- 24 maart 2017
- Gepost door: Wouter
- Categorie: FAQ
Vennootschappen die hun personeel een bedrijfswagen ter beschikking stellen, moesten tot vorig jaar 17 % van het bedrag opnemen in hun verworpen uitgaven. Vanaf 2017 zal er 40 % van het bedrag in de verworpen uitgaven moeten worden opgenomen, als de vennootschap de brandstofkosten geheel of gedeeltelijk ten laste neemt, bv. als de werknemer/bedrijfsleider een wagen met tankkaart krijgt. Deze nieuwe regel werd ingevoerd door de programmawet van 25 december 2016.
Bedrijfswagen als voordeel van alle aard
Werknemers en bedrijfsleiders die een bedrijfswagen krijgen, verwerven daarmee een belastbaar voordeel van alle aard. De waarde van dit voordeel wordt berekend volgens een specifieke formule: cataloguswaarde × ouderdomscorrectie × CO2 percentage × 6/7. Als de werknemer er een tankkaart bijkrijgt, verandert dat niets. Het voordeel van de tankkaart zit al begrepen in het voordeel van de wagen in zijn geheel.
Vanaf 2017: 40 % voordeel in verworpen uitgaven
Nieuw vanaf 2017 is dat de vennootschap 40 % van het voordeel in de verworpen uitgaven moet opnemen als ze de brandstofkosten (geheel of gedeeltelijk) op zich neemt. Dit kan bijvoorbeeld door de werknemer of bedrijfsleider een tankkaart te geven. Maar ook als de werkgever de brandstofkosten via onkostennota’s terugbetaalt, is dat het geval.
Eigen bijdrage niet in rekening gebracht
Daarnaast komt er nog een ingrijpende wijziging voor alle bedrijfswagens, ongeacht of er een tankkaart bij is inbegrepen.