- 8 maart 2020
- Gepost door: Wouter
- Categorie: FAQ
Wat heeft 2020 voor de vennootschap in petto?
Met ingang van belastbaar tijdperk 2020 kijkt B&A Advies graag naar wat ons te komen staat. B&A Advies anticipeert het liefst op nieuwe wijzigingen in plaats van achterop te hinken.
Kennis is macht.
Klaar om ietwat machtiger te worden en te ontdekken wat de vennootschap te wachten staat in 2020? Is 2020 het jaar van de optimalisatie?
Wat heeft 2020 voor de vennootschap in petto?
De grootste blikvanger van het Zomerakkoord verlicht de fiscale druk voor vennootschappen. Voor het belastbaar tijdperk 2020 treedt de tweede fase van de Wet van 25 december 2017 tot hervorming van het stelsel van de vennootschapsbelasting in werking.
De vennootschapsbelastingen zijn gestart op 33,99 %.
Voor boekjaren 2018 en 2019 bedraagt het nominale tarief nog 29,58 % (29 % plus 2 % aanvullende crisisbijdrage).
Vanaf het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2020 is het nominale tarief gelijk aan 25 %.
Het eenvoudigste is als het boekjaar van de vennootschap gelijk is aan het kalenderjaar.
Dan profiteert de vennootschap vanaf 1 januari 2020 al van dit verlaagde tarief.
De vennootschap heeft minder geluk als het boekjaar start op 1 juli.
De winsten tot en met 30 juni worden belast onder het hogere tarief.
Een optimalisatie door het boekjaar te wijzigen heeft echter geen zin. De fiscus heeft duidelijk aangegeven met dergelijke wijzigingen geen rekening te houden.
Bedrijfswagens
De omvang van het bedrijfswagenpark spreekt boekdelen. Fiscaal gezien zijn bedrijfswagens voor een vennootschap interessant.
But winter is coming… De bestaande aftrekregels blijven nog even aan de orde: de financieringskosten zijn voor 100% aftrekbaar, brandstofkosten kan je voor 75% aftrekken en de overige autokosten zijn aftrekbaar van 50% tot 120% (afhankelijk van de CO2-uitstoot).
De categorie van 120% geldt wel enkel voor 100% elektrische wagens.
De ‘fake’ hybride bedrijfswagen gaan voor de bijl.
Heeft de wagen een elektrische motor met een kracht van minder dan 0,5 kWh per 100 kg van het autogewicht en is die na 1 januari 2018 besteld door de vennootschap?
Dan zal de vennootschap gestraft worden en belast worden aan een hoger voordeel vanaf 2020.
Niet langer de erg lage officiële CO2-uitstoot, maar de veel hogere reële uitstoot van de niet-hybride tegenhanger telt als basis voor het belastbaar voordeel.
Optimalisatie kan hier zeker.
Investeringen
In een vorig artikel hebben we de ondernemers wakker proberen schudden: “U bent van plan om binnenkort een investering te doen in uw vennootschap? Doe het dan zeker nog vóór 2020! De fiscale voordelen voor kleine vennootschappen worden vanaf 2020 immers minder interessant.”
Degressieve afschrijvingenworden niet langer toegestaan vanuit fiscaal oogpunt voor activa die zijn verkregen vanaf 1 januari 2020.
Reden waarom B&A Advies adviseerde om uw investeringen nog dit jaar te doen, waardoor de eerste afschrijving nog vóór 1 januari 2020 plaatsvindt en die activa nog de oude regeling kunnen genieten.
Vooral kleine vennootschappen hadden hier het meeste voordeel bij want tot 1 januari 2020 kunnen zij investeringen in het jaar van verwerving al voor een volledig jaar afschrijven.
Vanaf 1 januari 2020 kan de eerste afschrijving slechts pro rata als beroepskost worden geboekt.
Voor investeringen die gebeuren in 2020 zal men echter wel gebruik kunnen maken van het verlaagde gunsttarief van 10 %, maar enkel in de mate dat er in dat jaar ook investeringen gebeuren. Ook hier kan optimalisatie gebeuren, doch dient men aandachtig te zijn voor de wettelijke voorwaarden.
Winstuitkeringen in 2020 – uitkering liquidatiereserves
Inzake winstuitkeringen is 2020 eveneens een belangrijk jaar. Voor het eerst kan gebruik gemaakt worden van het uitkeren van een aangelegde liquidatiereserve.
Kleine vennootschappen die een liquiditeitsreserve aanleggen kunnen die bij de vereffening uitkeren zonder dat er nog roerende voorheffing moet worden ingehouden.
Met het oog op optimalisatie is het hier niet onbelangrijk mee te geven dat er een lager belastingtarief geldt dan voor de uitkering van een gewone reserve.
Voor liquidatieboni die worden toegekend of betaalbaar gesteld sinds 1 oktober 2014, bedraagt de roerende voorheffing 25%. De afzonderlijke aanslag van 10% die de vennootschap betaalt is dus (behalve de vennootschapsbelasting) de enige belasting op de uitkering van de liquidatiebonus.
De uitkering van een liquidatiereserve als gewoon dividend is ook onderworpen aan de roerende voorheffing.
Het tarief is 15 % voor een uitkering binnen 5 jaar te rekenen vanaf de laatste dag van het betreffende belastbaar tijdperk, en 5 % voor een latere uitkering. De uitkering met slecht 5 % roerende voorheffing is nu voor het eerst mogelijk vanaf 1 januari 2020 indien de liquidatiereserve is aangelegd in boekjaar 2014.
Dit kan dus een groot verschil opleveren in de te betalen belastingen.
De combinatie van de 10% afzonderlijke aanslag en de 15% of 5% roerende voorheffing levert immers een totaal belastingtarief op van 22,73% of 13,64%, dus minder dan de 25% of 15% roerende voorheffing op de uitkering van een dividend uit een gewone belaste reserve.
Juist kiezen en zo minder geld verliezen!
Conclusie
B&A Advies heeft geen glazen bol. Uiteraard zijn er nog een groot aantal andere wijzigingen die de vennootschap zullen treffen in 2020 waarop we niet kunnen ingaan in deze beperkte nieuwsbrief.
B&A Advies heeft als goed voornemen om haar kennis nog meer te delen en de ondernemers met kennis van zaken bij te staan, nu en in 2020!