Wat is het belastingsvoordeel bij investering in KMO van familie en vrienden?

Alle gewesten hebben een belastingvoordeel voor wie de zaak van een vriend of familielid steunt. Door de coronacrisis zijn de mogelijkheden uitgebreid.

In vak XI op uw belastingaangifte vindt u de zogenaamde belastingkredieten. Die lijken op een belastingvermindering, maar zijn toch niet helemaal hetzelfde. Bij zowel een belastingvermindering als een belastingkrediet wordt het belastingvoordeel verrekend met de belasting die u moet afdragen. Betaalt u weinig of geen belastingen en kan het voordeel niet volledig worden verrekend? Bij een belastingvermindering gaat het voordeel (deels) verloren. Dat gebeurt niet bij een belastingkrediet: u krijgt het deel uitbetaald dat niet kon worden verrekend.
Het vak verschilt in de drie gewesten. In het Vlaams Gewest is er de win-winlening, in het Waals Gewest hebben ze de ‘coup de pouce’-lening en in het Brussels Gewest spreken ze van de ‘Proxilening’.

Vlaamse win-winlening

Met de win-winlening kunnen Vlaamse particulieren al jaren tot 50.000 euro uitlenen aan een of meerdere kmo’s, met een zetel of filiaal in het Vlaams Gewest. De achtergestelde lening heeft een vaste looptijd van 8 jaar. Leningen gesloten in 2020 en 2021 moeten een rentevoet van minimaal 0,875 en maximaal 1,75 procent hebben. Wie zo’n lening toestaat, krijgt een jaarlijkse belastingkorting van 2,5 procent op het openstaande kapitaal, wat het maximale voordeel op 1.875 euro brengt.
Omdat veel ondernemers tijdens de coronacrisis nood hebben aan extra kapitaal, werden de mogelijkheden uitgebreid voor win-winleningen afgesloten vanaf 7 oktober 2020. Het maximale kredietbedrag is van 50.000 euro opgetrokken naar 75.000 euro. De duurtijd hoeft niet langer acht jaar vast te zijn, maar kan schommelen tussen vijf en tien jaar. Behalve een terugbetaling op de eindvervaldag zijn nu ook driemaandelijkse, halfjaarlijkse of jaarlijkse aflossingen van het kapitaal mogelijk. Ook een vervroegde terugbetaling is toegestaan.
Er is een garantie voor het geval de kmo failliet gaat of het bedrijf de lening niet langer kan terugbetalen na een gerechtelijke reorganisatie, een ontbinding, of een vrijwillige of gedwongen liquidatie: een eenmalig belastingkrediet van 30 procent van het verloren gegane kapitaal. Daarmee kan de ontlener 30 procent van zijn centen terugkrijgen. Voor leningen gesloten tussen 16 maart 2000 en uiterlijk 31 december 2021 werd dat vangnet uitgebreid tot een eenmalig belastingkrediet van 40 procent, en dat voor de volledige looptijd van de win-winlening. Door dat onderscheid zijn er nieuwe codes op uw aangifte.
Bovendien kon de duur van een lopende lening die in 2020 verviel met maximaal twee jaar worden verlengd. Ook kleine aandeelhouders – met maximaal 5 procent van de aandelen – zullen voortaan een win-winlening kunnen verstrekken aan de vennootschap.

Vriendenaandeel vanaf 2021

De Vlaamse regering creëerde behalve de win-winlening een extra Vlaamse mogelijkheid om een bevriende kmo te steunen: het vriendenaandeel. Dat belastingvoordeel is er pas sinds 11 februari 2021 en vindt u daarom nog niet terug in deze belastingaangifte.
Met het vriendenaandeel worden familie en vrienden fiscaal gestimuleerd om in te tekenen op een kapitaalverhoging van een kmo met nieuwe aandelen op naam. De grens van 75.000 euro per inbrenger per jaar geldt voor de win-winlening en het vriendenaandeel samen. Voor het vriendenaandeel zal er een belastingkrediet zijn van 2,5 procent op het geïnvesteerde bedrag gedurende maximaal 5 jaar, wat het maximale voordeel op 1.875 euro brengt op jaarbasis. De aandelen moet vijf jaar worden bijgehouden. De berekening van het belastingvoordeel gebeurt per dag vanaf de datum van de volstorting.
De vriendenaandeelhouder moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. In tegenstelling tot wat geldt voor de win-winlening is er voor het vriendenaandeel geen garantieregeling voor een eventueel faillissement.

Brusselse Proxilening

De Brusselse Proxilening is een nieuwkomer op de belastingaangifte. Ze biedt sinds 15 oktober 2020 natuurlijke personen die in het Brussels Gewest wonen de mogelijkheid jaarlijks tot 75.000 euro uit te lenen aan een kmo of zelfstandige met een vestigingseenheid in het Brussels Gewest. Het bedrag dat kan worden uitgeleend, is beperkt: tot 50.000 euro per jaar per kredietgever en over de jaren heen tot 200.000 euro. Door de coronacrisis ligt het jaarplafond voor leningen in 2020 en 2021 op 75.000 euro. Een kmo kan maximaal 250.000 euro lenen, alleen voor leningen in 2020 en 2021 ligt het plafond op 300.000 euro.
De achtergestelde lening heeft een looptijd van vijf of acht jaar en het kapitaal kan op de einddatum in één keer worden terugbetaald, al is ook een maandelijkse, driemaandelijkse, zesmaandelijkse of jaarlijkse aflossingstabel mogelijk.
De ontleners krijgen voor leningen gesloten in 2020 en 2021 een rentevoet van minimaal 0,875 en maximaal 1,75 procent betaald. Daarbovenop komt het fiscale voordeel: in de eerste drie jaar is er een belastingkrediet van 4 procent van het uitgeleende kapitaal, wat het voordeel op maximaal 3.000 euro brengt. De eventuele jaren daarna valt het belastingvoordeel terug tot 2,5 procent, of dus maximaal 1.875 euro per jaar.
Bovendien is er een terugbetalingsgarantie: een eenmalig belastingkrediet van 30 procent in het geval van een faillissement, een gerechtelijke reorganisatie, een ontbinding of een vrijwillige of gedwongen liquidatie.

Waalse ‘prêt coup de pouce’

De ‘prêt coup de pouce’ is een vriendenlening aan zelfstandigen, micro-ondernemingen en kmo’s die gevestigd zijn in het Waals Gewest. De ontlener mag tot 50.000 euro aan een of meerdere kredietnemers uitlenen. De achtergestelde lening loopt vier, zes of acht jaar en het kapitaal wordt op de einddatum in één keer terugbetaald.
Voor leningen gesloten in 2020 en 2021 is er een rentevoet van minimaal 1 en maximaal 2 procent. Daarbovenop komt het fiscale voordeel: in de eerste vier jaar is er een belastingkrediet van 4 procent van het uitgeleende kapitaal, wat het voordeel op maximaal 2.000 euro brengt. Later valt het belastingvoordeel terug tot 2,5 procent, of dus maximaal 1.250 euro per jaar.
De eerste leningen werden in 2016 verstrekt, wat betekent dat de eerste vier jaar zijn verstreken en ze dus terugvallen op het lagere belastingvoordeel. Daarom is er vanaf deze belastingaangifte een opsplitsing in de codes, naargelang de leningen in 2016 of later zijn gesloten.
Er was geen vangnet voor het geval de kmo over de kop zou gaan. De coronacrisis heeft daar verandering in gebracht: er is een eenmalig belastingkrediet van 30 procent, maar alleen voor leningen gesloten vanaf 2021.

De juiste codes

De codes vindt u terug in vak XI.
Win-winlening
U geeft bij de code 3377/4377 het uitgeleende bedrag begin 2020 aan, bij de code 3378/4378 het bedrag bij het jaareinde. Ging de kmo over de kop, dan wordt een onderscheid gemaakt, afhankelijk van het tijdstip waarop de win-winlening werd gesloten. Dateert de lening van vóór 16 maart 2020, dan vult u het verloren bedrag in bij de code 3379/4379. Voor leningen vanaf 16 maart 2020 is dat de code 3368/4368.
Proxilening
U geeft bij de code 3392/4392 het bedrag aan dat op 31 december 2020 is uitgeleend. Ging de lening al verloren omdat de kmo bijvoorbeeld over de kop ging? U geeft de verloren hoofdsom aan bij de code 3393/4393.
Prêt coup de pouce
Voor de ‘prêt coup de pouce’ gesloten vanaf 2017 vult u bij de code 3384/4384 het uitstaande bedrag begin 2020 in en bij de code 3386/4386 het bedrag aan het einde van het jaar. Voor leningen gesloten in 2016 zijn dat respectievelijk de nieuwe codes 3387/4387 en 3388/4388.