Kosten van seminaries of plezierreizen

Buitenlandse congressen, zelfs indien ze naast het wetenschappelijke luik ook een vakantietintje hebben, blijven (ten dele) fiscaal aftrekbaar. In casu aanvaardt de rechtbank een beroepsmatig gedeelte van 50 % (Rb. Bergen, 15 juli 2011).

Een huisdokter nam in 2005 deel aan vijf buitenlandse seminaries (in Frankrijk, Griekenland en Portugal), waarvan hij de uitgaven volledig in zijn beroepskosten opnam. Na controle verwierp de fiscus deze kosten (4.400 euro). De dokter kon geen bewijsstukken voorleggen van zijn deelname, noch enig betalingsbewijs. Volgens de fiscus was er dan ook sprake van zuivere plezierreizen, waarvan de kosten geen beroepsmatig karakter hadden. Nadat de gewestelijke directeur het administratieve standpunt bevestigd had, zocht de geneesheer zijn gelijk bij de rechtbank van Bergen (Rb. Bergen, 15 juli 2011).

De rechter bevestigt dat voor zover uit de programma’s en folders van de seminaries blijkt dat op de verschillende reizen de deelnemers de kans werd geboden hun professionele kennis aan te scherpen en hun beroepservaring uit te wisselen, er sprake is van een aftrekbare beroepskost. De belastingplichtige moet overeenkomstig artikel 49 WIB 92 het bewijs leveren dat de uitgaven werden gedaan om inkomsten te verwerven of te behouden.

Dit was hier slechts ten dele het geval. Uit de brochures bleek immers dat het wetenschappelijke luik van de reis slechts een beperkt aantal uren per dag in beslag nam. Gedurende het overige gedeelte van de dag hadden de reizen een eerder ontspannend karakter, zonder dat er enige band was met de beroepswerkzaamheid. De rechter herleidde het totale bedrag tot 50 %. De rechter benadrukte dat het feit dat de seminaries plaatsvonden op een vakantiebestemming op zich geen afbreuk doet aan het beroepsmatige karakter van de uitgaven.

De echtgenote vergezelde overigens de geneesheer, maar deze kosten waren blijkbaar niet in aftrek genomen.

Dit vonnis sluit aan bij een circulaire uit 2002 over de aftrekbaarheid van seminaries in het buitenland (Circulaire nr. Ci.RH.243/547.416 (AOIF 4/2002) d.d. 19.02.2002, Bull. Bel. nr. 824, pag. 1033-1036). Volgens de administratie mogen die kosten immers niet als beroepskosten worden afgetrokken in de mate dat zij:

– niet gedaan zijn om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden;

– op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen.

Dit houdt in dat inzonderheid de volgende kosten integraal uit de aftrekbare beroepskosten moeten worden gesloten:

– alle kosten die betrekking hebben op de reis en het verblijf (met inbegrip van hotel- en restaurantkosten) van de echtgenoot van de belastingplichtige;

– alle kosten die verband houden met ontspannende, toeristische en gastronomische gebeurtenissen die met de vormende activiteiten gecombineerd worden;

– alle buitensporige reis- en verblijfkosten en overdadige hotel- en restaurantkosten van de belastingplichtige (in de mate dat de restaurantkosten van de belastingplichtige wel voor aftrek in aanmerking kunnen komen, dienen zij, in de gegeven omstandigheden en gelet op de uitdrukkelijke bepalingen van artikel 53, 8° WIB 92, tot 50 % te worden beperkt) (conform de tekst van de circulaire van 2002 toen restaurantkosten maar voor 50 % aftrekbaar waren; heden 31 %).

Uiteraard moeten uitgaven van plezierreizen die worden voorgesteld als studiereizen in het geheel uit de aftrekbare beroepskosten worden geweerd.

Inmiddels bestaat voor huisdokters een systeem met goedkeuring via Mdeon. De administratie publiceerde in 2008 een circulaire omtrent de fiscale regeling voor deelname aan wetenschappelijke manifestaties die bekostigd worden door de farmaceutische sector. Voor de met een visum van Mdeon (het gemeenschappelijke deontologische platform dat is opgericht door de verenigingen van artsen, apothekers, de farmaceutische industrie en de industrie van de medische hulpmiddelen) erkende manifestaties die meer dan één dag betreffen, versoepelde de administratie de bewijslast inzake het beroepsmatige karakter van de manifestatie. De voordelen blijven evenwel belast als voordeel van alle aard (Circulaire Ci.RH.243/589.859 (AOIF 19/2008) van 29 mei 2008.