- 29 september 2019
- Gepost door: Wouter
- Categorie: FAQ
Het nieuwe vennootschapsrecht bracht sinds mei 2019 de onheilstijding dat een aantal courante (en minder courante) vennootschapsvormen zouden verdwijnen as such.
De vermindering van het aantal vennootschapsvormen is een van de hoekstenen van het streven naar vereenvoudiging van het vennootschapsrecht. Veel van de opgeheven vennootschapsvormen zijn echter niet volledig verdwenen, maar keren dankzij de flexibilisering terug als varianten van andere vennootschapsvormen.
De vroegere CVBA zal niet zomaar kunnen worden omgezet in een CV. Het toepassingsgebied van de CV is ingeperkt ten opzichte van de vroegere CVBA. De CV wordt voortaan voorbehouden voor echte samenwerkingsdoeleinden in de zin van de ICA-coöperatieprincipes (International Co-operative Alliance). De flexibiliteit die geleid heeft tot het gebruik van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid voor allerhande ondernemingen (zoals vrije beroepen) die niet coöperatief zijn in de zin van de ICA-principes (zoals bijvoorbeeld “vrijwillig en open lidmaatschap” en “democratische controle door de leden”), zal voortaan gevonden kunnen worden in de BV. De bestaande mogelijkheid voor coöperatieve vennootschappen om door de minister bevoegd voor Economie te worden erkend als lid van de Nationale Raad voor de Coöperatie indien hun statuten aan bepaalde voorwaarden voldoen, wordt nu expliciet in het WVV vermeld.
De commanditaire vennootschap op aandelen (CommVA) wordt afgeschaft, maar de bepalingen met betrekking tot de NV worden gewijzigd zodat dergelijke commanditaire vennootschappen zich voortaan als een NV kunnen georganiseerd, bijvoorbeeld met een enige bestuurder die in de statuten kan worden benoemd, die hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld indien de statuten daarin voorzien en aan wie een vetorecht kan worden toegekend voor beslissingen over statutenwijzigingen, uitkeringen of zijn ontslag.
De landbouwonderneming (LV) overleeft als zodanig de invoering van het WVV niet, maar dit wordt opgevangen door de mogelijkheid om een VOF, een CommV, een BV of een CV door de minister bevoegd voor Economie te laten erkennen als landbouwonderneming (LO), indien is voldaan aan bepaalde voorwaarden die bij koninklijk besluit zullen worden vastgesteld.
De vennootschap met een sociaal oogmerk (VSO) is niet langer een afzonderlijke variant die mogelijk is voor alle vennootschappen met rechtspersoonlijkheid. Het WVV voorziet evenwel in de mogelijkheid dat een CV wiens voornaamste doel erin bestaat om, in het algemeen belang, een positieve maatschappelijke impact te bewerkstelligen op de mens, het milieu of de samenleving, door de minister bevoegd voor Economie als sociale onderneming (SO/ES) wordt erkend, op voorwaarde dat de vennootschap akkoord gaat met een bepaald dividendplafond, het liquidatiesaldo wordt bestemd voor een sociaal doel en dat de vennootschap voldoet aan bepaalde voorwaarden die bij koninklijk besluit zullen worden vastgesteld. Een CV kan de erkenning als erkende CV en als SO combineren.
Tenslotte worden twee andere nauwelijks gebruikte vennootschapsvormen, de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) en het (Belgisch) economisch samenwerkingsverband (ESV) – die beiden sterk lijken op de VOF – afgeschaft. Deze vennootschapsvormen overleven evenmin als varianten van andere vennootschapsvormen.
Het WVV trad in werking op 1 mei 2019 en wordt geleidelijk van toepassing. Vanaf 1 mei 2019 is het dan ook niet meer mogelijk om nieuwe vennootschappen op te richten in een door het WVV afgeschafte vennootschapsvorm. Bestaande vennootschappen vallen vanaf 1 januari 2020 onder de toepassing van het WVV. Vanaf dat moment zijn de dwingende bepalingen van het WVV onmiddellijk van toepassing.
Bestaande rechtspersonen met een vennootschapsvorm die door het WVV wordt afgeschaft, moeten worden omgezet in een van de overlevende vennootschapsvormen. Dit hoeft niet noodzakelijk de vennootschapsvorm te zijn die het meest op de afgeschafte vorm gelijkt. Indien zij op 31 december 2023 niet in een overblijvende vennootschapsvorm zijn omgezet, zullen zij van rechtswege als volgt worden omgezet:
– Een CommVA wordt een NV met één bestuurder
– Een LV wordt een VOF of, indien er stille vennoten zijn, een CommV
– Een ESV wordt een VOF
– Een CVOA wordt een VOF
– Een CVBA die niet voldoet aan de voorwaarden in de definitie van de nieuwe CV wordt een BV
Voor de omzetting in de vennootschapsvorm die meest op uw afgeschafte vennootschap lijkt is geen tussenkomst van de bedrijfsrevisor nodig, doch voor de vennootschapsvormen met beperkte aansprakelijkheid blijft de tussenkomst van de notaris nodig (CVBA => CV/BV en CommVA => NV).