U heeft nood aan werkkapitaal : kiest u voor een kapitaalverhoging of staat u een lening toe aan je vennootschap?


 

Inhoudsopgave

Opteert u beter voor een kapitaalverhoging of is het toestaan van een lening aan uw eigen vennootschap interessanter?  1

Kapitaalverhoging. 1

Een eerste positief effect1

Het grote nadeel1

Lening. 1

Het voordeel van een lening. 2

Het nadeel van een lening. 2

Wat is nu op lange termijn het meest interessant?. 2

Wat echter wel eens doorslaggevend zou kunnen zijn. 2

 

Kapitaalverhoging

Het geld ter beschikking stellen onder de vorm van een kapitaalverhoging houdt in dat u in de plaats (bijkomende) aandelen van uw vennootschap verwerft.

Een eerste positief effect daarvan is dat het eigen vermogen van de vennootschap op die manier wordt versterkt waardoor u gemakkelijker krediet van de bank zal verkrijgen indien u bijkomende financiële middelen zou nodig hebben. Ook de berekeningsbasis voor de aftrek voor risicokapitaal wordt verhoogd wat u in principe een jaarlijkse extra belastingbesparing zal opleveren.

Het grote nadeel

van een kapitaalverhoging is dat uw geld voor een min of meer lange termijn vast gebetonneerd zit in uw vennootschap en u dat geld maar terug naar u privé kan laten terugvloeien d.m.v. een kapitaalverlaging. Net zoals dat het geval is bij een kapitaalverhoging, moet u ook in dat geval langs bij de notaris[1], wat op zich toch wel wat moeite en kosten met zich meebrengt.

Lening

Het geld ter beschikking stellen onder de vorm van een lening houdt in dat u in de plaats een vordering op uw vennootschap verkrijgt. Uw vennootschap moet u dat geld dus vroeg of laat terugbetalen.

Het voordeel van een lening

is dat u als schuldeiser recht heeft op een rentevergoeding die in principe[2] fiscaal aftrekbaar is in uw vennootschap. U hoeft hiervoor niet naar een notaris en zelfs niet noodzakelijk een leningsovereenkomst op te stellen, al is dit laatste wel aan te raden en er is ook zoiets als het “tegenstrijdig belang” (zoals bepaald in het Wetboek van Vennootschappen), welke procedure dient te worden gerespecteerd indien u niet wenst dat uw aansprakelijkheid als zaakvoerder of bestuurder in het gedrang komt. Als leidinggevende van uw vennootschap bepaalt uzelf wanneer u de lening terugbetaalt. Al bij al dus zeer weinig formaliteiten.

Het nadeel van een lening

is dat de schuldgraad van uw vennootschap verder zal stijgen. Dat zal de bank niet zo graag zien indien u bij haar moet gaan aankloppen voor extra financiering. Tenzij u natuurlijk voldoende (persoonlijke) waarborgen kan verstrekken …

Wat is nu op lange termijn het meest interessant?

Die vraag beantwoorden is niet altijd even eenvoudig en hangt o.a. af van de volgende factoren:

·                          de rentevergoeding op de lening die fiscaal verdedigbaar is

·                          het al of niet achterstellen[3] van de lening

·                          het geldende tarief van de notionele interestaftrek

·                          de huidige schuldgraad van de vennootschap en al of niet bijkomende financiering nodig van de bank

·                          het al of niet kunnen vermijden om extra waarborgen te verstrekken aan de bank

·                          de effectieve mogelijkheid tot de uitkering van een deel van gereserveerde winsten op korte of middellange termijn

·                         

Wat echter wel eens doorslaggevend zou kunnen zijn

is de herinvoering – sinds midden vorig jaar – van de verlaagde roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden (15% i.p.v. het normale tarief van 25%).
Dit nieuwe gunstregime is van toepassing op dividenden van aandelen die vanaf 1 juli 2013 worden uitgegeven bij de oprichting van een nieuwe vennootschap of … ter gelegenheid van een kapitaalverhoging. Het moet daarbij gaan om stortingen in geld.

Het gunsttarief, dat enkel van toepassing is op de dividenden m.b.t. de nieuwe aandelen, de reeds bestaande aandelen genieten niet van dit voorrecht, is echter pas van toepassing nadat de aandelen een bepaalde periode in bezit van hun eigenaar zijn.

Zo bedraagt de roerende voorheffing:

o                                         20% voor de dividenden die voortkomen uit de winstverdeling van het tweede boekjaarna dat van de inbreng

o                                         15% voor de dividenden die voortkomen uit de winstverdeling van het derde boekjaar en volgende na dat van de inbreng

Bij overdacht van de aandelen, vervalt het voordeel (tenzij ze overgaan naar de kinderen of de echtgeno(o)te).

Indien u op termijn uw persoonlijk inkomen uit uw vennootschap wenst te optimaliseren door dividenden uit te keren i.p.v. extra loon of een tantième, dan maakt de inhouding van 15% i.p.v. 25% roerende voorheffing een wereld van verschil!