- 24 mei 2021
- Gepost door: Wouter Devloo
- Categorie: FAQ
Geen reacties
Het belastingvoordeel voor het huis of appartement waar u woont, is een gewestelijke aangelegenheid. Hoeveel zo’n lening oplevert, hangt af van uw woonplaats én van het jaar waarin u leende.
Welk gewestelijk voordeel u krijgt, hangt niet af van de ligging van het vastgoed. Het is uw woonplaats op 1 januari 2021 die bepaalt voor welk voordeel u in aanmerking komt. Een overzicht van het belastingvoordeel in de drie gewesten naargelang het tijdstip van uw lening.
1. U leende van 2016 tot 2019
Voor leningen aangegaan in 2016 is er in alle gewesten een belastingvoordeel. Hebt u in 2017 , 2018 of 2019 voor uw gezinswoning geleend? Alleen Vlamingen en Walen kunnen een fiscaal voordeel in hun belastingaangifte claimen.
Inwoners van het Vlaams Gewest kunnen aanspraak maken op de ‘geïntegreerde woonbonus’, voor die van het Waals Gewest is er de wooncheque. Aan beide systemen zijn strikte voorwaarden gekoppeld. Wie leende voor zijn gezinswoning maar niet aan de voorwaarden voldoet, krijgt geen enkel belastingvoordeel meer.
In het Brussels Gewest is sinds 2017 het belastingvoordeel via de personenbelasting afgeschaft en vervangen door een onmiddellijke korting op de registratiebelasting die verschuldigd is bij de aankoop. Brusselaars kunnen met andere woorden via hun belastingaangifte geen belastingvoordeel voor leningen vanaf 2017 voor hun gezinswoning krijgen.
Vlaams Gewest: geïntegreerde woonbonus
Voor leningen voor de gezinswoning aangegaan vanaf 1 januari 2020 is er geen belastingvoordeel meer via de jaarlijkse belastingaangifte.
Voor leningen afgesloten voor die datum blijven de belastingvoordelen onverminderd gelden, zolang aan de voorwaarden voldaan wordt.
Voor leningen afgesloten voor die datum blijven de belastingvoordelen onverminderd gelden, zolang aan de voorwaarden voldaan wordt.
De ‘geïntegreerde woonbonus’ is voor leningen afgesloten vanaf 2016.
Het belastingvoordeel is er zowel voor wie voor het eerst eigenaar wordt als voor wie al eerder vastgoed kocht.
De betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor een schuldsaldoverzekering die u fiscaal kunt inbrengen, zijn geplafonneerd.
Voor iedereen is dat een basisbedrag van 1.520 euro. Voor wie geen eigenaar is van ander vastgoed is er een verhoging met 760 euro tijdens de eerste tien jaar van de lening en met 80 euro voor wie minstens drie kinderen ten laste had op 1 januari na het afsluiten van de lening. Let wel, die beide verhogingen blijven alleen behouden als het nog altijd uw enige woning is. De fiscus houdt evenwel geen rekening met de mede-eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik verkregen via een erfenis.
Het belastingvoordeel is er zowel voor wie voor het eerst eigenaar wordt als voor wie al eerder vastgoed kocht.
De betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor een schuldsaldoverzekering die u fiscaal kunt inbrengen, zijn geplafonneerd.
Voor iedereen is dat een basisbedrag van 1.520 euro. Voor wie geen eigenaar is van ander vastgoed is er een verhoging met 760 euro tijdens de eerste tien jaar van de lening en met 80 euro voor wie minstens drie kinderen ten laste had op 1 januari na het afsluiten van de lening. Let wel, die beide verhogingen blijven alleen behouden als het nog altijd uw enige woning is. De fiscus houdt evenwel geen rekening met de mede-eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik verkregen via een erfenis.
Voor die bedragen krijgt u een belastingvermindering van 40 procent, wat het maximale belastingvoordeel op 944 euro (exclusief gemeentebelasting) brengt voor wie voor het eerst koopt en de beide toeslagen krijgt. Voor wie al ander vastgoed bezit, komt het maximumvoordeel uit op 608 euro (exclusief gemeentebelasting). Let wel, de fiscus houdt geen rekening met een woning verkregen via erfenis in mede-eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik.
Tip! Optimalisatie voor koppels
Gehuwden en wettelijk samenwonenden die samen hun belastingaangifte indienen en allebei voldoen aan de voorwaarden voor de geïntegreerde woonbonus kunnen de intresten en kapitaalaflossingen vrij onder elkaar verdelen. Het maakt niets uit wie de bedragen heeft betaald. Voorwaarde is wel dat elke partner mee heeft geleend en bovendien mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder is van de woning. Die optimalisatie moet u zelf doen: geef bij de partner die de meeste belasting moet betalen (en doorgaans het grootste inkomen heeft) een bedrag aan tot zijn maximum en de rest bij de andere partner.
Voldoet maar één partner aan de voorwaarden, dan moeten de betalingen verdeeld worden volgens het eigendomspercentage. Dat is ook de werkwijze voor feitelijke samenwoners.
De juiste codes
- De intresten en kapitaalaflossingen geeft u aan in vak IX in het blok ‘Gewestelijk’ onder de titel ‘Interesten en kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen van 2016 tot 2019 …’
bij de code 3334/4334 - en de premies van de schuldsaldoverzekering bij de code 3335/4335.
- De volgende codes zijn er om na te gaan of u recht hebt op de toeslagen van 760 en 80 euro.
- Bij de codes 3336-3337/4336-4337 moet u aangeven of het nog steeds uw enige woning is en
- bij de codes 3330/4330 vermeldt u het aantal kinderen op 1 januari na het afsluiten van uw lening.
Waals Gewest: wooncheque
Inwoners van het Waals Gewest kunnen de ‘chèque habitat’ of wooncheque claimen voor de betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor de schuldsaldoverzekering. Het belastingvoordeel hangt af van het netto belastbaar inkomen (NBI), wat betekent dat het van jaar tot jaar kan verschillen.
Het maximumvoordeel van 1.520 euro is er voor wie minder dan 22.380 euro verdient. Naarmate het inkomen stijgt, daalt het belastingvoordeel. Het wordt berekend volgens de formule: 1.520 euro – (NBI-22.380) x 1,275 procent. Wie meer dan 86.322 euro verdient, krijgt geen enkel belastingvoordeel. Het belastingvoordeel kan nooit meer bedragen dan de effectief betaalde aflossingen en interesten.
Voor elk kind op 1 januari 2021 is er een toeslag van 125 euro. Die toeslag is er voor beide ouders samen en moet dus verdeeld worden. Bij een fiscaal co-ouderschap krijgt elke ouder de helft. Vullen ouders een gezamenlijke aangifte in en heeft maar één recht op de wooncheque, dan krijgt die ouder de volledige toeslag van 125 euro. Dat geldt ook als maar een van de partners een belastbaar inkomen heeft van maximaal 86.322 euro.
De wooncheque kan nooit langer worden toegekend dan de looptijd van de lening en is sowieso beperkt tot 20 jaar, zelfs al gaat u na de twintigjarige termijn nog een lening aan. Na tien jaar halveert de waarde van de wooncheque automatisch. Ook als u in de loop van de lening ander vastgoed koopt, halveert de wooncheque. De halvering komt er vanaf het jaar waarin u volle eigenaar, blote eigenaar, bezitter, vruchtgebruiker of erfpachter wordt van een tweede woning. Als de wooncheque al gehalveerd is in de loop van de eerste tien jaar, is er geen automatische halvering meer vanaf het elfde jaar.
Gehuwden en wettelijk samenwonenden die een gezamenlijke belastingaangifte invullen en samen leenden, moeten de betaalde intresten en kapitaalaflossingen verdelen volgens hun eigendomspercentage in het gefinancierde pand.