Wat als je laag kadastraal inkomen: welke huurwaarde?

 

De volgende casus doet zich voor. Een vennootschap is vruchtgebruiker van een onroerend goed dat zij voor een gunstprijs verhuurt aan haar bedrijfsleider.

De vraag die zich stelt is hoe het voordeel van alle aard, in de veronderstelling dat dit aanwezig is, moet worden vastgesteld: op forfaitaire basis of op basis van de reële huurwaarde?

Werkelijke huurwaarde min betaalde huur

De Administratie is van mening dat forfaitaire ramingsregels in casu niet van toepassing zijn omdat deze enkel gelden voor een ter beschikking gesteld onroerend goed (eventueel met een eigen bijdrage) en niet op een verhuurd onroerend goed (met betaling van een huurprijs).

De Administratie vertrekt dus van de reële huurwaarde van het onroerend goed en trekt daarvan de betaalde huur af.

Bv. de reële huurwaarde bedraagt 15.000 EUR en de betaalde huur 6.000 EUR, dan blijft een te belasten voordeel van 9.000 EUR.

Forfait min betaalde huur

De belastingplichtige daarentegen is van mening dat de forfaitaire ramingsregels van toepassing zijn, ongeacht of er sprake is van terbeschikkingstelling, dan wel van huur.

Bv. het forfaitair vastgestelde voordeel bedraagt 8.000 EUR en de betaalde huur 6.000 EUR, dan blijft een te belasten voordeel van 2.000 EUR.

Hof geeft belastingplichtige gelijk

Het hof van beroep van Gent stelt de Administratie in het ongelijk. De forfaitaire raming van het voordeel van alle aard is van toepassing, ongeacht het onroerend goed door de vennootschap wordt verhuurd dan wel ter beschikking wordt gesteld van de bedrijfsleider.