- 29 mei 2016
- Posted by: Wouter
- Categorie: FAQ
Voor kopers en bouwers was 1 januari 2015 een belangrijk scharnierpunt. Voor het eerst leverde een woonlening in het Vlaams Gewest veel minder op dan in Wallonië of Brussel.
Hoeveel belastingvoordeel krijgt u als u in 2015 leende voor uw gezinswoning? En hoe geeft u die lening aan?
Veel Vlamingen hebben hun koop- en bouwplannen eind 2014 versneld om nog aanspraak te kunnen maken op de oude woonbonus. Terecht, want voor leningen vanaf 1 januari 2015 is in het belastingvoordeel drastisch het mes gezet. De Waalse regering voerde een beperkte wijziging door, terwijl Brussel alles nog een jaartje bij het oude liet. Daardoor recupereert een Vlaming die in 2015 leende via zijn belastingaangifte tot 465 euro minder voor zijn woonlening dan een Brusselaar en tot 308 euro minder dan een Waal. Welk gewestelijk belastingvoordeel u geniet, hangt af van uw fiscale woonplaats op 1 januari 2016.
Op uw aangifte zijn er gevolgen.
Er wordt in vak IX-B een onderscheid gemaakt tussen ‘leningen gesloten in 2015’ ( code 3360/4360 en 3361/4361) en ‘leningen gesloten van 2005 tot 2014’.
Wat is de gewestelijke woonbonus?
Het is een belastingvermindering voor de betaalde intresten, kapitaalaflossingen en de premies van uw schuldsaldoverzekering. Het bedrag van de lening dat in aanmerking komt voor de vermindering blijft beperkt tot het bedrag geleend voor de aankoop van de woning. Ook het deel van uw lening dat gebruikt wordt om de notariskosten, registratierechten of btw te financieren, komt in aanmerking. Het stuk dat u gebruikt voor de hypotheek- en bankkosten is uitgesloten.
Wat levert de woonbonus op in elk gewest?
Het basisbedrag van de woonbonus is verlaagd naar 1.520 euro betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor een schuldsaldoverzekering. De verhoging met 760 euro tijdens de eerste tien jaar van de lening en de toeslag van 80 euro voor wie minstens drie kinderen ten laste heeft, blijven behouden. Die bedragen worden niet langer geïndexeerd: ze gelden ook de volgende jaren.
1.520€
In Vlaanderen is het basisbedrag van de woonbonus verlaagd naar 1.520 euro betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor een schuldsaldo-verzekering.
OPTIMALISEER
Gehuwden en wettelijk samenwonenden die samen een belastingaangifte indienen en allebei voldoen aan de voorwaarden van de woonbonus kunnen de intresten, kapitaalaflossingen en premies voor de schuldsaldoverzekering vrij onder elkaar verdelen. Het maakt niet uit wie de bedragen werkelijk heeft betaald. Voorwaarde is wel dat elke partner mee heeft geleend en bovendien mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder is van de woning. Heeft maar één partner recht op de woonbonus? Dan moeten de betalingen worden verdeeld in verhouding tot het eigendomsaandeel. Dat is ook de verplichte werkwijze voor feitelijke samenwoners.
U krijgt een belastingvermindering tegen een vast tarief van 40 procent, wat het maximale belastingvoordeel op 944 euro (exclusief gemeentebelasting) brengt.
Brussels Gewest
Het Brussels Gewest behield voor leningen gesloten in 2015 een basisbedrag van 2.290 euro, een toeslag van 760 euro tijdens de eerste tien jaar en van 80 euro voor drie kinderen ten laste. Die bedragen worden wel nog jaarlijks geïndexeerd. Het tarief van het belastingvoordeel werd op 45 procent vast gebracht. Dat resulteert in een maximaal belastingvoordeel van 1.409 euro (exclusief gemeentebelastingen).
Waals Gewest
Het basisbedrag bleef er onveranderd: 2.290 euro. Daarbovenop kan een toeslag met 760 euro de eerste tien jaar en van 80 euro voor drie kinderen komen. Die bedragen worden niet langer geïndexeerd. Ze geven recht op een belastingvermindering tegen een vast tarief van 40 procent, wat het maximale voordeel op 1.252 euro (exclusief gemeentebelastingen) brengt. Sinds 1 november 2015 is de woonbonus in de tijd beperkt, tot de duurtijd van de initiële lening. Het is dus niet mogelijk om langer aanspraak te maken op de woonbonus door de duurtijd van de lening te verlengen.
Wat zijn de voorwaarden voor de woonbonus?
De akte voor de hypothecaire inschrijving moet voor 31 december 2015 bij de notaris verleden zijn. Het is niet nodig dat u de lening al bent beginnen af te betalen.
Op 31 december 2015 mag u geen eigenaar zijn van een andere woning. Was u toch eigenaar? De andere woning moet op zijn minst te koop staan eind 2015 en uiterlijk verkocht zijn op 31 december 2016. Er wordt echter geen rekening gehouden met woningen waarvan u de mede-eigendom, blote eigendom of het vruchtgebruik erfde; wel met woningen waarvan u de volle eigendom erfde of de blote eigendom geschonken kreeg.
U moet op 31 december 2015 in de gefinancierde woning wonen. In een aantal specifieke situaties kunt u echter wel de woonbonus krijgen, hoewel u er niet woont. Zo kan de woning nog volop gebouwd, verbouwd of vernieuwd worden. Andere redenen zijn bijvoorbeeld een clausule in de koopovereenkomst dat de huurder er nog een bepaalde periode kan verblijven of de verplichting om binnen een bepaalde straal van de werkplek te wonen.
U moet lenen voor de aankoop, bouw, (gedeeltelijke) renovatie of het behoud van een woning. Als u alleen een bouwgrond koopt (zonder woning), komt u niet in aanmerking voor de woonbonus. U krijgt het belastingvoordeel wel als u leende om de erfbelasting van een geërfde woning te betalen of als u al mede-eigenaar bent en leent om het deel van een andere mede-eigenaar over te kopen. De gefinancierde woning moet niet noodzakelijk in België liggen, maar kan ook in een ander land van de Europese Economische Ruimte gelegen zijn.
De lening moet gewaarborgd zijn door een hypothecaire inschrijving. Leent u een hoger bedrag dan wat fiscaal benut kan worden? Dat surplus kunt u waarborgen met een hypothecair mandaat. Dat is aanzienlijk goedkoper dan een hypothecaire inschrijving.
De lening moet minimaal 10 jaar lopen en gesloten zijn bij een instelling in de Europese Economische Ruimte.
Wat als u niet aan de voorwaarden voor de woonbonus voldoet?
Ook wie niet in aanmerking komt voor de woonbonus kan wel nog een belastingvoordeel krijgen. De kapitaalaflossingen en premies van uw schuldsaldoverzekering komen in aanmerking voor de gewestelijke belastingvermindering van het langetermijnsparen. Die belastingvermindering wordt berekend tegen een vast tarief van 30 procent. De bedragen die u fiscaal kunt inbrengen, moeten beperkt worden in functie van het bedrag van de lening.
Voor wie in het Vlaams Gewest woont, ligt het plafond op 76.110 euro, in de andere gewesten is dat 76.360 euro. U vermenigvuldigt de betaalde bedragen met een breuk met in de teller 76.110 of 76.360 en in de noemer het aanvangsbedrag van uw lening. De betaalde kapitaalaflossingen geeft u aan in rubriek B. 3. bij code 3358/4358, de premies voor een schuldsaldoverzekering bij code 3353/4353.
De betaalde intresten leveren alleen in het Vlaams Gewest nog een belastingvoordeel op. U geeft ze aan in rubriek B. 2. bij code 1351. Dat levert een maximaal voordeel op ten belope van uw netto onroerend inkomen tegen marginaal tarief. Als u geen ander vastgoed hebt dan uw gezinswoning, dan is dat maximaal 12,5 procent van het geïndexeerde kadastraal inkomen van uw eigen woning.
Bij koppels worden de voorwaarden per partner gecontroleerd. Het is dus perfect mogelijk dat één partner voldoet aan de voorwaarden en de andere partner niet. Een voorbeeld is een partner die al een appartementje had en in 2015 samen met zijn partner een grotere gezinswoning kocht.
DENK TWEE KEER NA VOORALEER U UW SCHULDSALDO- VERZEKERING AANGEEFT
Met de woonbonus kunt u fiscaal voordeel halen uit de premies die u betaalde voor uw schuldsaldoverzekering. Maar dat is alleen zinvol als u op het einde van het jaar leende en dus onvoldoende intresten en kapitaalaflossingen hebt betaald in 2015 om uw fiscale korf te vullen. Het aangeven van uw schuldsaldoverzekering heeft belangrijke consequenties. Zodra u uw schuldsaldoverzekering ook maar één keer opneemt in uw belastingaangifte, wordt een eventuele latere uitkering belast. Uw erfgenamen krijgen dus de rekening gepresenteerd, zelfs al leverde de aangifte geen extra belastingvoordeel op.