- 22 november 2015
- Posted by: Wouter
- Categorie: FAQ
Bij recente controles werd de btw-aftrek voor een gemengd gebruikte lichte vracht volledig verworpen. Is dat dan niet altijd 35% of 85%? Hoe zit dat precies?
Geen probleem bij uitsluitend beroepsgebruik!
Om maar met het goede nieuws te beginnen , de btw op de kosten van een lichte vracht is nog altijd voor 100% aftrekbaar als deze uitsluitend beroepsmatig gebruikt wordt. De beperking van de aftrek tot maximaal 50% zoals die geldt voor gewone auto’s, is dus m.a.w. nog altijd niet van toepassing voor een lichte vracht (art. 45, §2, lid 2, a) W.Btw) .
Wat bij gemengd gebruik?
Dan moet, net zoals voor andere zgn. bedrijfsmiddelen, de btw-aftrek van bij het begin beperkt worden tot het beroepsgebruik (art. 45, §1quinquies W.Btw) . Om dit beroepsmatig gebruik vast te stellen, heeft de Btw haar zgn. vierde methode naar voren geschoven. Die methode houdt kortweg in dat de btw-aftrek forfaitair bepaald mag worden op 85% als het beroepsgebruik overwegend is en anders op 35% (Btw-beslissing E.T. 119.650/4 van 09.09.2013) .
Let op!
Wie deze vierde methode toepast en dus opteert voor het forfait van 35% of 85%, is verplicht om dit toe te passen op al zijn fiscale lichte vrachtwagens en dit voor minstens vier kalenderjaren.
Wat is overwegend?
Dat is kortweg een feitelijke beoordeling. De Btw zal daarbij vooral kijken naar de aard van de beroepsactiviteit, het type van de lichte vracht én de identiteit van de chauffeur, of m.a.w. diens precieze taken. Voor de zaakvoerder van een loodgietersbedrijf die vooral commercieel bezig is en zijn mensen aanstuurt, maar zelf geen badkamers meer installeert, is de Btw dus strenger dan voor een meestergast die zelf nog wel de handen uit de mouwen steekt…
Geen btw-aftrek bij occasioneel beroepsgebruik?
Dat is inderdaad de stok achter de deur van de Btw die recentelijk bij een aantal btw-controles gebruikt werd. Voor de Btw kan de forfaitaire aftrek van 35% of 85% nl. niet toegepast worden als de lichte vracht niet echt gebruikt wordt als een werkinstrument of als een exploitatiemiddel in het kader van de beroepswerkzaamheid. De aftrekbare btw moet dan vastgesteld worden in samenspraak met de Btw. In de praktijk kan er zo dus effectief sprake zijn van een btw-aftrek van 0% als de lichte vracht in feite niet gebruikt wordt voor de economische activiteit.