- 25 mei 2014
- Gepost door: Wouter
- Categorie: FAQ
Inhoudsopgave
Aftrekbaar of niet op het vlak van inkomstenbelastingen?[1]
Toegangskaarten en abonnementen
Kosten voor maaltijden en dranken
Toegangskaarten en abonnementen
Kosten voor maaltijden en dranken
De keerzijde van de medaille is
Als conclusie kunnen we stellen
Aftrekbaar of niet op het vlak van inkomstenbelastingen?[1]
Het is belangrijk om hier een onderscheid te maken tussen de gemaakte kosten voor toegangskaarten of abonnementen die ondernemingen aan hun zakenrelaties schenken en de gemaakte kosten voor maaltijden en versnaperingen tijdens dergelijke evenementen.
Toegangskaarten en abonnementen
De uitgaven die betrekking hebben op de toegang tot het evenement worden volledig gelijkgesteld met publiciteitskosten – en zijn bijgevolg 100% aftrekbaar – op voorwaarde dat u kan aantonen dat het gebruik van die locaties gericht is op het voeren van één of andere vorm van publiciteit voor de onderneming. Of m.a.w. gewoon kaarten of een abonnement cadeau doen voor het bijwonen van een concert of sportwedstrijd – zonder verder enige vorm van publiciteit – heeft tot gevolg dat dergelijke kosten als receptiekosten zullen worden beschouwd en dus maar voor 50% aftrekbaar zijn.
Op welke manier de onderneming reclame moet voeren, staat echter nergens duidelijk gespecifieerd. Het staat in elk geval buiten kijf dat op de één of andere manier duidelijk zichtbaar moet zijn dat de ontvangst op de wedstrijd of culturele activiteit uitgaat van uw onderneming. De naam van uw onderneming moet dus m.a.w. alomtegenwoordig zijn binnen de ruimte die u hebt afgehuurd of gereserveerd.
Verzamel m.a.w. zoveel mogelijk duidelijk bewijsmateriaal. Zo kan de zichtbaarheid al een flink stuk verhoogd worden door het ophangen van vlaggen met daarop de naam van uw bedrijf, logo’s, de aanwezigheid van een desk of bedrijfsstand, publicatie in programmaboekjes, … Het kan uiteraard geen kwaad om wat foto’s te nemen tijdens het evenement om de belastingcontroleur daadwerkelijk te overtuigen indien hij twijfels mocht hebben gezien hij doorgaans en soms wel terecht deze kosten met een kritische blik bekijkt.
Kosten voor maaltijden en dranken
De kosten verbonden aan de ontvangst van uw zakenrelaties zelf op dergelijke plaatsen, worden als receptiekosten aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat slechts 50% van dergelijke kosten fiscaal aftrekbaar is. Het betreft hier inzonderheid de kosten van spijzen (maaltijden, versnaperingen, snacks, …), dranken, rookartikelen, bloemen, …
Gaat u voor of na het evenement echter dineren met uw genodigden, dan worden de kosten daarvan beschouwd als restaurantkosten die dan slechts voor 69% aftrekbaar zijn.
Aftrekbaar of niet op het vlak van Btw?[2]
Op het vlak van Btw dienen we hetzelfde onderscheid te maken als op het vlak van inkomstenbelastingen.
Toegangskaarten en abonnementen
Opdat de Btw aftrekbaar zou zijn, wordt ook hier vereist dat de kosten gemaakt zijn met het oog op het voeren van publiciteit van de onderneming en dus kunnen worden beschouwd als publiciteitskosten. Is dat niet het geval, dan is de Btw totaal niet aftrekbaar. Ook hier is het aan te raden om het publicitair karakter van de kost te onderbouwen met het oog op een eventuele Btw-controle, anders zal de controleur de Btw-aftrek verwerpen als een kost van onthaal.
Indien de toegangskaarten of het abonnement aan zakenrelaties worden geschonken, dan kan de Btw afgetrokken worden zolang de prijs van het geschenk maximaal € 50 excl. Btw bedraagt. Als de prijs van de geschonken toegangskaarten/abonnementen deze drempel overschrijdt, is de Btw in zijn geheel niet aftrekbaar (en dus niet enkel voor het deel dat de € 50 overschrijdt).
Kosten voor maaltijden en dranken
De aftrek van Btw op kosten voor maaltijden en dranken die worden genuttigd op dergelijke evenementen is uitgesloten.
Het personeel mag of moet mee
Indien de werkgever aan één of meerdere personeelsleden vraagt om de activiteit als “Chinese vrijwilliger” bij te wonen teneinde de beroepsbanden met de genodigden te versterken, dan is er in hoofde van de personeelsleden in principe geen sprake van een voordeel in natura.
Worden de toegangskaarten of abonnementen toegekend zonder dat daar bepaalde verplichtingen aan vasthangen, dan worden deze in principe als een voordeel van alle aard beschouwd met als gevolg dat de werknemer in kwestie hier belastingen op verschuldigd is.
Interessant om weten is dat de belastingadministratie hierop echter een uitzondering maakt voor abonnementen of toegangskaarten voor culturele of sportieve manifestaties die gratis of tegen gunstprijzen worden uitgedeeld.
De fiscus beschouwt die uitgaven immers als een sociaal voordeel[3] wanneer ze worden aangeboden aan alle personeelsleden met als gevolg dat de abonnementen of toegangskaarten bij het personeel vrijgesteld zijn van personenbelasting.
De fiscus zegt in zijn commentaar[4] – op het wetsartikel dat de vrijgestelde sociale voordelen regelt – er niet bij hoeveel zo’n ticket maximaal mag kosten om vrij van belastingen te blijven. In het wetboek[5] zelf staat enkel te lezen dat er maar sprake is van een sociaal voordeel indien het om een gering voordeel gaat. De belastingadministratie plakt op het woordje “gering” een waarde van € 50. Oordeelt uw belastingcontroleur dat er sprake is van een belastbaar voordeel indien u voor al uw werknemers een gratis toegangsticket aankoopt voor het muziekfestival Tomorrowland voor een bedrag van € 250 per stuk, verwijs dan naar de voormelde administratieve commentaar op het wetboek of nog beter naar de wet zelf.
De keerzijde van de medaille is
wel dat de aangekochte kaarten of abonnementen bij de werkgever niet aftrekbaar zijn TENZIJ[6]:
· alle personeelsleden hetzelfde voordeel krijgen en
· de toekenning gebeurt ter gelegenheid van één of meerdere feesten of jaarlijkse gebeurtenissen zoals Kerstmis, Nieuwjaar, Sinterklaas, een verjaardag, het patroonsfeest van de sector, … en het totale jaarbedrag per werknemer niet meer bedraagt dan 35 €[7]
· de toekenning gebeurt ter gelegenheid van een eervolle onderscheiding en het totale jaarbedrag niet meer bedraagt dan 105 € per werknemer
· de toekenning gebeurt ter gelegenheid van de pensionering van de werknemer en het totale jaarbedrag niet meer bedraagt dan 35 € per volledig dienstjaar, met een minimum van 105 €
De betaalde Btw op de aangekochte toegangskaarten of abonnementen mag door de werkgever in aftrek worden gebracht indien zij als een zogenaamd “collectief sociaal voordeel” kunnen worden beschouwd. Een sociaal voordeel is slechts van collectieve aard als het toepasselijk is op alle personeelsleden die zich zonder onderscheid in dezelfde omstandigheden bevinden en het voordeel in het kader van de inkomstenbelastingen als een sociaal voordeel wordt beschouwd.
Worden de kaarten of abonnementen echter aangeboden aan slechts een handvol personeelsleden, dan is de Btw op de aankoopfacturen niet aftrekbaar of dient er een onttrekking te gebeuren indien de Btw op de aankoopfactuur toch zou zijn afgetrokken.
Wordt er een (beperkte) bijdrage gevraagd aan het personeel, dan blijft de Btw volledig aftrekbaar. Op de ontvangen bijdrage dient er echter Btw te worden afgedragen door de werkgever. Als de bijdrage lager ligt dan de ‘normale waarde’ zoals deze geldt tussen niet verbonden partijen, dan moet de werkgever echter minstens Btw afdragen over de ‘normale waarde’.
Als conclusie kunnen we stellen
dat de kosten voor Business Seats, inkomkaarten voor sportwedstrijden en grote cultuurevenementen, … toch volledig aftrekbaar zijn op het vlak van Btw en inkomstenbelastingen indien duidelijk het publicitair karakter kan worden aangetoond. Bouw dus op voorhand een goed dossier op met uitnodigingen, aanwezigheidslijsten, foto’s, ….
Wat betreft de gemaakte restaurantkosten blijven de algemene principes gelden.
Worden de kaarten of abonnementen aangeboden aan het personeel, dan is de Btw aftrekbaar indien er sprake is van een collectief sociaal voordeel en het voordeel als een sociaal voordeel wordt beschouwd op het vlak van inkomstenbelastingen. De prijs van de kaarten of abonnementen zelf, is fiscaal niet aftrekbaar bij de werkgever indien ze meer dan € 35 kosten per werknemer.