- 25 maart 2015
- Gepost door: Wouter
- Categorie: FAQ
Zoals in onze vorige nieuwsbrief aangekondigd, verduidelijken we hoe u een liquidatiereserve in uw vennootschap kan aanleggen.
Overgangsregeling onder vorige regering
Onder de vorige regering steeg de belastingdruk op de liquidatiebonus spectaculair van 10% naar 25%. Deze drastische tariefverhoging werd gemilderd door een tijdelijke overgangsmaatregel. Zo kreeg u de kans om de opgebouwde reserves binnen de vennootschap alsnog ‘vast te klikken’ tegen 10%.
Nieuwe regeling: de liquidatiereserve
De regering Michel I heeft in de Programmawet van 21 december 2014 een nieuwe regeling uitgewerkt. Zo heeft ze de overgangsregeling met de nieuwe wet permanent gemaakt.
De nieuwe regel stelt dat KMO-vennootschappen (grote vennootschappen zijn dus uitgesloten) vanaf aanslagjaar 2015 hun jaarlijkse winst of een gedeelte daarvan (na belastingen) binnen hun vennootschap kunnen reserveren als zogenaamde ‘liquidatiereserve’. Deze reservering kan gebeuren tegen een afzonderlijke aanslag van 10%. Zet u uw vennootschap stop en keert u die reserves uit, dan zal u geen bijkomende heffing over die aangelegde reserve moeten betalen.
Met het nodige geduld…
De liquidatiereserve kan enkel voortkomen uit winsten van het boekjaar zelf. De nieuwe maatregel geldt dus niet voor voorheen opgepotte winsten binnen de vennootschap. De betreffende winst van het boekjaar na belastingen kan dus binnen de vennootschap “gereserveerd” worden. Dat houdt in dat die reserve niet voor iets anders kan gebruikt worden zoals een beloning of toekenning (bv. onder de vorm van een dividend). Als u de liquidatiereserve toch uitkeert tijdens het leven van de vennootschap, moet u een bijkomende belasting betalen:
· 15% als de uitkering binnen de 5 jaar gebeurt
· 5% als de uitkering na de periode van 5 jaar gebeurt
De nieuwe maatregel laat u dus wel toe om opnieuw een dividendpolitiek te gaan voeren tegen 15%. Op voorwaarde natuurlijk dat u het nodige geduld aan de dag kan leggen…