titularissen, bijvoorbeeld twee getrouwde of samenwonende partners? Dan mag u deze grens vermenigvuldigen met het aantal titularissen.
Opgepast, het tarief van de roerende voorheffing bedraagt in het geval van een gereglementeerde spaarrekening 15 procent op het gedeelte van de intresten dat hoger ligt dan 1.880 euro.
Bij niet-gereglementeerde spaarrekeningen betaalt u altijd een roerende voorheffing van 25 procent op alle intresten.
Tak21-levensverzekeringen
Dit zijn levensverzekeringen die u een gegarandeerd rendement of minstens een kapitaalgarantie bieden.
U betaalt 25 procent roerende voorheffing op een fictief minimumrendement van 4,75 procent, tenzij:
· uw contract langer loopt dan 8 jaar en u het kapitaal niet vroeger opvraagt;
· uw polis een overlijdensdekking bevat van minstens 130 procent;
· het gaat om een uitbetaling van een overlijdenskapitaal.
Tak23-levensverzekeringen
Dit zijn levensverzekeringen waarvan het rendement afhangt van de resultaten van een of meerdere onderliggende beleggingsfondsen.
U moet geen roerende voorheffing van 25 procent betalen, tenzij uw tak23-contract een gewaarborgd rendement bevat of een kapitaalsgarantie en u het kapitaal (gedeeltelijk) opvraagt vooraleer er acht jaar verstreken zijn.