Vruchtgebruik woning : kosten aftrekbaar?

Aftrek vruchtgebruik veiligstellen…

Uw bvba heeft het vruchtgebruik van een woning en trekt die kosten af. De fiscus is daar niet voor en nu lijkt het Hof van Cassatie te volgen. In welke zin?

De ‘bezoldigingstheorie’. 

Er bestaat al langer discussie over de aftrek door een vennootschap van de kosten van (het vruchtgebruik van) de privéwoning van de bedrijfsleider. Volgens de fiscus zijn dit nl. geen beroepsmatige kosten voor de vennootschap. In de rechtspraak werd echter meer en meer aanvaard dat de terbeschikkingstelling van de woning aan de bedrijfsleider als een ‘loon in natura’ beschouwd kan worden, waardoor de kosten van de woning wél aftrekbaar zijn. Concreet: wanneer het zgn. voordeel van alle aard (VAA) voor het privégebruik correct aangegeven is, is alles ‘in orde’ volgens de rechters.

 

Nieuw standpunt. 

Onlangs besliste het Hof van Cassatie (in een arrest van 20.06.2013) dat de kosten van het vruchtgebruik van de woning van een cardioloog niet aftrekbaar zijn voor zijn bvba, omdat ze niets te maken hebben met het maatschappelijke doel van die bvba (het beoefenen van de cardiologie), ook al werd er een VAA aangegeven en ook al was het aankopen van het vruchtgebruik van een privéwoning toegelaten in de statuten. Vermits er nooit enige medische activiteit uitgeoefend werd in het pand, werden de kosten volgens het Hof uitsluitend gemaakt in het voordeel van de zaakvoerder en niet van de vennootschap.

 

Niet altijd een probleem! 

Belangrijk in deze betwisting was nl. het feit dat het pand (quasi) volledig privé gebruikt werd. Dit impliceert dat er in principe geen probleem inzake de aftrek van het vruchtgebruik is als ook uw praktijk in het gebouw gevestigd is. Dat heeft het Hof van Cassatie ondertussen zelfs al bevestigd (arrest van 20.06.2014) .

 

Tip. 

Bevindt uw eigenlijke praktijk zich niet in dit gebouw, probeer er dan voortaan toch ook ‘af en toe’ cliënten te zien. Zo zou u kunnen vermijden dat u totaal geen verhaal heeft…  Maak ook van ‘onroerende verrichtingen’ een ‘hoofddoel’ in de statuten van uw vennootschap, zo kadert de onroerendgoedverrichting in een van de hoofdactiviteiten van uw vennootschap (ze gebruikt het pand dan beroepsmatig voor de verwezenlijking van haar statutair doel) en kan de bezoldigingstheorie in principe veel moeilijker verworpen worden.

 

Cassatie verwerpt de bezoldigingstheorie voor een uitsluitend privé gebruikt pand. Vermijd problemen door uw statuten aan te passen en uw vennootschap een deel van het pand beroepsmatig te laten gebruiken.