Kan ik mijn erfenis regelen aan de keukentafel?

 

Het par­le­ment be­spreekt mo­men­teel een wets­voor­stel om het 200 jaar oude erf­recht in een mo­dern jasje te ste­ken. Een van de be­lang­rijk­ste nieu­wig­he­den in dat nieu­we erf­recht is het fa­mi­lie­p­act, waar­in ou­ders op bin­den­de wijze af­spra­ken kun­nen maken over hun na­la­ten­schap met al hun kin­de­ren. 

Van­daag kan u slechts in en­ke­le zeer spe­ci­fie­ke si­tu­a­ties een erf­over­een­komst slui­ten:

  • Echt­ge­no­ten met kin­de­ren uit een vo­ri­ge re­la­tie die een nieuw sa­men­ge­steld gezin vor­men, kun­nen on­der­ling af­spre­ken dat ze zul­len af­zien van de rech­ten in el­kaars na­la­ten­schap, zodat het hu­we­lijk met de nieu­we part­ner de erf­rech­ten van de kin­de­ren uit de vo­ri­ge re­la­tie niet aan­tast. Die zo­ge­naam­de Val­ke­niers­clau­su­le, ver­noemd naar po­li­ti­cus Jef Val­ke­niers die na het over­lij­den van zijn vrouw een nieuw sa­men­ge­steld gezin begon, is he­laas al­leen nut­tig voor ge­zin­nen met een groot ver­mo­gen. De echt­ge­no­ten kun­nen im­mers nooit af­stand doen van het vrucht­ge­bruik over de ge­zins­wo­ning en het huis­raad. Voor een mo­daal gezin is die ge­zins­wo­ning ech­ter net het be­lang­rijk­ste ver­mo­gens­on­der­deel.
  • Echt­ge­no­ten die de echt­schei­dings­pro­ce­du­re in on­der­lin­ge toe­stem­ming heb­ben op­ge­start, kun­nen af­spre­ken of en wat zij nog van el­kaar zul­len erven als een van hen over­lijdt voor­al­eer de echt­schei­dings­pro­ce­du­re is af­ge­rond.
  • Schen­ken ou­ders met voor­be­houd van vrucht­ge­bruik of met last van een lijf­ren­te aan een van hun kin­de­ren, dan kun­nen de an­de­re kin­de­ren in­stem­men met die schen­king en ver­za­ken aan hun recht tot in­kor­ting.
  • Echt­ge­no­ten kun­nen met een contrac­tuele erf­stel­ling, een soort schen­king van toe­kom­sti­ge goe­de­ren, el­kaar meer na­la­ten dan wet­te­lijk is voor­zien. In te­gen­stel­ling tot een nor­ma­le schen­king, waar­bij de ge­schon­ken goe­de­ren met­een ver­dwij­nen uit uw ver­mo­gen, krijgt deze schen­king pas uit­wer­king bij het over­lij­den.
  • Via een ou­der­lij­ke boe­del­ver­de­ling kun­nen ou­ders of groot­ou­ders zelf be­pa­len welk kind welk goed erft. Ou­ders kun­nen bij­voor­beeld aan het ene kind het fa­mi­lie­be­drijf en aan het an­de­re kind het vastgoed toe­wij­zen. Alle kin­de­ren moe­ten in die ver­de­ling be­trok­ken wor­den. Maar 100 pro­cent ge­moeds­rust biedt dit de ou­ders niet. Krijgt een van de kin­de­ren min­der dan zijn voor­be­hou­den erf­deel, dan kan dat kind die ver­de­ling be­twis­ten. Idem als er een kind is dat een kwart (of meer) be­na­deeld wordt in ver­ge­lij­king met de an­de­re kin­de­ren.

Re­vo­lu­ti­o­nair: het fa­mi­lie­p­act

Het wets­voor­stel over het nieu­we erf­recht be­houdt het prin­ci­piële ver­bod op erf­over­een­kom­sten. Boven op de hui­di­ge uit­zon­de­rin­gen wor­den nog en­ke­le zeer spe­ci­fie­ke erf­over­een­kom­sten mo­ge­lijk, zodat spe­ci­fie­ke pro­ble­men aan­ge­pakt kun­nen wor­den. Die kun­nen van pas komen voor on­ge­huwd sa­men­wo­nen­de part­ners, stief­kin­de­ren, ou­ders met een fa­mi­lie­on­der­ne­ming of met zorg­kin­de­ren.

De meest re­vo­lu­ti­o­nai­re nieu­wig­heid is het fa­mi­lie­p­act, waar­in ou­ders een al­les­om­vat­ten­de ‘deal’ slui­ten met hun gezin over hun er­fe­nis. Ook de stief­kin­de­ren kun­nen daar­bij be­trok­ken wor­den.

In te­gen­stel­ling tot de reeds be­staan­de ou­der­lij­ke boe­del­ver­de­ling in een tes­ta­ment wor­den die kin­de­ren be­trok­ken bij het op­stel­len van dat fa­mi­lie­p­act. 

IN DE PRAK­TIJK!

No­ta­ris krijgt cru­ci­a­le rol bij op­stel­len erf­over­een­komst

Ou­ders en kin­de­ren kun­nen de erf­over­een­komst niet zo­maar aan de keu­ken­ta­fel op pa­pier zet­ten. De no­ta­ris krijgt een cru­ci­a­le rol in dit pro­ces. Hij moet het ak­koord in een au­then­tie­ke akte gie­ten. Min­stens één maand op voor­hand moe­ten alle be­trok­ke­nen het ont­werp van dat ak­koord ont­van­gen, zodat ze vol­doen­de tijd heb­ben om de in­houd te be­stu­de­ren. De no­ta­ris moet ook elke par­tij uit­no­di­gen voor een in­di­vi­du­eel ge­sprek waar­in hij uit­legt wat de erf­over­een­komst in­houdt en wat de ge­vol­gen pre­cies zijn. De no­ta­ris moet de ge­zins­le­den ook in­for­me­ren dat zij zich elk af­zon­der­lijk ver­der kun­nen laten ad­vi­se­ren, door bij­voor­beeld een an­de­re no­ta­ris of een an­de­re ad­vo­caat. Alle erf­over­een­kom­sten zul­len ook in­ge­schre­ven wor­den in een re­gis­ter, zodat ze niet ver­lo­ren gaan.

In te­gen­stel­ling tot de reeds be­staan­de ou­der­lij­ke boe­del­ver­de­ling moe­ten de kin­de­ren mee dit ‘fa­mi­lie­p­act’ on­der­te­ke­nen. Door dat te doen, ver­bin­den ze zich er met­een toe om de af­spra­ken in dat pact niet te zul­len aan­vech­ten bij het over­lij­den van de ou­ders. Dus ook niet als de over­een­komst hun wet­te­lij­ke re­ser­ve zou aan­tas­ten. De wet­te­lij­ke re­ser­ve is dat deel van de er­fe­nis dat een kind al­tijd moet erven en dat de ouder niet aan ie­mand an­ders kan na­la­ten. 

Het fa­mi­lie­p­act moet de erf­la­ter ge­moeds­rust geven en de erf­ge­na­men rechts­ze­ker­heid bie­den. Omdat de erf­la­ter kan an­ti­ci­pe­ren op mo­ge­lij­ke twist­pun­ten is de idee dat een der­ge­lij­ke fa­mi­li­a­le over­een­komst er­fe­nis­ru­zies kan ver­mij­den.

→ Voor wie? Het be­lang van der­ge­lij­ke fa­mi­lie­p­ac­ten kan niet on­der­schat wor­den.
‘Omdat ou­ders én kin­de­ren zich in de erf­over­een­komst ak­koord ver­kla­ren met de af­ge­spro­ken ver­de­ling, wor­den ver­ve­len­de toe­kom­sti­ge fa­mi­lie­ve­tes ver­me­den, oor­deelt de ad­vo­caat die da­ge­lijks ge­con­fron­teerd wordt met ruzie over er­fe­nis­sen.

Om te ver­mij­den dat kin­de­ren onder emo­ti­o­ne­le of men­ta­le druk wor­den gezet om een ver­de­ling te aan­vaar­den die dui­de­lijk in hun na­deel is, be­paalt het wets­voor­stel dat de af­ge­spro­ken ver­de­ling even­wich­tig moet zijn. Over­een­kom­sten die die voor­waar­de met voe­ten tre­den, zijn nie­tig. ‘Even­wicht be­te­kent niet dat alle ver­moe­de­lij­ke erf­ge­na­men ma­the­ma­tisch het­zelf­de moe­ten krij­gen, maar dat er een sub­jec­tief even­wicht moet zijn waar­mee ie­der­een te­vre­den is en nie­mand zich be­na­deeld voelt’, ver­dui­de­lijkt.

Om dat even­wicht te be­oor­de­len, wordt re­ke­ning ge­hou­den met:

  • Schen­kin­gen uit het ver­le­den aan de kin­de­ren door de ou­ders.
  • Schen­kin­gen aan de kin­de­ren door de ou­ders in de erf­over­een­komst.
  • Voor­de­len die de kin­de­ren ge­nie­ten dank­zij hun ou­ders, zoals een op­lei­ding in het bui­ten­land of het feit dat een kind gra­tis mag wonen in een wo­ning die de ou­ders be­zit­ten.
  • De per­soon­lij­ke si­tu­a­tie van de kin­de­ren.

Net omdat deze erf­over­een­kom­sten bin­dend zijn, voor ou­ders én kin­de­ren, moet ie­der­een ab­so­luut zeker zijn dat wat hij van­daag af­spreekt, ook in de toe­komst nog het meest ge­schikt zal zijn.

Maar het leven evo­lu­eert en si­tu­a­ties en wen­sen ver­an­de­ren. Om te waar­bor­gen dat met der­ge­lij­ke over­een­kom­sten niet te licht­zin­nig wordt om­ge­gaan, be­paalt het wets­voor­stel hoe deze fa­mi­li­a­le over­een­komst moet wor­den op­ge­steld. De no­ta­ris krijgt daar­bij een cru­ci­a­le rol. Een fa­mi­lie­p­act tij­dens een zon­dag­se brunch op een vel­le­tje pa­pier neer­pen­nen, zal dus niet kun­nen (zie kader) 

FA­MI­LIE­P­ACT: GOED OM TE WETEN

1. Fa­mi­lie­p­act on­der­te­ke­nen im­pli­ceert niet dat u de er­fe­nis aan­vaardt

Het is niet omdat u ak­koord gaat met een erf­over­een­komst dat u met­een aan­geeft dat u de la­te­re er­fe­nis zult aan­vaar­den. Die keuze moet u nog al­tijd op de dag van het over­lij­den maken. Op voor­hand aan­ge­ven dat u een nog niet open­ge­val­len na­la­ten­schap zult ver­wer­pen of wei­ge­ren, kan niet.

 

 

2. U bindt niet al­leen uzelf, maar ook uw erf­ge­na­men

Als u in­stemt met een erf­over­een­komst, maar over­lijdt voor die erf­over­een­komst ‘ge­ac­ti­veerd’ wordt,  zul­len uw plaats­ver­vul­len­de erf­ge­na­men ertoe ge­bon­den zijn.

3. Fa­mi­lie­p­act kan niet over er­fe­nis kind of broer

Een fa­mi­lie­p­act kan al­leen tus­sen ‘een erf­la­ter en zijn ver­moe­de­lij­ke erf­ge­na­men in rech­te, neer­da­len­de lijn’. Dat be­te­kent dat in het fa­mi­lie­p­act ou­ders met hun kin­de­ren kun­nen af­spre­ken hoe hun er­fe­nis ver­deeld zal wor­den. Maar om­ge­keerd kun­nen kin­de­ren niet over hun er­fe­nis af­spra­ken maken met hun ou­ders. Broers en zus­sen kun­nen even­min on­der­ling een fa­mi­lie­p­act af­slui­ten over hun er­fe­nis.

Welke erf­over­een­kom­sten wor­den nog mo­ge­lijk?

1. Waar­de van een schen­king vast­klik­ken

In zo’n over­een­komst ver­kla­ren de me­de-erf­ge­na­men dat ze ak­koord gaan met de waar­de van de schen­king. Dat kan in de schen­kings­ak­te, maar het kan ook ach­ter­af, in een een­zij­di­ge ver­kla­ring. Zo is ie­der­een zeker dat er ach­ter­af nooit dis­cus­sie zal zijn over de waar­de van die schen­king.

→ Voor wie? Deze over­een­komst kan nut­tig zijn als ou­ders de aan­de­len van het fa­mi­lie­be­drijf schen­ken aan één kind. Deze troon­op­vol­ger is door deze ver­kla­ring ge­rust dat zijn broers of zus­sen de waar­de van het fa­mi­lie­be­drijf op het mo­ment van de schen­king niet in twij­fel zul­len trek­ken.

2. Ge­ne­ra­tie over­slaan bij een schen­king

→ Voor wie? Bij­voor­beeld een groot­ou­der die schenkt aan zijn klein­kind.

Door de re­ser­ve van de kin­de­ren zijn de groot­ou­ders voor die schen­king in prin­ci­pe be­perkt tot de gren­zen van het be­schik­ba­re deel. Schen­ken ze meer, dan kan een van die kin­de­ren die schen­king aan de klein­kin­de­ren aan­vech­ten en in­kor­ting eisen. Bij­voor­beeld de tante van de klein­kin­de­ren die de schen­king kre­gen. In het nieu­we erf­recht wordt dat ri­si­co be­perkt, aan­ge­zien de ou­ders van het klein­kind dat de schen­king krijgt zich ertoe ver­bin­den dat zij die schen­king zul­len toe­re­ke­nen op hun erf­deel. Hier­door zijn de groot­ou­ders ge­rust dat de ge­ne­ra­tie­sprong ook na hun over­lij­den zal stand­hou­den.

3. Geen in­kor­ting eisen tegen een schen­king

Re­ser­va­tai­re erf­ge­na­men kun­nen in een au­then­tie­ke akte ver­kla­ren dat ze geen in­kor­ting zul­len eisen tegen een wel­be­paal­de schen­king aan een broer of een zus. Dat kan nu al voor schen­kin­gen met voor­be­houd van vrucht­ge­bruik of onder last van be­ta­ling van een lijf­ren­te en wordt in het nieu­we erf­recht uit­ge­breid naar schen­kin­gen in volle ei­gen­dom aan kin­de­ren. Die ver­kla­ring door de broers of zus­sen kan ge­lijk­tij­dig met de schen­king ge­beu­ren, of ach­ter­af.

→ Voor wie? Deze nieu­we over­een­komst kan bij­voor­beeld een ge­rust­stel­ling zijn voor ou­ders die aan een zorg­kind meer wil­len ach­ter­la­ten.

4. In­stem­men met een schen­king aan een niet-erf­ge­naam

De erf­ge­na­men kun­nen, in de schen­kings­ak­te of ach­ter­af, hun toe­stem­ming geven dat een be­paald goed ge­schon­ken wordt aan een derde niet-erf­ge­naam.

Als het wets­voor­stel over de erf­her­vor­ming zoals ge­pland tegen eind dit jaar in een wet ge­go­ten raakt, zul­len deze wij­zi­gin­gen vanaf 2019 in gaan.