Renovatielening levert niet altijd fiscaal voordeel op

Het Vlaams Ge­west heeft weer ge­sleu­teld aan het be­las­ting­voor­deel voor hy­po­the­cai­re le­nin­gen voor de eigen wo­ning. Voor wie in 2016 zijn hand­te­ke­ning onder zo’n kre­diet­over­een­komst zet, is maar één be­las­ting­voor­deel mo­ge­lijk: de geïnte­greer­de woon­bo­nus. In te­gen­stel­ling tot vroe­ger is de woon­bo­nus niet meer voor­be­hou­den voor de enige ge­zins­wo­ning, maar is die er ook voor wie leent voor een ge­zins­wo­ning ter­wijl hij nog een of meer­de­re an­de­re wo­nin­gen bezit. Voort­aan is de enige voor­waar­de dat uw gezin woont in de ge­fi­nan­cier­de wo­ning (op en­ke­le uit­zon­de­rin­gen na) bij de be­ta­ling van de le­nings­uit­ga­ven.

‘De ge­wij­zig­de woon­bo­nus kan ge­vol­gen heb­ben voor wie boven op een lo­pen­de le­ning een extra kre­diet aan­gaat om bij­voor­beeld een ver­bou­wing aan de ge­zins­wo­ning te. ‘De nieu­we le­ning komt al­leen in aan­mer­king voor de geïnte­greer­de woon­bo­nus, maar die kan niet lan­ger aan­ge­ge­ven wor­den onder het sys­teem van de ‘oude’ Vlaam­se be­las­ting­voor­de­len. Vroe­ger kon men er­voor kie­zen de uit­ga­ven van de nieu­we le­ning mee op te nemen met de uit­ga­ven van de oude le­ning onder het ‘oude’ sys­teem, voor zover de fis­ca­le korf nog niet ge­vuld was met de al lo­pen­de le­ning.’

Als u een be­las­ting­voor­deel vraagt voor de nieu­we le­ning, dan ver­liest u het be­las­ting­voor­deel voor uit­ga­ven ge­daan voor lo­pen­de le­nin­gen. En om­ge­keerd, als u het be­las­ting­voor­deel voor de oude le­ning kiest, dan kunt u geen voor­deel krij­gen voor de nieu­we le­ning. Wie er­voor kiest de oude le­ning fis­caal te blij­ven in­bren­gen, heeft het jaar erop nog al­tijd de mo­ge­lijk­heid om over te stap­pen naar de nieu­we geïnte­greer­de woon­bo­nus. Maar een­maal ge­ko­zen voor het nieu­we re­gime van de geïnte­greer­de woon­bo­nus, dan is die keuze de­fi­ni­tief. U kunt nooit meer het vo­ri­ge fis­ca­le re­gime vra­gen. Part­ners die samen één be­las­ting­aan­gif­te in­die­nen, moe­ten bei­den de­zelf­de keuze maken.

Hoe­veel le­vert de geïnte­greer­de woon­bo­nus op?

Net zoals voor le­nin­gen af­ge­slo­ten in 2015 is er een ba­sis­be­drag van 1.520 euro en wordt de be­las­ting­ver­min­de­ring be­re­kend tegen 40 pro­cent. Voor wie leent voor zijn ‘enige’ wo­ning komt er ge­du­ren­de tien jaar een toe­slag van 760 euro bo­ven­op en even­tu­eel nog eens 80 euro voor wie drie kin­de­ren ten laste heeft. ‘Die tien­ja­ri­ge ter­mijn be­gint te lopen vanaf de af­sluit­da­tum van de nieu­we le­ning, on­ge­acht het fis­ca­le re­gime waar­voor u kiest.
 ‘Als u bij­voor­beeld ge­du­ren­de vijf jaar een be­las­ting­voor­deel vraagt voor de oude le­ning en dan voor de nieu­we kiest, dan hebt u nog maar vijf jaar recht op de toe­slag in de geïnte­greer­de woon­bo­nus.’

Zo maakt u een ver­stan­di­ge keuze

Jan werd en­ke­le jaren ge­le­den voor het eerst ei­ge­naar. Hij kocht een he­ren­huis in Ant­wer­pen en fi­nan­cier­de zijn aan­koop met een hy­po­the­cai­re le­ning die nog steeds loopt. In 2016 sluit hij een extra hy­po­the­cai­re le­ning af voor een aan­bouw. Bij het in­vul­len van zijn be­las­ting­aan­gif­te in 2017 – met de in­kom­sten en uit­ga­ven van 2016 – zal hij slechts één van beide le­nin­gen kun­nen in­bren­gen. Hoe moet hij zijn keuze maken?

In een eer­ste stap ver­ge­lijkt Jan het be­las­ting­voor­deel dat hij uit beide le­nin­gen kan halen. Dat hangt af van de dan gel­den­de be­las­ting re­gimes en de mate waar­in met de be­taal­de ka­pi­taal­a­f­los­sin­gen, in­tres­ten en pre­mies van de schuld­sald­over­ze­ke­ring de fis­ca­le korf op­ti­maal ge­vuld is. Het maxi­ma­le be­las­ting­voor­deel voor een le­ning ziet er als volgt uit.

  • De nieu­we le­ning
  • Tij­dens de eer­ste tien jaar le­vert de geïnte­greer­de woon­bo­nus maxi­maal 912 euro per jaar op. Dat is 40 pro­cent van het ba­sis­be­drag van 2.280 euro (1.520 euro ba­sis­be­drag + toe­slag van 760 euro) aan ka­pi­taal­a­f­los­sin­gen, in­tres­ten en pre­mies voor de schuld­sald­over­ze­ke­ring.
  • De lo­pen­de le­ning

Het be­las­ting­voor­deel voor de lo­pen­de le­ning ver­schilt naar­ge­lang het tijd­stip dat Jan leen­de. Er zijn drie mo­ge­lijk­he­den.

1. Voor 2005

Voor ka­pi­taal­a­f­los­sin­gen is er de Vlaam­se be­las­ting­ver­min­de­ring voor bouw­spa­ren: een be­las­ting­ver­min­de­ring aan het mar­gi­na­le (hoog­ste) ta­rief van een maxi­ma­le korf van 2.280 euro. Af­han­ke­lijk van het in­ko­men van Jan schom­melt het be­las­ting­voor­deel tus­sen 30 en 50 pro­cent. Het maxi­ma­le be­las­ting­voor­deel (ex­clu­sief ge­meen­te­be­las­tin­gen) be­draagt 2.280 x 50% = 1.140 euro per jaar. Daar­bo­ven­op is er een be­las­ting­ver­min­de­ring voor de be­taal­de in­te­res­ten.

2. Tus­sen 2005 en 2014

Vanaf 2005 deed de woon­bo­nus zijn in­tre­de. Daar­mee kan Jan voor 3.040 euro (2.280 euro ba­sis­be­drag + 760 euro tij­dens de eer­ste tien jaar) aan in­tres­ten, ka­pi­taal­a­f­los­sin­gen en pre­mies voor een schuld­sald­over­ze­ke­ring fis­caal in­bren­gen. Dat le­vert een be­las­ting­ver­min­de­ring op tegen het mar­gi­na­le ta­rief – het hoog­ste ta­rief waar­te­gen men be­last wordt. Dat brengt het maxi­ma­le be­las­ting­voor­deel (ex­clu­sief ge­meen­te­be­las­tin­gen) op 3.040 euro x 50%= 1.520 euro per jaar. Zodra de le­ning tien jaar loopt, valt de toe­slag van 760 euro weg, waar­door het maxi­ma­le be­las­ting­voor­deel te­rug­valt tot 2.280 x 50%= 1.140 euro per jaar.

3. Le­ning in 2015

De fis­ca­le korf be­draagt 2.280 euro (1.520 euro ba­sis­be­drag + 760 euro toe­slag ge­du­ren­de tien jaar) en een be­las­ting­ver­min­de­ring van 40 pro­cent, wat het maxi­ma­le voor­deel (ex­clu­sief ge­meen­te­be­las­tin­gen) brengt op 2.280 x 40% = 912 euro.

Jan is beter af met een lo­pen­de le­ning die ten laat­ste in 2014 werd af­ge­slo­ten dan met de nieu­we geïnte­greer­de woon­bo­nus. Leen­de hij pas in 2015, dan le­ve­ren de le­nin­gen het­zelf­de maxi­ma­le voor­deel op.

Speelt de res­te­ren­de loop­tijd van de oude le­ning een rol? Die zal vaak kor­ter zijn dan die van de nieu­we le­ning. ‘Dat vormt geen pro­bleem.
Als Jan kiest voor het be­las­ting­voor­deel voor de oude le­ning, dan kan hij nog al­tijd over­stap­pen naar het nieu­we. Jan kan met an­de­re woor­den tij­dens de res­te­ren­de loop­tijd van de oude le­ning kie­zen voor het oude be­las­ting­voor­deel. Zodra die le­ning vol­le­dig af­be­taald is, kan hij over­stap­pen naar de geïnte­greer­de woon­bo­nus en die blij­ven ge­nie­ten voor de res­te­ren­de loop­tijd van die le­ning.’