Toelichting Bijlage 270 MLH: Wanneer Moet Deze Worden Ingevuld?

De bijlage 270 MLH moet worden ingevuld door:

  • De huurder van het onroerend goed of de houder van een zakelijk gebruiksrecht; én
  • Rechtspersonen die aangifte doen in de inkomstenbelasting of natuurlijke personen die huurvergoedingen of vergoedingen voor de vestiging of overdracht van een zakelijk recht aftrekken als werkelijke beroepskosten.

De regeling geldt niet voor volle eigendom; deze beoogt situaties waarin de volle eigenaar een onroerend goed verhuurt of een zakelijk gebruiksrecht toekent aan derden en hiervoor een vergoeding ontvangt, die vervolgens geheel of gedeeltelijk als beroepskost wordt afgetrokken. Onroerend goed dat door de eigenaar zelf wordt gebruikt, valt niet onder deze regeling.

Specifieke Situaties: Eenmanszaak en Gebruik Onroerend Goed

1. Volle Eigendom door een Natuurlijke Persoon

  • Als de natuurlijke persoon volle eigenaar is van de woning die voor 10% beroepsmatig wordt gebruikt, kunnen alleen de afschrijvingen op dat beroepsmatige deel (10%) als beroepskosten worden afgetrokken. Het deel van de woning moet geactiveerd worden.
  • Er wordt geen huurprijs betaald, dus de aftrek van beroepskosten kan niet worden geweigerd.
  • Afschrijvingen op een zakelijk gebruiksrecht gelden niet als een vergoeding of voordeel aan de verlener van dat recht en hoeven daarom niet te worden vermeld in de bijlage 270 MLH. Hierdoor hoeft in dit geval geen formulier 270 MLH bij de aangifte te worden gevoegd.

2. Huur door een Natuurlijke Persoon

  • Als de natuurlijke persoon de woning huurt, kan hij 10% van de betaalde huur als werkelijke beroepskosten aftrekken. Dit is alleen toegestaan als de bijlage 270 MLH bij de aangifte wordt toegevoegd en de huurovereenkomst niet gratis is geregistreerd.

Deze toelichting helpt om te bepalen wanneer de bijlage 270 MLH moet worden toegevoegd aan de aangifte, afhankelijk van de aard van het gebruik en eigendom van het onroerend goed.