Kan je verlies van 2020 reeds compenseren in jaar 2019?

In de strijd tegen de coronacrisis heeft de regering een regeling uitgewerkt waarbij vennootschappen en zelfstandigen hun geraamde verliezen van 2020 éénmalig vervroegd in aftrek kunnen brengen door ze reeds te compenseren met de winsten of baten van het daaraan voorafgaande jaar 2019. We bekijken hoe die nieuwe regeling eruit ziet en wie er gebruik van kan maken…

Solvabiliteitspositie en liquiditeitspositie

Het doel van de regeling is om de solvabiliteitspositie en liquiditeitspositie van getroffen vennootschappen en zelfstandigen op korte termijn versterken. Door het verwachte verlies van 2020 over te dragen naar 2019 vermindert immers de belastingschuld voor 2019 waardoor er minder belasting dient betaald te worden of mogelijks de reeds gedane voorafbetalingen worden teruggegeven.
De vrijstelling wordt teruggenomen in het jaar volgend op het jaar van de vervroegde verliesaftrek om aldaar het werkelijke verlies voor dat inkomstenjaar geheel of gedeeltelijk te neutraliseren.  

Vennootschapsbelasting

De regeling kan zowel toegepast worden in de personen- als in de vennootschapsbelasting. Vennootschappen krijgen concreet de mogelijkheid om ten belope van het verwachte verlies een vrijgestelde reserve aan te leggen voor boekjaren die zijn afgesloten tussen 13 maart 2019 en 31 december 2020. Door het aanleggen van een vrijgestelde reserve kan een vennootschap het belastbaar resultaat verminderen. Het initieel vrijgestelde bedrag zal dan gedurende het huidige belastbare tijdperk volledig worden opgenomen in de belastbare basis.
De verliezen van 2020 worden zo gecompenseerd met de winst van 2019 (zgn. carry back).
De vrijgestelde reserve is echter onderworpen aan een dubbele grens. De vrijgestelde reserve mag vooreerst niet meer bedragen dan het fiscaal resultaat van vorig boekjaar.
Tenslotte geldt er een absoluut plafond van 20 miljoen euro.
De vrijgestelde reserve moet zo nauw mogelijk aansluiten bij het verwachte verlies voor 2020, maar daarbij wordt rekening gehouden met een tolerantie van maximum 10 %.

De vervroegde verliesaftrek geldt niet voor vennootschappen die in de periode van 12 maart 2020 tot en met de dag van de indiening van de aangifte vennootschapsbelasting voor aanslagjaar 2021 dividenden hebben uitgekeerd, eigen aandelen hebben ingekocht, een kapitaalvermindering hebben verricht of elke andere vermindering van het eigen vermogen hebben verricht. Ook bepaalde andere vennootschappen, zoals beleggingsvennootschappen kunnen van de regeling geen gebruik maken.

Personenbelasting

In de personenbelasting voorziet de regeling dat zelfstandigen hun belastbare winsten en baten van het vorige inkomstenjaar 2019 (aanslagjaar 2020) kunnen verminderen met de geraamde verliezen uit het inkomstenjaar 2020 (aanslagjaar 2021).
Het voor aanslagjaar 2020 vrijgestelde bedrag wordt dan toegevoegd aan de belastbare grondslag voor het aanslagjaar 2021.
De keuze voor de vervroegde verliesaftrek in de personenbelasting dient te gebeuren via een speciaal aangifteformulier dat geacht wordt deel uit te maken van de aangifte personenbelasting van aanslagjaar 2020.
Die keuze is definitief en onherroepelijk, inclusief het bedrag van de vervroegde verliesaftrek. Als er in inkomstenjaar 2020 uiteindelijk geen verlies blijkt te zijn of als dat werkelijk verlies kleiner uitvalt dan het geraamde verlies, dan zal de zelfstandige een belastingvermeerdering moeten ophoesten. Er geldt daarbij wel een tolerantie van 10 % van het werkelijk verlies.