- 30 mei 2011
- Gepost door: boekhouder.be
- Categorie: FAQ
Inhoudsopgave:
Alcoholverkoop en verkoop van rookartikelen en tabak
Stadsecretariaat : Drankslijterijen en cafés
‘(*) Strafregister – (het vroegere getuigschrift van goed gedrag en zeden)
(**) Brandreglementering:kader
Alcoholverkoop en verkoop van rookartikelen en tabak
Enkel een winkel die geestrijke drank wil verkopen en verkopers van rookartikelen en tabak, moeten een beroepsaangifte 108 doen bij de douane.
Adres: Kantoor van douane en accijnzen, Wissenstraat 20, 9200 Dendermonde, tel. 0257-724 40, fax 0257-953 15, open van maandag tot en met vrijdag: 8-12 en 13-16 uur.
Opgelet: voor de verkoop van alle soorten alcohol in vaste vestigingen (dus in winkels, horeca) zijn er nog andere vergunningen nodig; contacteer hiervoor het stadssecretariaat.
Stadsecretariaat : Drankslijterijen en cafés
Vooraleer een permanente drankgelegenheid bv. café, restaurant of taverne te openen (en ook bij overname ervan), dient u een vergunning te bekomen om gegiste of sterke dranken te schenken.
- U vraagt een uittreksel uit het strafregister (het vroegere attest van goed gedrag en zeden) aan bij het gemeentebestuur waar u gedomicilieerd bent
- U contacteert de gewestelijke vrijwillige brandweer (**) voor de keuring (hygiëne en brandpreventie) van de drankslijterij. Let wel, de brandweer rekent een vergoeding aan per keuringsverslag. Dit verslag (= hygiëneattest) wordt automatisch doorgestuurd naar het stadssecretariaat.
- U wordt opgeroepen voor de verdere afhandeling van het dossier door het stadssecretariaat. Breng het uittreksel uit het strafregister mee. Op basis van de bekomen gegevens wordt een openingsvergunning afgeleverd.
Voor de inrichting van gelegenheidsslijterijen en tijdelijke drankgelegenheden (bv. ter gelegenheid van een braderie, kerstmarkt, fuif, bal, …) , neemt u best een tweetal weken vooraf contact op met de dienst middenstand.
Ook bij het gebruik van alcohol bij de bereiding van maaltijden/voeding (bv. in een restaurant, snackbar, bakkerij, beenhouwerij, …), alsook bij de verkoop van sterke dranken in een winkel informeert u zich best vooraf naar mogelijke vergunningen en verplichtingen.
LET OP: binnenkort wordt de beroepsaangifte 108 voor drank, tabak en rookartikelen afgeschaft. De wijzigingen zullen hier vermeld worden. Alvorens naar het douanekantoor te gaan, kan u hen best telefoneren.
Voor tijdelijke alcoholverkoop (bijvoorbeeld tijdens de kerstmarkt, een evenement, een fuif) dient u een schriftelijke aanvraag aan het college van burgemeester en schepenen te richten (te bezorgen aan de dienst middenstand; best minstens drie weken vóór de activiteit) en dient u ook een uittreksel uit het strafregister (*)aan te vragen bij de dienst bevolking.
Hygiënewetgeving
Wie een zaak uitbaat in de sector voeding en/of drank moet rekening houden met de hygiënewetgeving. Bijvoorbeeld: bewaartemperatuur, afscherming van de voedingsmiddelen van het publiek, enzovoort.
Info vindt u op http://www.favv.be/ (voor een zaak vooral bij ‘beroepssectoren’).
Contactgegevens FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen): http://www.favv.be/contact-nl/.
Meer info voor een zaak in Oost-Vlaanderen vindt u bij PCE Oost-Vlaanderen. Let op: als u info wenst, contacteert u het algemeen adres (niet dat voor de ‘verplichte melding’).
Vergunning van het FAVV
Zaken in voeding en/of drank hebben een registratie en voor sommige activiteiten een toelating of een erkenning nodig: info en aanvraagformulieren vindt u op http://www.favv.be/, klik op welkom>beroepssectoren>erkenningen, toelatingen en registratie.
Medisch attest voor personen die in de voeding werken
De medische geschiktheid van werknemers, die in de voeding werken, wordt gecontroleerd door de arbeidsgeneeskundige dienst.
Sinds 2005 worden de zelfstandigen die in de voeding werken (productie, verkoop, verhandeling: dus ook bijvoorbeeld zelfstandigen, die in de kinderopvang werken) ook gecontroleerd. Het medisch attest (jaarlijks te vernieuwen) mag door de huisarts opgesteld worden. Er moet op vermeld worden dat de zelfstandige medisch geschikt is om met voeding of in de keuken te werken (of beide soorten arbeid te verrichten). Er bestaat geen standaardformulier voor. De zelfstandige dient dit formulier op zijn werkplaats bij te houden voor het geval er controle is.
Professionele ambulante verkopers van voeding (en gelegenheidsverkopers van voeding)
Zie www.favv.be, klik op welkom>beroepssectoren>levensmiddelen>richtlijnen voor de professionele ambulante verkoper vs. gelegenheidsverkoper (in de rechterkolom)
Nacebel voor een nachtwinkel 47112 ,47251 ,4726001
‘(*) Strafregister – (het vroegere getuigschrift van goed gedrag en zeden)
Het gemeentelijk strafregister is het register, al dan niet elektronisch beheerd, waar gerechtelijke feiten van de inwoners worden geregistreerd.
Buiten het informeren van de strafrechter, heeft het strafregister de taak om particuliere personen te voorzien van een uittreksel uit het strafregister (het vroegere attest van goed gedrag en zeden).
Zo moet bv. het gemeentebestuur een uittreksel uit het strafregister vragen aan personen die een café willen beginnen, vraagt bv. het ministerie van onderwijs dergelijk uittreksel bij benoeming van een leerkracht.
Er zijn twee modellen van uittreksel uit het strafregister naargelang het doel waarvoor ze bestemd zijn. De aanvrager dient het doel te laten kennen en deze verklaring wordt vermeld op het uittreksel.
Model 1: Bestemd voor openbare besturen, particuliere en privé-instellingen, wanneer het gevraagd wordt in alle andere gevallen dan die waarvoor het tweede model voorzien is.
Model 2: Bestemd voor openbare besturen, particuliere en privé-instellingen, wanneer het gevraagd wordt voor een activiteit die onder opvoeding, psycho-medische-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt.
Dit uittreksel kan aangevraagd worden aan het loket op vertoon van de identiteitskaart.
De aanvraag kan ook schriftelijk, via het digitaal loket of telefonisch gebeuren.
Info: Sofie Spinoy, tel. 052-25 11 72.
Twee werkdagen na de aanvraag kan het uittreksel afgehaald worden door de betrokken persoon of door derden, mits voorlegging van een volmacht en een kopie van de identiteitskaart.
De afgifte van dit document gebeurt bij de dienst bevolking in de gemeente waar de aanvrager in het bevolkingsregister is ingeschreven.
(**) Brandreglementering:kader
De hoofdvereiste om het aantal branden tot een minimum te herleiden en in geval van brand de veiligheid van personen te waarborgen en materiële schade te beperken, is een doelgericht preventiebeleid en een systematische controle. Om deze doelstelling te verwezenlijken beschikt de preventieofficier over wetten, koninklijke besluiten, besluiten van de Vlaamse regering, ministeriële besluiten, politiereglementen, mededelingen, sommige artikels van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en de codex over het welzijn op het werk. De basisnormen voor de brandpreventie zijn vervat in het KB van 19 december 1997. Dit KB is van toepassing op alle gebouwen waarvoor na 31 december 1997 een bouwvergunning werd ingediend. De gebouwen met maximaal twee bouwlagen en met een totale oppervlakte kleiner of gelijk aan 100 m² en de eengezinswoningen vallen niet onder het toepassingsgebied van dit KB. Volgens de hoogte onderscheidt men: hoge gebouwen = hoogte > 25 m, middelhoge gebouwen = hoogte begrepen tussen 10 m en 25 m, lage gebouwen = hoogte < 10 m.
Er bestaan ook specifieke preventienormen voor:
- rust- en verzorgingshuizen;
- hotels;
- onderwijsinrichtingen;
- openluchtcreatieve verblijven en weekendblijven;
- publieke toegankelijke inrichtingen;
- schietstanden;
- springstoffen en vuurwerk;
- stadions;
- ziekenhuizen;
- cafés, restaurants;
- dancings;
- enz.
Voor de industriële gebouwen zullen de basisnormen nog verschijnen. In afwachting wordt het KB van 19 december 1997 als basisnorm gehanteerd.
Hoe werkt brandpreventie?
Voor alle gebouwen waarvoor een bouwaanvraag wordt ingediend (eengezinswoningen uitgezonderd) dient de preventie-officier aan de hand van de plannen en de bestemming van het gebouw een brandpreventieverslag op te stellen.
Dit preventieverslag bevat alle maatregelen waaraan het gebouw moet voldoen om:
- het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting van brand te voorkomen;
- de veiligheid van de aanwezigen te waarborgen;
- het preventief ingrijpen van de brandweer te vergemakkelijken.
Dit preventieverslag wordt bij de bouwaanvraag gevoegd en is bindend. Als het gebouw is afgewerkt controleert de preventieofficier of de preventiemaatregelen werden uitgevoerd. Indien wordt voldaan ontvangt de bouwheer via de burgemeester een bewijs dat het gebouw voldoet aan de gestelde eisen inzake brandvoorkoming, brandbestrijding en evacuatiemogelijkheden. Indien niet wordt voldaan dient de bouwheer zich binnen een vastgestelde termijn in regel te stellen. Bij weigering om het gebouw in regel te stellen conform het preventieverslag kan tot sluiting worden overgegaan. De preventieofficier heeft bovendien een permanente opdracht om nazicht uit te oefenen op alle brandgevaarlijke inrichtingen die onderworpen zijn aan wetgevingen, verorderingen, voorschriften en reglementeringen met betrekking op bescherming tegen brand- en paniekrisico’s.
Milieuvergunning
De inrichtingen die hinderlijk worden geacht voor ons milieu worden in 3 klassen onderverdeeld afhankelijk van de aard en de belangrijkheid van de daaraan verbonden milieueffecten. Voor het toestaan van een vergunning aan de inrichtingen klasse 1 en 2 wordt het advies van de brandweer ingewonnen. Dit advies is eveneens bindend.
Verklaring van hygiëne
De preventieofficier staat in voor het opstellen van een plan en een verklaring van hygiëne van de drankgelegenheid waaruit blijkt dat die voldoet aan de geldende eisen inzake ligging, oppervlakte, hoogte, luchtverversing, verlichting, verdeling binnenhuis en sanitaire installaties. De vergunning kan maar toegekend worden indien wordt voldaan aan hygiëne en het brandpreventieverslag.
Algemeen
Deze taken opgedragen door de overheid worden in Dendermonde uitgevoerd door 6 preventieofficieren (vrijwilligers) onder toezicht van de kapitein-dienstchef. De uitgevoerde opdrachten zijn gebonden aan het retributiereglement dienaangaande opgelegd door het stadsbestuur.
Besluit
Tot slot willen we er op wijzen dat een perfecte brandbeveiliging niet zaligmakend is, maar dat ook het preventiebeleid, de verantwoordelijkheidszin en het gedrag van de aanwezige personen bepalende factoren zijn bij het voorkomen van rampen.