Welke zijn de sancties ingeval van niet-benoeming van een commissaris?

Wanneer een vennootschap ertoe gehouden is op basis van de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Vennootschappen een commissaris te benoemen en nalaat dit te doen, voorziet het Wetboek in diverse sancties.

Artikel 171, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen voorziet in strafrechtelijke sancties die met vijf moeten worden vermenigvuldigd.

De artikelen 263, 408 en 528 van het Wetboek van Vennootschappen betreffen de aansprakelijkheid van de leden van het bestuursorgaan bij overtredingen op het Wetboek van Vennootschappen. Het niet-benoemen is een overtreding van dit Wetboek.

De artikelen 284, 411 en 554 van het Wetboek van Vennootschappen bepalen dat de kwijting alleen rechtsgeldig is wanneer de met het Wetboek van Vennootschappen strijdige verrichtingen zijn aangegeven in de oproeping.

Indien de leden van het bestuursorgaan geen risico’s wensen te lopen als de algemene vergadering geen commissaris benoemt, dan moeten ze als belanghebbende, op basis van artikel 131 van het Wetboek van Vennootschappen, de voorzitter van de rechtbank van koophandel