- 29 februari 2016
- Gepost door: Wouter
- Categorie: FAQ
Het Vlaams Gewest heeft weer gesleuteld aan het belastingvoordeel voor hypothecaire leningen voor de eigen woning. Voor wie in 2016 zijn handtekening onder zo’n kredietovereenkomst zet, is maar één belastingvoordeel mogelijk: de geïntegreerde woonbonus. In tegenstelling tot vroeger is de woonbonus niet meer voorbehouden voor de enige gezinswoning, maar is die er ook voor wie leent voor een gezinswoning terwijl hij nog een of meerdere andere woningen bezit. Voortaan is de enige voorwaarde dat uw gezin woont in de gefinancierde woning (op enkele uitzonderingen na) bij de betaling van de leningsuitgaven.
‘De gewijzigde woonbonus kan gevolgen hebben voor wie boven op een lopende lening een extra krediet aangaat om bijvoorbeeld een verbouwing aan de gezinswoning te. ‘De nieuwe lening komt alleen in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus, maar die kan niet langer aangegeven worden onder het systeem van de ‘oude’ Vlaamse belastingvoordelen. Vroeger kon men ervoor kiezen de uitgaven van de nieuwe lening mee op te nemen met de uitgaven van de oude lening onder het ‘oude’ systeem, voor zover de fiscale korf nog niet gevuld was met de al lopende lening.’
Als u een belastingvoordeel vraagt voor de nieuwe lening, dan verliest u het belastingvoordeel voor uitgaven gedaan voor lopende leningen. En omgekeerd, als u het belastingvoordeel voor de oude lening kiest, dan kunt u geen voordeel krijgen voor de nieuwe lening. Wie ervoor kiest de oude lening fiscaal te blijven inbrengen, heeft het jaar erop nog altijd de mogelijkheid om over te stappen naar de nieuwe geïntegreerde woonbonus. Maar eenmaal gekozen voor het nieuwe regime van de geïntegreerde woonbonus, dan is die keuze definitief. U kunt nooit meer het vorige fiscale regime vragen. Partners die samen één belastingaangifte indienen, moeten beiden dezelfde keuze maken.
Hoeveel levert de geïntegreerde woonbonus op?
Net zoals voor leningen afgesloten in 2015 is er een basisbedrag van 1.520 euro en wordt de belastingvermindering berekend tegen 40 procent. Voor wie leent voor zijn ‘enige’ woning komt er gedurende tien jaar een toeslag van 760 euro bovenop en eventueel nog eens 80 euro voor wie drie kinderen ten laste heeft. ‘Die tienjarige termijn begint te lopen vanaf de afsluitdatum van de nieuwe lening, ongeacht het fiscale regime waarvoor u kiest.
‘Als u bijvoorbeeld gedurende vijf jaar een belastingvoordeel vraagt voor de oude lening en dan voor de nieuwe kiest, dan hebt u nog maar vijf jaar recht op de toeslag in de geïntegreerde woonbonus.’
Zo maakt u een verstandige keuze
Jan werd enkele jaren geleden voor het eerst eigenaar. Hij kocht een herenhuis in Antwerpen en financierde zijn aankoop met een hypothecaire lening die nog steeds loopt. In 2016 sluit hij een extra hypothecaire lening af voor een aanbouw. Bij het invullen van zijn belastingaangifte in 2017 – met de inkomsten en uitgaven van 2016 – zal hij slechts één van beide leningen kunnen inbrengen. Hoe moet hij zijn keuze maken?
In een eerste stap vergelijkt Jan het belastingvoordeel dat hij uit beide leningen kan halen. Dat hangt af van de dan geldende belasting regimes en de mate waarin met de betaalde kapitaalaflossingen, intresten en premies van de schuldsaldoverzekering de fiscale korf optimaal gevuld is. Het maximale belastingvoordeel voor een lening ziet er als volgt uit.
- De nieuwe lening
- Tijdens de eerste tien jaar levert de geïntegreerde woonbonus maximaal 912 euro per jaar op. Dat is 40 procent van het basisbedrag van 2.280 euro (1.520 euro basisbedrag + toeslag van 760 euro) aan kapitaalaflossingen, intresten en premies voor de schuldsaldoverzekering.
- De lopende lening
Het belastingvoordeel voor de lopende lening verschilt naargelang het tijdstip dat Jan leende. Er zijn drie mogelijkheden.
1. Voor 2005
Voor kapitaalaflossingen is er de Vlaamse belastingvermindering voor bouwsparen: een belastingvermindering aan het marginale (hoogste) tarief van een maximale korf van 2.280 euro. Afhankelijk van het inkomen van Jan schommelt het belastingvoordeel tussen 30 en 50 procent. Het maximale belastingvoordeel (exclusief gemeentebelastingen) bedraagt 2.280 x 50% = 1.140 euro per jaar. Daarbovenop is er een belastingvermindering voor de betaalde interesten.
2. Tussen 2005 en 2014
Vanaf 2005 deed de woonbonus zijn intrede. Daarmee kan Jan voor 3.040 euro (2.280 euro basisbedrag + 760 euro tijdens de eerste tien jaar) aan intresten, kapitaalaflossingen en premies voor een schuldsaldoverzekering fiscaal inbrengen. Dat levert een belastingvermindering op tegen het marginale tarief – het hoogste tarief waartegen men belast wordt. Dat brengt het maximale belastingvoordeel (exclusief gemeentebelastingen) op 3.040 euro x 50%= 1.520 euro per jaar. Zodra de lening tien jaar loopt, valt de toeslag van 760 euro weg, waardoor het maximale belastingvoordeel terugvalt tot 2.280 x 50%= 1.140 euro per jaar.
3. Lening in 2015
De fiscale korf bedraagt 2.280 euro (1.520 euro basisbedrag + 760 euro toeslag gedurende tien jaar) en een belastingvermindering van 40 procent, wat het maximale voordeel (exclusief gemeentebelastingen) brengt op 2.280 x 40% = 912 euro.
Jan is beter af met een lopende lening die ten laatste in 2014 werd afgesloten dan met de nieuwe geïntegreerde woonbonus. Leende hij pas in 2015, dan leveren de leningen hetzelfde maximale voordeel op.
Speelt de resterende looptijd van de oude lening een rol? Die zal vaak korter zijn dan die van de nieuwe lening. ‘Dat vormt geen probleem.
Als Jan kiest voor het belastingvoordeel voor de oude lening, dan kan hij nog altijd overstappen naar het nieuwe. Jan kan met andere woorden tijdens de resterende looptijd van de oude lening kiezen voor het oude belastingvoordeel. Zodra die lening volledig afbetaald is, kan hij overstappen naar de geïntegreerde woonbonus en die blijven genieten voor de resterende looptijd van die lening.’