Onlangs meldden de kranten dat de fiscus in 2016 ruim 2.700 verklikkingen ontvangen heeft. Wat doet uw controleur eigenlijk met zo’n verklikking? Moet de fiscus u meegeven van wie die klacht dan in feite komt?
Verklikken is in!?
Is dat veel, 2.700 verklikkingen? Dat is afhankelijk van hoe u het bekijkt. Het is ongeveer evenveel als in 2015, maar wel bijna vier keer zoveel als in 2011. De stijging op enkele jaren tijd is dus behoorlijk spectaculair. Aan de andere kant zijn er meer dan 9 miljoen belastingplichtigen in de personenbelasting, en is 2.700 slechts 0,03% van 9 miljoen. Zo bekeken gaat het dus nog altijd om een erg beperkt fenomeen.
Vanwaar die stijging? Dat is voor zover we weten nog nooit serieus onderzocht. Er wordt weleens beweerd dat de maatschappelijke tolerantie voor belastingontduiking verminderd is, als gevolg van o.a. de economische crisis en het feit dat er meer over fraude, belastingparadijzen, enz. bericht wordt. In elk geval is de stijging niet het resultaat van een actie van de fiscus, want die stimuleert klikken niet. Er is, anders dan soms gedacht wordt, geen speciale ‘fiscale kliklijn’.
Let op! Sinds oktober 2015 bestaat er wel een speciale kliklijn voor sociale fraude, het zgn. Meldpunt voor Eerlijke Concurrentie. Dat zou in één jaar tijd al ruim 6.000 verklikkingen ontvangen hebben. Anoniem melden kan daar wel niet.
Wat doet de fiscus daarmee?
U moet belastingen bijbetalen? Neen, toch niet automatisch in elk geval. De fiscus zal u louter op basis van een verklikking niet extra gaan belasten. Wat iemand (anoniem) over u beweert, is uiteraard nog geen bewijs.
Verticaal geklasseerd? Neen, dat nu ook weer niet. Verklikkingen worden niet gewoon in de vuilnisbak gegooid. Dat geldt ook voor anonieme meldingen, die ongeveer één derde van het totaal uitmaken. Alle verklikkingen worden op dezelfde manier behandeld.
Wat gebeurt er dan wel mee? De verklikkingen worden door de dienst waar ze binnenkomen aan een eerste analyse onderworpen. Er wordt m.a.w. beoordeeld wat ermee aangevangen kan worden. Zo nodig worden er bijkomende inlichtingen ingewonnen. Er zal dan eventueel iemand van de opsporingsdiensten langskomen. Nadien wordt de verklikking verstuurd naar de bevoegde controledienst, als ze daar niet ingediend is.
Tip. De bevoegde controledienst is in principe uw gewone controle, dus niet de zgn. BBI of Bijzondere Belastinginspectie.
Gevolgen voor eventuele controle? Neen. Indien de fiscus, bij het onderzoek van de verklikking en na eventueel verdere inlichtingen te hebben ingewonnen, beslist om een controle bij u uit te voeren, dan verloopt die controle volgens alle normale spelregels. De bewering van iemand dat u fraudeert, is immers geen ‘aanwijzing van belastingontduiking’. Dat geeft de fiscus dus niet het recht om de normale controle- en aanslagtermijn van drie jaar uit te breiden tot zeven jaar.
Mag u weten wie de verklikker is? Neen. Volgens een vroegere minister van Financiën heeft u dat recht niet. Vermoedt u echter dat een onderzoek het gevolg is van een klacht, dan mag de controleur dat bevestigen, maar hij mag de identiteit van de klachtindiener niet bekendmaken noch omstandige uitleg verschaffen over de inhoud van die klacht.
U moet niet onmiddellijk het ergste vrezen bij een verklikking. Een klacht, ook al is die niet anoniem, bewijst immers helemaal niets. De fiscus moet nog altijd zelf bewijzen verzamelen via de normale controletechnieken en binnen de normale controletermijnen. Van wie de klacht komt, mag de fiscus u echter niet zeggen.