- 7 februari 2013
- Gepost door: boekhouder.be
- Categorie: FAQ
Uitgaven zijn slechts aftrekbaar als beroepskosten wanneer ze voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 WIB’92. Meer bepaald moeten de kosten :
1. gedaan of gedragen zijn in het belastbaar tijdperk
2. om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden
3. en moet de echtheid en het bedrag hiervan bewezen worden.
Volgens het Hof van Cassatie zijn uitgaven slechts aftrekbaar als beroepskosten wanneer ze inherent zijn aan de uitoefening van de beroepsactiviteit. M.a.w. wanneer ze verband houden met de maatschappelijke activiteit. Aldus wordt echter een voorwaarde toegevoegd aan de (fiscale) wet, wat de facto niet kan.
Desondanks duikt geregeld rechtspraak op waarbij uitgaven worden bekeken in het licht van het maatschappelijk doel, om te bepalen of ze al dan niet aftrekbaar zijn als beroepskosten.
Zo was er de rechtbank van Brugge, die op 18 juni 2012 oordeelde dat de kosten van een weekendwoning in een doktersvennootschap niet aftrekbaar zijn, omdat in de doelomschrijving enkel werd verwezen naar de kosten van “begeleidende accommodatie”. Ook de rechtbank van Bergen, oordeelde op 3 mei 2012, dat het gedeelte van de kosten van een woning, dat betrekking heeft op het deel dat door de zaakvoerder als bewoning gebruikt wordt, niet als beroepskost kan in rekening gebracht worden, omdat deze kosten veel hoger waren dan de baten, en bijgevolg niet pasten bij het doel van de vennootschap, dat erop gericht is om winst te maken.
Bemerk dat de rechtbank in dit laatste vonnis zichzelf volledig tegenspreekt.
In haar vonnis van 15 november 2010, oordeelde dezelfde rechtbank van Bergen nog dat de kosteloze terbeschikkingstelling van een huis aan de zaakvoerder, geen hinderpaal vormde voor de aftrek van de kosten van dit huis. Zoals men in bepaalde streken soms zegt : “Ce ne sont que les imbéciles qui ne changent jamais d’opinion.”