Nieuw:Belastingvermindering voor premies rechtsbijstandverzekering

Vanaf 1 september 2019 kunnen natuurlijke personen privé een belastingvermindering genieten voor de premies die zij betalen in het kader van een rechtsbijstandverzekering. Bij twee uitvoeringsbesluiten, m.n. bij K.B. van 28 juni 2019 en 16 juli 2019 worden resp. de maximumbedragen, en de praktische modaliteiten waaraan het attest van de verzekeraar moet voldoen om van het fiscaal voordeel te kunnen genieten, vastgelegd.

Een rechtsbijstandsverzekering wordt veelal privé afgesloten ter dekking van kosten van juridische geschillen. Iemand met een eenmanszaak heeft veelal echter al een verzekering afgesloten voor professionele zaken. In principe is die verzekering aftrekbaar als beroepskost, maar daarvoor kan niet de belastingvermindering genoten worden waarvan hier sprake is. Het fiscaal voordeel is immers vooral gericht op particulieren voor privégeschillen. Dekt een professionele verzekering echter ook zulke privégeschillen, dan is het dus mogelijk dat de fiscus het percentage beroepsmatige aftrek gaat verminderen.

De belastingvermindering bedraagt 40% van de betaalde premies. Het bedrag is wel beperkt is tot 310 euro, welke het geïndexeerd bedrag is voor aanslagjaar 2020. Het maximaal fiscaal voordeel is m.a.w. gelijk aan € 124 (310 euro x 40%). De belastingvermindering gaat in voege vanaf aanslagjaar 2020 voor premies die vanaf 1 september 2019 betaald worden. De belastingvermindering wordt niet zomaar gegeven. De polis moet nl. voldoen aan een aantal voorwaarden m.b.t. de verzekerde personen, de wachttijd, de maximumwaarborg, en de minimale gedekte geschillen. Zo moeten onder meer bouwgeschillen en echtscheidingen gedekt zijn tot ten minste bepaalde plafonds.

Om de belastingvermindering te kunnen genieten moet er jaarlijks over een attest van de verzekeraar voorhanden zijn. De verzekeraar moet meer bepaald een attest uitreiken voor het recht heeft op de belastingvermindering, zelfs wanneer achteraf zou blijken dat toch niet alle voorwaarden vervuld zijn. Het K.B. van 16 juli 2019 vermeldt dat het attest nr. 281.63 aan de verzekeringnemer moet worden bezorgd vóór 1 maart van het jaar volgend op het jaar van de betaling van de premies. Het moet het bedrag van de betaalde premies vermelden, alsook bevestigen dat de verzekeringsovereenkomst voldoet aan de gestelde voorwaarden. Een ander K.B. legt tenslotte de maximumbedragen vast voor kosten van erelonen en advocaten. Het K.B. geeft nl. een overzicht van de maximumbedragen van de verschillende prestaties van een advocaat, zoals bij een eerste consultatie, voorbereiding dossier, enz., en naargelang het voorwerp van de procedure, zoals voor procedures inzake erfrecht, inzake bouwgeschillen en inzake arbeidsrecht. Het K.B. legt echter niet specifiek bedragen vast voor fiscale procedures.